Blog

‘Maak Waar’ richt de blik naar binnen

Zonde dat ‘Maak Waar’ nauwelijks aandacht besteedt aan de kansen die de digitalisering de overheid biedt voor het verbeteren van haar maatschappelijk en democratisch functioneren.

Het rapport ‘Maak Waar’ van de Studiegroep Informatiesamenleving gaat jammer genoeg niet over de informatiesamenleving. De studiegroep kiest er voor de ICT-problematiek te bezien vanuit de optiek van de bedrijfsvoering van de overheid. Sterker nog: zelfs alleen vanuit de bedrijfsvoering van de rijksdienst!

Spijtig, want in plaats van dat men de blik naar buiten richt, naar de maatschappelijke ontwikkelingen die door de digitalisering in een woelige stroomversnelling zijn gebracht, en te analyseren welke consequenties dat zou moeten hebben voor inrichting en functioneren van de overheid, richt men de blik naar binnen, op het ambtelijk apparaat van de rijksdienst

Een belangrijke conclusie in ‘Maak Waar’ is, mogelijk vanwege dit beperkte blikveld, dat de overheid vooral zelf de techniek van de ICT moet gaan beheersen. Zeker voor bijna alle lokale overheden een volstrekt onmogelijke opgave – en dat zou juist Binnenlandse Zaken als geen ander departement moeten weten.
En als je even de blik naar buiten richt, moet de zeer voor de hand liggende conclusie zijn dat juist wat betreft technologische ontwikkelingen de private sector absoluut ‘in the lead’ is en dat zeker ook zal blijven. De overheid heeft op dit gebied bijna per definitie het nakijken. De vraag is overigens hoe erg dat is – techniek is immers geen core-business van de overheid. Daarnaast: een technisch expert die in de ambtelijke dienst treedt, raakt ook binnen no time zijn connecties op het gebied van de nieuwste technische ontwikkelingen kwijt.

Toepassing van technologie, of die nu nieuw is of oud, is en blijft een hulpmiddel voor de overheid. Maar precies op dit punt, dus over het waar, waarom, op welke wijze en wanneer toepassen van digitalisering door en/of bij de overheid – daar rept het rapport niet over. Noch over het feit dat de digitalisering op het gebied van de bedrijfsvoering vraagt om een omslag van zelf doen naar uitbesteden. Integendeel: ‘Maak Waar’ beveelt het omgekeerde aan…

Niet op het gebied van de techniek zélf, maar wél op het terrein van adequate sturing van gewenste en noodzakelijke ICT-ontwikkelingen bij de overheid is aanwezigheid van voldoende ambtelijke expertise vereist. Maar helaas: de overheid heeft precies op dit punt onvoldoende deskundigheid in huis. De invulling door de Algemene Bestuursdienst van de zware ambtelijke functies, waar de verantwoordelijkheid ligt voor het duiden en sturen van de impact van de razendsnelle technologische ontwikkelingen, is ook niet gericht op de daarvoor noodzakelijke competenties.

Dat blijkt ook uit dit rapport, dat is geschreven onder leiding van een hoog ambtelijke stuurgroep. Het gaat wat betreft die competenties om kennis van het specifieke karakter van het functioneren van de overheid en het openbaar bestuur (in haar geheel!), kennis van de relevante private sectoren, de competentie om samenwerking tussen specialistische organisaties vorm en inhoud te geven, de vaardigheden die nodig zijn om relevante besluitvorming over digitalisering in de politieke arena te faciliteren, relevante juridische en materiekennis, bij voorkeur een ß-achtergrond ofwel technisch inzicht, et cetera.
‘Maak Waar’ rept niet over dit soort zaken.

Er wordt dus, helaas, geen aandacht besteed aan de uitdagingen die de digitalisering voor de overheid biedt. Zie als voorbeeld van het signaleren van relevante ontwikkelingen het werk van de Landsadvocaat – daar worden meer dan 30 wetten geadresseerd waarmee op dit moment door digitalisering het functioneren van (zeker óók lokale) overheden in het hart wordt geraakt. Het blijkt namelijk dat elke wet daarbij kiest voor de eigen logica waar het gaat om de digitalisering – niet onbegrijpelijk want enige sturing hierop (door BZK?) ontbreekt.

De consequentie van deze ontwikkeling is dat een digitaal doolhof wordt gecreëerd, wat risico’s oplevert voor het maatschappelijk aanvaardbaar functioneren van die overheden. Het is dus niet andersom, zoals de Studiegroep schijnt te denken: dat door stevig technologische vooruitgang de overheid maatschappelijk gezien als vanzelf beter zal gaan functioneren.

Denk bijvoorbeeld ook aan de consequenties die direct of indirect het democratisch gehalte van onze samenleving raken, zoals de invloed van social media op besluitvorming – bedenk hoe eenvoudig het is geworden 300.000 handtekeningen te verzamelen voor een referendum. Of denk aan de invloed van steeds toegankelijker digitale gadgets. Een bijzonder voorbeeld van dit laatste: burgemeesters in Noord-Holland die eigenstandig de verkiezingen willen moderniseren met een stem-app. Omdat ze daarmee onze grondwet bruuskeren ‘floot Plasterk ze terug’, maar intussen doet BZK zelf niets aan het verbeteren van ons archaïsch stemsysteem.

Denk bijvoorbeeld aan de onmacht van ons openbaar bestuur om het inkomensbegrip te harmoniseren, waardoor héél veel geld wordt verspild van bedrijven én overheden om hun systemen op elkaar te laten aansluiten.

Denk aan de absurde situatie dat studenten na afloop van hun studie niet automatisch worden uitgeschreven uit hun OV-abonnement, wat ze op forse boetes komt te staan als ze nietsvermoedend (en logischerwijs) denken dat dat toch gewoon bekend is bij de overheid zélf…

Denk aan de onmacht van een willekeurige inwoner van ons land als hij door automatisch gegenereerde berichten van (bijvoorbeeld) de Belastingdienst volstrekt in het nauw wordt gedreven omdat hij niet bij machte is via het schier onbereikbare call center van die dienst uit te leggen wat die dienst fout doet. En die dienst hem of haar niet actief in staat te stelt écht zelfredzaam te zijn – iets waartoe de digitalisering óók mogelijkheden voor zou kúnnen bieden!

Het is, kortom, zo zonde dat het rapport ‘Maak Waar’ nauwelijks aandacht besteed aan de kansen en mogelijkheden die de digitalisering de overheid biedt voor het verbeteren van haar maatschappelijk en democratisch functioneren.
Helaas: de conclusie moet zijn dat ‘Maak Waar’ de overheid in een verkeerde richting tracht te sturen. Het is te hopen dat ‘de lade snel zal klikken…’! Zo spijtig ook dat BZK haar destijds opgerichte ‘Museum Voor Overbodig Beleid’ heeft wegbezuinigd…

Waar het bij de digitalisering wél om gaat staat compact geformuleerd in het recente rapport van het Rathenau Instituut. Dat concludeert kort weergegeven als volgt: ‘werk aan een kabinetsvisie op de omgang met de maatschappelijke betekenis van de digitalisering’. Het Rathenau Instituut doet daarbij zinnige voorstellen voor een aantal noodzakelijk geachte acties.

Wat wél wordt genoemd is het rapport ‘Maak Verschil’, een ander rapport van de Studiegroep van BZK. Misschien wordt zo bevestiging van het eigen gelijk gezocht?

Maar in de lijst van geraadpleegde literatuur van ‘Maak Waar’ wordt het Rathenau-rapport niet genoemd. Wat wél wordt genoemd is het rapport ‘Maak Verschil’, een ander rapport van de Studiegroep van BZK. Misschien wordt zo bevestiging van het eigen gelijk gezocht? Want ook in dat rapport wordt bijvoorbeeld, zonder enige onderbouwing, de a-typische conclusie getrokken dat ‘de regio’ centraal moet staan bij het oplossen van zowat alle economische problematiek. Voor het gemak wordt vergeten dat er hier preponderante verantwoordelijkheden liggen bij de Rijksoverheid en de EU. Het gaat ook voorbij aan urgente problematiek waar het openbaar bestuur voor staat, zoals kwaliteit van het bestuur en democratische legitimiteit. Het ministerie van BZK lijkt met haar Studiegroep-rapporten de weg werkelijk te zijn kwijtgeraakt…

Suggestie voor de titel van het volgende rapport in deze reeks: ‘Maak Goed Rapport’?

Tot slot nog enkele opmerkelijke teksten. Zoals de constatering in het rapport dat DigiD ‘nog maar een paar jaar geleden een grote innovatie was’. Blijkbaar weet men bij BZK niet meer dat DigiD 13 (dertien!) jaar geleden werd geïntroduceerd – in de wereld van de digitalisering een ontwikkeling uit de Oudheid…
En wat te denken van de laatste zin in dit rapport over de informatiesamenleving, die luidt:
‘… maatschappelijke vragen, zoals datagedreven netwerken, sensordata, eigenaarschap algorithmen en grondrechten’.

Eigenaarschap algorithmen en grondrechten?? Het staat er écht – de redacteur is misschien vergeten het laatste woord te schrappen…?

  • Herman Timmermans / Tasclinx | 1 juni 2017, 14:04

    De hartenkreet van Harry van Zon kan ik alleen maar onderschrijven. Het is te prijzen dat topambtenaren hun visie geven over wat er m.b.t. digitalisering moet gebeuren. De titel van het rapport valt ook in die zin op, dat geprobeerd wordt om de brug te slaan tussen theorie en praktijk. We hebben kasten vol met plannen en onderzoeken: wanneer gaan we nu echt iets doen? Echter de praktijk wordt helaas wel erg eenzijdig ingevuld vanuit de techniek. Schijnbaar achteloos wordt voorbijgegaan aan de essentie van een andere boeiende publicatie: ‘Opwaarderen, de borging van publieke waarden in de digitale samenleving’, opgesteld door het Rathenau Instituut. Daar wordt uitgewerkt welke risico’s we lopen als we min of meer onvoorbereid allerlei technologische oplossingen invoeren zonder de maatschappelijke effecten daarvan goed bekeken te hebben.
    Als burger wordt ik niet bepaald gerustgesteld als mijn overheid op deze manier bezig is. Je mag met al die kennis en ervaring die we in dit land hebben, absoluut meer verwachten. Misschien ben ik wel niet de enige die er zo tegenaan kijkt en dat zou dan wel eens een verklaring kunnen zijn waarom ‘Maak waar’ binnenkort weer ergens naar de leestafel in een of andere wachtkamer verdwijnt.

    Dat alles laat onverlet dat we echt aan de slag moeten met de rol die digitalisering vervult en verder gaat vervullen in onze maatschappij en de rol die de overheid daarbij kan en moet spelen. Zolang het Rijk niet echt afstemt met gemeenten en een groot deel van de 388 gemeenten voorlopig nog zijn eigen plan trekt, hebben we nog wel een aardige uitdaging voor de boeg. natuurlijk de gemeenten gaan meer en meer samen organiseren, maar dat vraagt nog aardig wat effort om van bestuurstafel naar de uitvoeringspraktijk te komen. Een ding is voor mij duidelijk: je hoeft geen eigenaar van de waterleiding te zijn om water te tappen. Misschien kunnen de schrijvers van ‘Maak Waar’ dat nog eens tot zich laten doordringen.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren