Blog

DSO, Conway en Torvalds

Het Digitaal Stelsel Omgevingswet beoogt het wetgevingsproces in het internettijdperk te brengen. Wat kan het leren van internetprojecten, bijvoorbeeld van het versiebeheersysteem Git.

In 1968 deed Melvin Conway een sociologische observatie die bekend is geworden als de Wet van Conway: ‘Een organisatie die systemen ontwerpt, maakt ontwerpen met een structuur die een kopie is van de structuur van de organisatie.’ Die observatie heeft voorspellende waarde over de kwaliteit van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Het DSO beoogt het wetgevingsproces in het internettijdperk te brengen. Laten we ter inspiratie eens kijken naar dat internet. De degelijkheid van het huidige internet danken we voor een groot deel aan twee projecten van de Fin Linus Torvalds. Van zijn eerste project, Linux, hebben mogelijk de meeste van ons wel gehoord. De meeste telefoons, tablets en servers draaien op Linux. Android is Linux. Linux is het werkpaard onder het internetverkeer.

De ontwikkeling van Linux, meer dan tien miljoen regels code van tienduizenden auteurs en honderden organisaties, is complex en staat of valt met het juiste gereedschap. Het gereedschap dat dit alles in goede banen leidt heet Git en is het tweede revolutionaire project van Torvalds. Software wordt in veel talen geschreven en ontwikkelaars kunnen eindeloos discussiëren over de beste programmeertaal, maar over één ding zijn ze het eens: ongeacht de taal, de code wordt het best beheerd met Git.

Net als bij wet- en regelgeving, wordt er bij softwareprojecten op ieder moment aan honderden aanpassingen tegelijk gewerkt. In Git is van iedere versie exact duidelijk wie deze gemaakt heeft en wie deze heeft goedgekeurd. De integriteit van de huidige toestand en alle historische en toekomstige versies, is cryptografisch veiliggesteld. Het systeem is fundamenteel decentraal: iedere auteur heeft alle historische versies in Git op zijn eigen computer en auteurs kunnen in klein verband aan aanpassingen werken. Zo gewenst kunnen organisaties comfortabel privéversies in beheer hebben die ze niet hoeven te delen met het hoofdproject. Het systeem is geoptimaliseerd op de meest voorkomende handeling: het opnemen van aanpassingen in het grote geheel. Iedere aanpassing leidt tot een nieuwe versie waarnaar ondubbelzinnig verwezen kan worden.

Het ontwikkelproces van het DSO verloopt totaal anders. Dat bestaat uit het rondmailen van tekstbestanden en spreadsheets. Change tracking in Word is daar de hoogst haalbare vorm van versiebeheer. Eens in de zoveel tijd wordt een versie naar de projectsecretaris gemaild die de bestanden op een afgeschermde intranetschijf verzamelt in een map met een versienummer. Er is geen precieze geschiedenis voorhanden. De wijzigingen zijn niet digitaal ondertekend en verwijzingen naar andere documenten zijn niet eenduidig. Er gaat veel tijd zitten aan het ophelderen van versieverwarring. Het melden van suggesties voor verbetering is zinloos omdat die meldingen ondersneeuwen in persoonlijke mailboxen.

Voor mensen die de werkwijze die Git mogelijk maakt kennen, is de intranetwerkwijze volgens welke DSO wordt vormgegeven een ramp. Mensen die de voordelen van Git niet hebben beleefd, kunnen deze niet bevatten. Het is als de mobiele telefoon in de jaren ‘90. Zij zullen zoiets moois dus ook niet ontwerpen. Analoog aan de wet van Conway kun je voorspellen dat de wetgevingswerkwijze die in het DSO ontworpen wordt, een kopie zal zijn van de intranetwerkwijze van het project DSO.

Dat is jammer, want de werkwijze van Git is een prachtige blauwdruk voor ons wetgevingsproces. Het is zelfs meer dan een blauwdruk: het is bestaande gemeenschapssoftware, gehard door de beste ontwikkelaars op aarde, die zonder licentiekosten gebruikt mogen worden. Het is het gereedschap waar alle technologiereuzen voor kiezen.

Als we willen dat het wetgevingsproces het internettijdperk betreedt, dan moeten we zo werken zoals alle internetprojecten werken.

Jos van den Oever is expert in vrije software en open standaarden en als ambtenaar bij het ministerie van Binnenlandse Zaken betrokken bij het Digitaal Stelsel Omgevingswet. De bijdragen voor iBestuur schrijft hij op persoonlijke titel.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren