Blog

Inspiratie in de woestijn

Een van de redenen om te stoppen als Rijks-CIO was het gevoel dat ik de laatste twee jaar te weinig tijd had besteed aan innovatie en dat graag in wilde halen. Ik ben naar Israël gegaan.

De wereld van de informatietechnologie is een dynamische. Er gebeurt heel veel. De grote jongens van vandaag (Google, Facebook) zijn qua leeftijd nog pubers en mannen van middelbare leeftijd zoals ikzelf weten nog precies hoe de mobiele telefoon in het begin toch vooral een gadget was voor overdreven drukke types.

Als je in dat vakgebied werkt, is het zaak de ontwikkelingen goed te volgen. Een van de redenen om te stoppen als Rijks-CIO was het gevoel dat ik de laatste twee jaar te weinig tijd had besteed aan innovatie en dat graag in wilde halen. Ik ben naar Israël gegaan.

“Israel is snel. Een klant wil iets en dat wordt dan voor hem ontwikkeld. Zonder al te veel voorbereiding; het is meer improvisatie en de kracht van innovatie. Een instelling die het gevolg is van de situatie waarin Israël verkeert. We zitten letterlijk in een hoek. Dus moet je inventief en snel zijn om te overleven. We wonnen oorlogen door snelheid, improvisatie en creativiteit. Niet op basis van een doorwrochte risicoanalyse. Iedereen zit van zijn 18e tot zijn 21e (meisjes 20e) in het leger. Daarna ga je dan snel nog je diploma’s halen; immers, ondertussen is er ook al een relatie, zicht op een gezin, etc. Dat creëert teamwork. De relatie chef-soldaat, de relatie chef-medewerker is er niet een op basis van hiërarchie. Een officier in het leger zegt niet ‘vooruit’, hij zegt ‘blijf achter mij’. Mensen helpen elkaar”. Dat waren de woorden van Thomas Cohn, bestuurslid van PBLQ en niet te beroerd om me in Tel Aviv van een indringend achtergrondverhaal te voorzien. Dat hielp om de gesprekken die ik met zo’n 20 bedrijven voerde van de juiste context te voorzien.

Ik kwam voor inspiratie en dat was precies wat ik kreeg. Via de Israëlische ambassade en het Export Instituut kreeg ik de beschikking over een catalogus met zo’n 500 ICT-bedrijven. Omdat ik daarom had gevraagd kreeg ik met name de sectie die ging over Cybersecurity. Het Export Instituut regelde vervolgens de afspraken. En vertelde me hoe de wereld zo’n beetje in elkaar zit. Israel is “Start-up Nation”. Het boek van Senor en Singer over het economische mirakel kwam in vrijwel ieder gesprek aan de orde. Er zijn zo’n 1500 bedrijven die software exporteren. 31% gaat naar de USA, 40% naar de Europese Unie en 12,4% naar de rest van Europa. Een belangrijk aandachtspunt is dat veel bedrijven de start-up fase niet overleven. Silicon Valley is namelijk heel goed vertegenwoordigd in Israel en bijvoorbeeld IBM, Microsoft en Palo Alto zorgen ervoor dat veelbelovende bedrijven of technologieën worden ingelijfd. Het gevolg is dat er nauwelijks grote Israëlisch bedrijven zijn en dat notabene Intel de grootste werkgever in de sector is.

Mooi om te zien dat de incubator-rol wordt ingevuld door mensen die geld hebben verdiend met de verkoop van hùn bedrijf. Zoals Thomas Cohn het verwoordde: “als je geld hebt verdiend met de verkoop van een start-up heb je twee keuzes: of je helpt andere bedrijven, of je gaat de politiek in”. De burgemeester van Jeruzalem is een voorbeeld van de tweede optie. Hij runt de stad als een bedrijf en heeft veel gevoel voor technologie.

Ik kwam inderdaad voor inspiratie en vond die ook. Inspiratie op het gebied van cybersecurity, op het gebied van big data, op de rol van ICT in de stad (Tel Aviv) en op het gebied van anders denken. Ik leerde het verschil tussen educatie en training en zag een andere invulling van het begrip incubator dan ik tot nu toe kende. Nederlanders zijn direct, Israëliërs zijn directer.

Inmiddels ben ik geen Rijks-CIO meer, maar geland op een vertrouwde plek, de Van de Spiegelstraat 12 in Den Haag: de thuisbasis van PBLQ. Omdat het zo de moeite waard was wil ik mijn ervaringen van die hele bijzondere week in Israel delen. Binnenkort meer nieuws uit Silicon Desert.

  • Ralf Meelker (Nashua) | 8 mei 2014, 16:41

    Heel leuk om jouw verslag te lezen. Maakt wel nieuwsgierig… vooral m.b.t. hoe je tegen cybersecurity aankijkt in relatie tot risicoanalyse. Of concreter… aangezien 100% secure niet kan, staan organisaties voor fundamentele keuzes qua focus, aanpak (preventie vs monitoring), investeringen, etc… en hoe e.e.a. inventiever kan, dus zonder te verzanden in beheersmaatregelen. Ben benieuwd naar je vervolg. Ga het zeker lezen!

  • Ad Gerrits (gem.Nijmegen) | 9 mei 2014, 11:02

    Leuk persoonlijk verhaal. Het “inventieve en snelle” dat Israël zich noodgedwongen eigen heeft gemaakt, is iets dat ik in Nederland vaak mis. Ik zou qua leefsituatie niet willen ruilen, maar zo zie je maar weer eens dat ieder nadeel zijn voordeel heb.

  • Harrie Gooskens (ITEM-C) | 9 mei 2014, 12:31

    Leerzame ervaring Maarten in een interessant land. Doet me denken aan de eerste Israëlische computer “Exatec” die in 1982 in gebruik werd genomen door de gemeente Drunen. Exatec had het voor elkaar gekregen om het, als gesloten bekend staande, IBM System 34 te cloonen. Zelfs de manuals van IBM werden in fotocopy vorm meegeleverd.

    Overigens is de techologische innovatie gerichtheid van Israel goed te verklaren. Veel bedrijven durfden niet te leveren aan Israel omdat dan een boycot door de Arabische en een deel van de Aziatische markt dreigde. Dus moest men in Israel wel aan de slag met eigen R&D waarbij “afkijken” logischerwijs een grote rol speelde.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren