Overheid in transitie
Nieuws

Hoe lokale autoriteiten worstelden met ‘giftige cocktail’

Beeld: Shutterstock

Een giftige cocktail van online berichten over pedofilie, vreemdelingenhaat en wantrouwen tegenover de lokale overheid leidde enige jaren geleden tot fysiek geweld tegen een vermeende verdachte. Op verzoek van de betreffende lokale autoriteiten evalueerde het lectoraat Bestuur en Veiligheid in een Digitaliserende Samenleving van NHL Stenden Hogeschool/ Thorbecke Academie de casus. De titel van het onderzoek: ‘Schuldig tot het tegendeel bewezen is?’ iBestuur sprak met onderzoeker Laura Postma.

De casus

De casus in het kort: na een incident in de relationele sfeer, die leidt tot politiebezoek maar waarvan geen aangifte wordt gedaan, ontstaan er geruchten over een inwoner met een migratieachtergrond die zich schuldig zou hebben gemaakt aan pedofilie en zedendelicten. Motorclubs en pedohunt-accounts pikken de berichten op via sociale media en apps en versterken ze, wat leidt tot online en fysieke onrust. Het idee leeft dat politie en gemeente niets doen. Lokale agenten worden hierop aangesproken, ook privé. Wat meespeelt, is dat de familie van het vermeende slachtoffer veel aanzien heeft in de omgeving. Op den duur komt het tot fysieke geweldsincidenten. De rust keert pas terug als de vermeende dader wordt weggehaald uit de gemeenschap.

Verdeeldheid

Als de eerste berichten online verschijnen, heeft de politie vrij snel door dat ze mogelijk kunnen leiden tot fysiek geweld, maar er is geen protocol over wat te doen in een dergelijke situatie. Er heerst verdeeldheid over welke organisatie de verantwoordelijkheid moet dragen en of er wel of geen online communicatie moet worden ingezet.

‘Juist de lokale voelsprieten van de gemeente en de politie kunnen de contextuele factoren goed inschatten,’ zegt Postma. ‘Dat hebben ze in deze situatie ook goed gedaan. Alleen ontstond er in dit geval handelingsverlegenheid. Ze stonden voor een feit waarop ze niet voldoende waren voorbereid.’

Ze stonden voor een feit waarop ze niet voldoende waren voorbereid.

Privésfeer

Moet de gemeente reageren als er online allerlei beschuldigingen worden gedaan aan het adres van een inwoner? De gemeente meent van niet. Het beleid is dat er geen uitspraken worden gedaan over privéomstandigheden. Het zou ook niet passen bij het takenpakket van de gemeente. Daarom plaatst de gemeente zelf geen informatie over de geruchten en reageert men ook niet op online berichten.

Je zou ook kunnen redeneren dat het in dit geval de privésfeer al lang heeft verlaten, beaamt Postma. ‘We weten uit de literatuur dat er bepaalde verwachtingen zijn van overheidsinstanties. Net als bij een brand verwachten inwoners dat de overheid zich uitspreekt als er iets aan de hand is. Dat is ook belangrijk voor de geloofwaardigheid die zo’n instantie uitstraalt. Aan de andere kant wil je van een incident dat nog geen crisis is ook geen crisis maken. Dat was de afweging waar de gemeenten voor stond.’

Eenduidige boodschap

In het onderzoeksrapport staat de aanbeveling om in het geval dát er een boodschap naar buiten wordt gebracht, dat met alle samenwerkingspartners tegelijkertijd op te pakken en te zorgen voor eenduidigheid. Dat is niet wat er in deze gemeente gebeurt. Na een maand plaatst de politie een online oproep om geen informatie op Facebook te delen, maar ermee naar de politie te stappen.

De samenwerking tussen de betrokken partijen komt op gang, met één opvallende afwezige: Meta, de eigenaar van de platforms waarop de boodschappen worden verspreid. ‘Een hotline naar Meta zou een aanvulling kunnen zijn’, zegt een van de geïnterviewden. ‘De politie heeft wel getracht Meta vroeg in het proces te betrekken, maar op informele verzoeken kwam geen respons,’ zegt Postma. ‘Ze worden ook niet als officiële samenwerkingspartner genoemd. Dat vonden wij zelf wel opvallend.’ Een Notice & TakeDown-verzoek van de politie leidt er wel toe dat de berichten door Meta worden weggehaald, maar hier gaat veel tijd overheen.

De politie heeft wel getracht Meta vroeg in het proces te betrekken, maar op informele verzoeken kwam geen respons.

Stopgesprekken

De politie voert stopgesprekken met familieleden van het vermeende slachtoffer om te zorgen dat ze de online beschuldigingen weghalen. Volgens sommige betrokkenen die voor het onderzoek zijn geïnterviewd, heeft dit averechts gewerkt: mensen krijgen het idee dat de politie zaken in de doofpot probeert te stoppen.

Had het geholpen als die gesprekken veel eerder waren gevoerd?

Postma noemt het lastig om dat achteraf te bepalen. ‘Wel valt op dat de stopgesprekken verschillend waren ingesteld. Aan de ene kant werd er opgeroepen om de berichten te verwijderen. In sommige gevallen werd er aangegeven dat het mogelijk delen van persoonsgegevens online tot doxing kan leiden, wat tegenwoordig strafbaar is. Maar er werd ook juist opgeroepen om melding te doen van wat men wist. Dat leidde tot onduidelijkheid en tot het beeld dat de politie probeerde om de situatie ‘weg te moffelen’.’

Tijdige reactie

De belangrijkste les is dat lokale autoriteiten vooraf moeten nadenken over online communicatie. Postma: ‘Vanuit de gemeente is de communicatie vaak dienstverlenend en reactief. In dit geval is er iets te zeggen voor een tijdige reactie. Geef zelf aan dat er iets speelt en dat er zich misschien onjuistheden voordoen. Het is beter om het heft in eigen handen te nemen dan om te wachten tot je met je rug tegen de muur aan staat en niks anders meer kunt.’

Ook dit is een kwestie van context, benadrukt ze. In dit geval zorgt de giftige cocktail van een asielachtergrond en het beeld van een mogelijk zedendelict ervoor dat gemeente en politie terecht inschatten dat er opschudding kan ontstaan. ‘Door proactief te laten weten dat je als gemeente snapt dat dit veel stof doet opwaaien, kun je begrip onder de lokale bevolking creëren.’

Door proactief te laten weten dat je als gemeente snapt dat dit veel stof doet opwaaien, kun je begrip onder de lokale bevolking creëren.

Gefragmenteerde aanpak

Daarnaast is het verstandig om vooraf na te denken over online ordeverstoringen, van welke aard dan ook en over de rolverdeling van gemeente en politie. ‘Dat gaat verder dan alleen monitoren wat er online gebeurt. Zet een proactieve communicatiestrategie op papier.’

Dat die er niet is, leidt in deze casus tot een gefragmenteerde aanpak, waarin alleen de digitale wijkagent goed weet wat hij moet doen op online gebied. Postma zegt: ‘Je kunt dit soort dingen nooit helemaal voorkomen, maar je kunt er misschien wel eerder de angel uithalen als je de kennis die de wijkagent heeft breder in de organisaties verspreidt, zodat je makkelijker samen kan optrekken. Je weet dan in ieder geval wat je moet doen, mocht het zich nog een keer gaan voordoen. En dat gaat het zeker doen.’

Zet een proactieve communicatiestrategie op papier.

Gedwongen verhuizing

De gemoederen bedaren als de vermeende dader noodgedwongen verhuist. De meningen zijn verdeeld over de vraag of dat een goede oplossing was. Uit de evaluatie blijkt dat het vanwege zijn veiligheid niet meer anders kon. Postma denkt dat de fysieke geweldsincidenten die plaatsvonden wellicht wél te voorkomen waren geweest, mits de samenloop van omstandigheden net een beetje anders was geweest.

De evaluatie is goed ontvangen. ‘De partners geven aan dat ze er veel aan hebben gehad. Ze hebben al te maken gehad met een vervolgsituatie, waarin ze voor een andere aanpak kozen en proactiever hebben gecommuniceerd.’

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren