Het voorstel voor de Wet GDI dat er nu ligt mist helaas essentiële onderdelen, omdat deze worden vooruitgeschoven naar later. Geen goede zaak en ook niet nodig.
De Wet GDI is hard nodig als basis voor het beheren en doorontwikkelen van het landelijke stelsel aan digitale voorzieningen, waar de overheid inmiddels volop gebruik van maakt. We kijken dan ook reikhalzend uit naar deze wet. Maar het voorstel dat er nu ligt mist helaas essentiële onderdelen, omdat deze worden doorgeschoven naar volgende tranches.
Zoals u onderaan dit blog kunt lezen is dit mede namens een aantal collega’s uit andere overheden geschreven. Overheden die merendeels in de uitvoering werkzaam zijn en daar aanlopen tegen praktische belemmeringen in hoe we het nu in Nederland qua digitale voorzieningen hebben geregeld. Belemmeringen die deels opgelost kunnen worden door goede afspraken, vastgelegd in de nieuwe Wet GDI (generieke digitale infrastructuur).
In de brief die de minister van Binnenlandse Zaken op 4 december vorig jaar naar de Tweede Kamer stuurde geeft hij aan wat in de eerste tranche van de wet geregeld gaat worden. Het zijn belangrijke onderwerpen om de GDI en daarmee de digitale overheidsdienstverlening verder te helpen. Zoals meer transparantie en de mogelijkheid om het gebruik van standaarden en voorzieningen te verplichten. De minister schrijft: ‘Burgers en bedrijven moeten in staat worden gesteld overzicht te krijgen over de persoonsgebonden informatie en de informatie-uitwisseling die ze met de overheid hebben. Dit overzicht moeten ze kunnen krijgen in een generieke voorziening.’ En: ‘Voorts moeten bestuursorganen dezelfde standaarden gaan gebruiken voor het publiceren en onderling uitwisselen van deze informatie.’
Er ligt nu een conceptvoorstel voor de eerste tranche van deze wet. Daarin is te lezen dat deze één van de genoemde elementen bevat: de voorzieningen voor identificatie en authenticatie. De rest wordt doorgeschoven naar de tweede tranche, die wordt gemaakt na de verkiezingen. Dat vinden wij jammer, want een aantal onderdelen zou ook nu zonder al te veel moeite kunnen worden uitgevoerd. Een opdeling van een wet in tranches is begrijpelijk, want niet alles kan in één keer. Maar het zou ons heel wat waard zijn als de eerste tranche die elementen bevat die de minister noemde in zijn brief. Stel dit niet uit, maar regel het nu. We hebben het hard nodig om de digitale overheidsdienstverlening verder te ontwikkelen.
Digicommissaris Bas Eenhoorn waarschuwt voor deze dreigende versmalling van de eerste tranche van de wet, in zijn blog op iBestuur. Wij kennen Bas als een onvermoeibare pleitbezorger van het goed verankeren van de GDI in wetgeving, governance en financiering. Wij willen duidelijk maken dat hij niet alleen staat met zijn pleidooi. Ook wij, en misschien moet ik wel zeggen juist wij, zien in de praktijk welke fantastische mogelijkheden er zijn om de digitale overheidsdienstverlening naar een hoger plan te tillen. We zien ook wat daarvoor nodig is en wat daarvoor nu ontbreekt. We hebben dit uitgewerkt in een visie, een voorstel voor het nieuwe kabinetsbeleid, waar we in een volgend blog meer over vertellen. Een belangrijk onderdeel van dat voorstel is een krachtige wettelijke basis van de digitale overheid. Wij zien nu dat goede voornemens voor de wet GDI lijken te verwateren. Laten we ons, vanuit de overheid, er hard voor maken dat van uitstel geen afstel komt.
Larissa Zegveld, KING, Directeur
Arthur Dallau, NVVB, Directeur
Andre Regtop, ICTU, Algemeen Directeur
Hans Verweij, ICTU, Directeur Projecten