Interbestuurlijk samenwerken. In stapjes. Innovatief. Deze uitgangspunten krijgen vaste vorm in de Agenda Digitale Overheid – NL DIGIbeter. De agenda is recent geactualiseerd. "In de agenda is zichtbaar geworden dat de overheid ook echt volgens de uitgangspunten van Maak Waar! aan de slag is gegaan."
Nicole Zwart, secretaris van het OBDO: “In NL DIGIbeter 2019 is zichtbaar geworden dat de overheid daadwerkelijk volgens de uitgangspunten van Maak Waar! aan de slag is gegaan.” Beeld: De Beeldredaktie
Staatssecretaris Raymond Knops (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, BZK) vertelt in zijn speech bij de plenaire opening van het iBestuur Congres hoe hij wil werken aan de digitale overheid. Hij maakt een vergelijking met zijn ervaringen in het bergbeklimmen. Dat doet hij doet in alle bescheidenheid, benadrukt Knops die z’n speech houdt na de presentatie van de vermaarde klimmer Katja Staartjes die in een andere league opereert. Maar, de lessen zijn hetzelfde: je moet je goed voorbereiden en zorgen voor het juiste materiaal en een goed team. Vervolgens gaat het in stappen omhoog en moet je soms een stukje van het pad af om op het goeie spoor te komen. De trefwoorden voor de Agenda Digitale Overheid – NL DIGIbeter zijn: innoveren, binnen de bestaande instituties werken met de techniek van een startup, en zorgen dat mensen meekunnen met de digitalisering. Dat overheden bij dit alles moeten samenwerken over de grenzen van domeinen en bevoegde gezagen is een voorwaarde, al is dit in de praktijk een flinke kluif.
Politieke sturing
De sessie van NL DIGIbeter wordt druk bezocht. Moderator Nicole Zwart is blij dat vertegenwoordigers van alle overheden en ook andere partijen aanwezig zijn. Zwart is secretaris van het Overheidsbreed Beleidsoverleg Digitale Overheid (OBDO), een samenwerking van decentrale overheden, departementen en uitvoeringsorganisaties. Zwart vertelt hoe digitalisering bij de overheid met het rapport ‘Maak Waar!’ (april 2017) een prominente plek is gaan innemen. “Niet als backoffice, maar meer als een politieke vraagstuk.” De technologische revolutie brengt kansen en dilemma’s die vragen om politieke sturing. Een goed moment voor een nieuwe governance, ook al omdat de termijn van Digicommissaris Bas Eenhoorn, erop zat. De Agenda Digitale Overheid is een van de ambities in het regeerakkoord en valt direct onder de politieke verantwoordelijkheid van staatssecretaris Knops. Binnen het OBDO wordt de agenda uitgewerkt. “In NL DIGIbeter 2019 is zichtbaar geworden dat de overheid daadwerkelijk volgens de uitgangspunten van Maak Waar! aan de slag is gegaan”, zegt Zwart.
Nathan Ducastel, directeur Informatiesamenleving van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), benoemt hoe de nieuwe governance vorm heeft gekregen met het instellen van het OBDO. “Het is cruciaal om het denken over de overheid in het digitale tijdperk verder te brengen”, zegt Ducastel. “De relatie tussen burgers en de overheid verandert, nieuws en berichtgeving worden beïnvloed door de grote platforms (Rob Adviesrapport Zoeken naar de waarheid) en hoe vind je een balans tussen een overheid die steeds meer weet en het waarborgen van privacy?” Ducastel citeert Kim Putters van het Sociaal en Cultureel Planbureau, die zegt dat elke transitie noopt tot opnieuw nadenken over grondrechten. “Technologische mogelijkheden breiden zich razendsnel uit. Het is essentieel om publieke waarden te borgen in de digitale samenleving en te zorgen dat de overheid daar voldoende grip op houdt.”
Gebruikersperspectief is leidend
De nieuwe governance is van belang voor het verbeteren van de dienstverlening aan burgers en bedrijven, waarbij het perspectief van de gebruiker leidend is. Het gaat om bronhouderschap en het doorontwikkelen van de basisregistraties. Gemeenten doen op het terrein van digitalisering steeds meer samen, onder meer in de Generieke Digitale Infrastructuur (GDI). Ducastel vindt de ontwikkeling van het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) met een landelijke voorziening en collectief gemeentelijke voorzieningen, een inspirerend voorbeeld van het verbeteren van de digitale overheid.
“Op het gebeid van inclusie hebben we nog een slag te maken”, zegt Ducastel. Hij verwijst naar de visie van de Nationale Ombudsman die onlangs waarschuwde voor het risico dat de digitalisering bij de overheid leidt tot het uitsluiten van mensen. “We moeten digitale methoden ontwikkelen om mensen mee te nemen met bijvoorbeeld simpele beslisportalen.”
Startup in Residence
Bas den Hollander is directeur Informatiesamenleving en Overheid bij het Ministerie van BZK. Hij begint te zeggen hoe de overheid in de bedrijfsvoering inmiddels uitgebreide ervaring heeft opgedaan met ICT-projecten. “Zoveel zelfs dat die op een zekere manier tegen ons werkt, we hebben een erfenis.” Het laat onverlet dat ICT grote kansen biedt voor betere dienstverlening en betere samenwerking, bijvoorbeeld tussen uitvoeringsorganisaties en gemeenten op het terrein van werk en inkomen. “Het werken aan maatschappelijke opgaven vereist samenwerking, maar samenwerken kost tijd. Meer tijd dan we ons kunnen veroorloven. Met de manier waarop we gewend zijn te werken – zorgvuldig en breed gedragen – komen we er niet. Want als we dan een oplossing hebben, zijn de omstandigheden alweer veranderd.” Dit is de reden dat BZK het programma Startup in Residence is begonnen. Daarbinnen zijn vanuit het Ministerie van BZK vier startups van start gegaan, gericht op digitale inclusie, flexibel wonen, gasloze wijken en toezicht op landbouwgrond. Andere voorbeelden van publiek private samenwerking zijn de Dutch Blockchain Coalition, de Artificial Intelligence Coalition en de Alliantie voor Inclusie.
Blauwe Knop
Den Hollander benoemt ook experimenten met regie op gegevens, bijvoorbeeld de Blauwe Knop die burgers duidelijk maakt welke gegevens van hem bekend zijn bij welke organisatie. Samen met vijftien gemeenten onderzoekt BZK de mogelijkheden voor digitale (open source) participatiemiddelen. “Het werken met pilots, proeftuinen en experimenten sluit aan bij het initiatief Samen Organiseren van de VNG. Via de principes van Common Ground werken gemeenten vanuit het perspectief van de burger stapsgewijs aan een nieuwe toekomstbestendige ICT-infrastructuur. Ook de fieldlabs van de VNG passen bij de innovatieve manier van werken waar we als overheid naar streven.” BZK speelt daarbij een belangrijke rol, zegt Den Hollander. “Een goed systeem van identificeren is essentieel. Het afgelopen jaar zijn daarin flinke stappen gezet, zowel op het gebied van wetgeving (wetsvoorstel digitale overheid) als op het gebied van inlogmiddelen en machtigingsvoorzieningen. Heel belangrijk, want zo kunnen burgers en ondernemers veilig zakendoen met de overheid.”
Wie zijn de mensen in de zaal? Van welke overheidsorganisaties komen ze? Een rondje inventariseren met de Mentimeter leert dat de meesten komen van departementen en gemeenten. Uitvoeringsorganisaties zijn ook goed vertegenwoordigd. Van de provincies is één persoon aanwezig. “Ik reken het tot mijn persoonlijke verantwoordelijkheid dat er de volgende keer van elke provincie iemand is”, zegt hij onder applaus.
Digitale identiteit
Aan de hand van stellingen gaan deelnemers vervolgens in gesprek met elkaar en met de inleiders. Ze kunnen kiezen uit de stellingen:
• De overheid is de enige partij die digitale identiteit verleent in het publieke domein.
• De overheid moet alleen kaderstellend zijn, private partijen kunnen het prima zelf.
De eerste stelling krijgt iets meer bijval dan de tweede (33 tegen 28), maar voor beide stellingen valt iets te zeggen. De vraag is gelaagd, zegt iemand in de zaal. “Het is goed denkbaar dat zo’n middel in het private domein wordt ontwikkeld, maar dat de overheid de eisen en de kaders stelt.”
Is de overheid er verantwoordelijk voor dat alle mensen digitaal vaardig worden? Of is het voldoende om ervoor te zorgen dat burgers aan hun verplichtingen kunnen voldoen? De zaal kiest met grote meerderheid voor de tweede optie. Ducastel zegt: “De overheid is er niet voor verantwoordelijk dat mensen administratief vaardig zijn, maar we kunnen wel de voorzieningen zo laagdrempelig mogelijk maken.”
Zorgen
Tot slot inventariseert Zwart wat de grootste zorgen zijn van de deelnemers ten aanzien van digitalisering. Dat levert een verdeeld beeld op. Veel genoemd wordt het risico op versnippering: dat de digitale dienstverleningsfaciliteiten van verschillende overheden en uitvoeringsorganisaties niet op elkaar aansluiten. Werken vanuit de maatschappelijke opgave. De gebruiker centraal. Dat zijn de uitgangspunten, maar hoe krijg je het in de praktijk voor elkaar? NL DIGIbeter geeft aangrijpingspunten. Het begin is er. De Agenda Digitale Overheid – NL DIGIbeter wordt elk jaar geactualiseerd en stapsgewijs verder ontwikkeld en uitgevoerd.