Overheid in transitie
Blog

Van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’

Om systeemveranderingen te kunnen realiseren is vertrouwen nodig, verbinding, netwerkleiderschap én regie – zónder weer traditioneel de ‘baas te willen spelen. In een samenleving waar partijen hun rol en verantwoordelijkheid pakken. Het goede nieuws is dat we op verschillende terreinen al aan het experimenteren zijn met deze nieuwe vormen van samenwerking.

Om systeemveranderingen te realiseren is vertrouwen nodig, verbinding, netwerkleiderschap én regie – zónder weer traditioneel de ‘baas te willen spelen

We hoeven elkaar absoluut niet te overtuigen dat we als samenleving middenin een fundamentele verandering zitten. Met een cruciale noodzaak om in één generatie een gigantische omslag te realiseren op het terrein van klimaat, energie, mobiliteit, zorg, onderwijs, veiligheid, etc. Allemaal ingewikkelde systeemveranderingen die zich kenmerken doordat het taaie vraagstukken zijn, met een mêlee aan verschillende spelers, meerdere disciplines, veel onderlinge afhankelijkheden én zonder dat ook maar één van die partijen de eigenaar is. Waarbij velen gezellig naar de overheid – en bovenal de politiek – kijken.

Terwijl we allemaal weten dat dit type transformaties naadloos passen bij een netwerk- of participatiesamenleving. Waarin partijen uit die samenleving hun rol pakken en spelen in deze transformaties. Waarbij een dringend appèl wordt gedaan op hun eigen verantwoordelijkheid. En in het verlengde daarvan uiteraard de bijdrage die ze daar dan aan gaan leveren. Huiselijke gezegd: van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’. Vanuit een soort van triple helix of 4O benadering (overheden, ondernemers, onderwijs- en kennisinstellingen en omgeving) – voorzien van een gemeenschappelijk hoger doel waar die partijen zich dan ook aan committeren. Wat uiteraard vraagt om vertrouwen, verbinding, netwerkleiderschap én regie – zónder weer traditioneel de ‘baas te willen spelen’.

Zet dat eens af tegen het klassieke instrumentarium van de overheid: wet en budget. Dan hoeft je toch geen profeet te zijn om te voorspellen dat dit zwaar ontoereikend is om de samenleving voor die grote vraagstukken aan de ‘Haagse’ afspraken te binden. Waar de Raad voor openbaar bestuur (Rob) al in 2015 voor waarschuwde: ‘het hele concept dat zo’n complexe samenleving zich met een wettelijk en financieel instrumentarium van boven af laat besturen zwaar is aan herziening toe’. De Rob constateerde toen al dat het geheel van instituties, publiek en privaat, van kleine en grote verbanden in de samenleving zo complex is dat beleid méér verbinding en bundeling vraagt dan in de verticale kolommen kan worden georganiseerd.

Het goede nieuws is dat we op verschillende terreinen al aan het experimenteren zijn met deze nieuwe vormen van samenwerking. Gebaseerd op kernwaarden zoals opgave centraal, cocreatie, horizontale samenwerking met professioneel ontwikkelde verbindingen, valuecases, constante wisselwerking top-down/bottom-up en denken/doen én leiderschap. Prachtig voorbeeld vind ik de casuïstiek modal shift – niet in de laatste plaats vanwege m’n persoonlijke betrokkenheid. Gericht op het grootschalig transformeren van containerstromen van weg naar binnenvaart of spoor. Waarbij vooral de aard van de goederenstroom dominant is bij de modaliteitskeuze (waarbij modaliteit ‘weg’ wordt ingezet voor die goederenstromen waarbij dat ook noodzakelijk is gelet op tijdigheid of flexibiliteit). Maar modal shift staat al twee decennia op de agenda, zonder dat die échte doorbraak is gerealiseerd. Alle reden om het anders aan te pakken: eerst eens te gaan luisteren in het veld wat er eigenlijk speelt. Wie er allemaal mee bezig zijn, wat de grootste barrières zijn die een brede toepassing van modal shift in de weg staan, onder welke condities gaan ondernemers investeren, etc. Om dan vervolgens drie cruciale interventies te plegen. Als eerste het zwaar aanzetten van de urgentie: de gigantische vervangings- en renovatieopgave van Rijkswaterstaat aan de infrastructuur. Als tweede het bundelen van alle initiatieven op het modal shift-vlak: Rijk, provincies, Topsector én Logistieke Alliantie. Als één geheel, opererend vanuit één glasheldere ambitie, met één aanpak en vanuit één loket. Om dan tenslotte in cocreatie met de sector (verladers, vervoerders) middels een 24u sessies gezamenlijke denkkracht, draagvlak en ambassadeurschap te verzilveren. Alles gericht vanuit de bedoeling met een centrale plaats voor de transformatie van goederenstromen. Gericht op een aanzienlijk breder palet dan het klassieke instrumentarium wet/budget.

Of dit nieuw is? Natuurlijk niet! Maar iets in mij zegt dat als we die taaie systeemtransities in één generatie gefikst willen hebben dat we dan als de wiedeweerga dit type aanpakken radicaler moeten inzetten. Ongetwijfeld iets voor ons nieuwe kabinet?

Bedrijfseconoom Dirk-Jan de Bruijn is actief op vlak van netwerkleiderschap. Hij schrijft deze blog op persoonlijke titel. Z’n praktijkervaringen met systeeminnovaties zijn beschreven in Ladders tegen wolken; excelleren in 5e innovatietijdperk wat hij recent met collega-auteurs Hans Bakker en Michiel Jak schreef.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren