Hoe zou het zijn met het gevoel van urgentie bij de onderhandelaars om oplossingen voor maatschappelijke problemen te vinden door het inzetten van nieuwe technologieën?
Als ik een nieuwsgierige dwarsdenker zou zijn dan zou ik over de schouders van de onderhandelaars van de kabinetsformatie meekijken. En een beetje roeren in de lineaire problemen van gisteren waar ze kennelijk nu al maanden mee bezig zijn. En dan zou ik daar (stiekem) een nieuw hoofdstuk aan toe voegen over de nieuwe complexe samenleving waarin we nu leven.
Waar dus niets meer lineair is, maar alles met elkaar is verbonden. Waar de overheid voortdurend wordt uitgedaagd door nieuwe zeer ingrijpende technologieën. Als dwarsdenker zou ik een tekst bedenken die oude wetgeving achter ons laat en uitgaat van een nieuw paradigma. Die erkent dat de verschillende bestuurslagen en departementen en uitvoeringsorganisaties zich moeten opstellen als waren zij één overheid. En dat op tal van terreinen de oude waarheden niet meer gelden. Bijvoorbeeld dat het voorspelbaar, zorgvuldig en open omgaan met alle data die de overheid heeft, ook persoonsgebonden gegevens, niet hetzelfde is als het in leven houden van de heilige koe van de privacy. Recente gerechtelijke uitspraken hierover tonen de wetswijziging aan die nodig is. Mijn dwarsdenkende insteek zou bijvoorbeeld de volgende tekst bij de formatie opleveren.
“Binnen het kabinet is één bewindspersoon in het bijzonder verantwoordelijk voor de aansluiting van de overheid op de informatiemaatschappij. Het gaat om een samenhangende aanpak voor de digitalisering van de overheid, de generieke digitale infrastructuur, het stimuleren van het bedrijfsleven om te investeren in nieuwe technologieën, en het creëren van voorwaarden om dat te bevorderen, zoals de inzet van digitale dienstverlening van de overheid, veilig internet en een gerichte versterking van de cybersecurity. Naar het voorbeeld van de gemeenten wordt ook voor het Rijk een bindend stelsel van besluitvorming gerealiseerd, waarvoor de minister de eerste verantwoordelijkheid draagt. De financiering is deels nieuw (voor cybersecurity en vernieuwing), deels gevormd door doorbelasting van de kosten van digitale voorzieningen en deels door reallocatie van bestaande IT-budgetten in de orde van 10%.”
Een tekst met deze ambitie, één verantwoordelijk bewindspersoon die de weg zoekt in de vierde technologische revolutie, en een behoorlijk budget zijn de kern van de boodschap. Overbodig op te merken dat het gaat om een interbestuurlijke aanpak; alle bestuurslagen zijn betrokken en hebben een volwaardige positie in de ‘governance’. Ik ben zo nieuwsgierig naar het gevoel van urgentie bij de onderhandelaars om oplossingen voor maatschappelijke problemen in onze maatschappij te vinden door het inzetten van de nieuwe technologieën; van data-analytics tot blockchain. Een beetje dwarsdenken is nodig!