Digitale weerbaarheid

‘Als het gaat om digitale technologie zijn we te afhankelijk’

Onze samenleving wordt steeds meer gedicteerd door onze digitale infrastructuur en data, die veelal door big-techbedrijven uit niet-Europese landen worden beheerd en ontwikkeld. Worden we te kwetsbaar door deze grote digitale afhankelijkheid? Wat doen we om onze digitale soevereiniteit te vergroten? En biedt dit ons ook economische kansen?

“Digitale afhankelijkheid is van invloed op ons verdienvermogen, op democratische processen en ecosystemen.” | Beeld: Shutterstock

Meer dan 90 procent van de westerse data worden gehost in de VS. De kern van onze digitale infrastructuur wordt geleverd door niet-Europese partijen. De digitalisering van onze samenleving heeft ons steeds afhankelijker gemaakt van big tech en grootschalige online marktpartijen buiten de EU. In geopolitieke conflicten wordt digitale technologie ook vaker als machtsmiddel ingezet en hebben we te maken met ransomware- en cyberaanvallen. Daarnaast staan onze democratie en culturele waarden onder druk; denk aan social media platformen die fake news verspreiden en verkiezingen beïnvloeden. Het zijn dit soort ontwikkelingen die het thema digitale soevereiniteit hoog op de agenda hebben geplaatst van Jos de Groot, directeur Digitale Economie bij het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Over de uitdagingen, risico’s en kansen gaat hij in gesprek met Claire Stolwijk, die als researcher & consultant bij TNO Strategic Analysis and Policy, overheden adviseert over dit soort vraagstukken.

“Het is voor ons verdienvermogen van belang om toegang te hebben tot geharmoniseerde data en de cloud-infrastructuur.”

Hoe kwetsbaar zijn we in Nederland geworden door deze digitale afhankelijkheid?
Jos de Groot: “Vooropgesteld: niet iedere afhankelijkheid maakt ons kwetsbaar. Zo bestaat het digitale domein uit talloze onderlinge, wederzijdse afhankelijkheden die ons enorme voordelen bieden. Tegelijkertijd kunnen ongewenste, vaak eenzijdige afhankelijkheidsrelaties ons kwetsbaar maken, omdat bepaalde niet-Europese landen en technologiebedrijven onze publieke belangen, zoals eerlijke concurrentie, duurzaam verdienvermogen en weerbaarheid onder druk zetten. Als het gaat om data- en clouddiensten zijn we te afhankelijk geworden, signaleert ook de Europese Commissie. En die afhankelijkheid groeit nog ieder jaar. Door de aard van deze diensten krijgen we bovendien te maken met wetgeving met zogenoemde extraterritoriale werking, die soms in strijd is met onze Europese waarden en normen. Denk aan de US Cloud Act en Chinese Surveillance wetgeving, die onze soevereiniteit aantasten, omdat data ook door deze overheden opgevraagd kunnen worden zonder de benodigde waarborgen.”
Claire Stolwijk: “Dat klopt. Daarom is het zo belangrijk om Europese infrastructuren te ontwikkelen die niet onder dergelijke regulering vallen. Daarnaast is het voor ons verdienvermogen van belang om toegang te hebben tot geharmoniseerde data en de cloud-infrastructuur; als je bijvoorbeeld wilt innoveren met AI heb je onder meer grote geharmoniseerde datasets nodig. Maar dat wordt nu bemoeilijkt doordat data vaak worden opgeslagen in silo’s van big-techpartijen.”

Waar ligt de eerste behoefte bij overheden?
De Groot: “Als beleidsmakers vinden we het belangrijk om op basis van een zorgvuldige analyse proportionele maatregelen te kunnen treffen. Hiervoor zijn goede data essentieel. Daarnaast is het voor de effectiviteit, efficiency en draagvlak van de maatregelen essentieel om dit te doen met relevante partijen zoals wetenschap, bedrijfsleven en kennisinstellingen.”
Stolwijk: “Digitale afhankelijkheid is van invloed op ons verdienvermogen, op democratische processen en ecosystemen. Het is een heel complex onderwerp dat vraagt om inzicht en kennis van zowel beleid als technologie, maar ook van nieuwe businessmodellen voor innovatieve technische oplossingen. Daarom is de samenwerking die Jos schetst tussen de diverse stakeholders en de overheid zo belangrijk.”

Welke kansen zien jullie om onze digitale onafhankelijkheid terug te krijgen?
De Groot: “Voor ons is digitale onafhankelijkheid geen doel op zich, maar een middel tot het borgen van onze publieke belangen. Daarvoor zetten we in op een breed palet aan instrumenten, zoals het stimuleren van onze capaciteiten via onder meer Groeifonds, Topsector ICT en IPCEI, en daarnaast regulering via wet- en regelgeving, zoals Digital Service Act, Cybersecurity Act, en het Wetsvoorstel Ongewenste Zeggenschap Telecommunicatie.”

“Gaia-X bevordert de interoperabiliteit en portabiliteit, waardoor je gemakkelijk kunt switchen tussen clouddiensten.”

International Data Spaces (IDS )en Gaia-X zijn Europese initiatieven om onze digitale soevereiniteit te versterken. Waarom zijn ze belangrijk?
Stolwijk: “Omdat ze eindgebruikers zeggenschap geven over de data. Dat is belangrijk om mensen en organisaties minder afhankelijk te maken van grote big-techplatformen. Het doel van Gaia-X is om schaalbaarheid van de datadeelinfrastructuur in Europa te bewerkstelligen door interoperabiliteit tussen de verschillende clouddiensten te realiseren. Dit wordt bereikt door het ontwikkelen van gemeenschappelijke standaarden en juridische kaders voor de digitale infrastructuur. Met behulp van initiatieven als Gaia-X en IDS kunnen er Europese infrastructuren ontstaan die niet onder de US Cloud Act vallen, die Jos eerder noemde. Daarnaast bevordert Gaia-X de interoperabiliteit en portabiliteit, waardoor je gemakkelijk kunt switchen tussen clouddiensten. Voor Gaia-X zijn in diverse Europese landen al hubs opgezet, waaronder in Nederland, mede op initiatief van EZK. Ook IDS wordt al in diverse domeinen toegepast om het uitwisselen van gegevens veiliger en efficiënter te maken.”

Wat kunnen we nu concreet doen om onze digitale onafhankelijkheid in een stroomversnelling te brengen?
De Groot: “Een ‘quick fix’ is er niet. Er zal door Nederland, de Europese Commissie en alle EU-lidstaten samen en op vele fronten tegelijk moeten worden gewerkt aan oplossingen. En die oplossing bestaat uit nieuwe wetgeving en het ontwikkelen van Europese alternatieven via investeringen met staatsteun. Alleen door meer en beter samen te werken in Europa creëren we de benodigde schaal om hiermee succesvol te zijn.”

Hoe kan TNO overheden hierbij helpen?
Stolwijk: “We doen dat al op drie niveaus. In de eerste plaats door overheden te adviseren over beleidsoplossingen. Naast het bieden van advies over regulering en andere instrumenten, orkestreren we innovatie­programma’s. Tevens werken onze technische collega’s aan technologische oplossingen zoals 6G, kwantumtechnologie en Europese cloud-infrastructuren als Gaia-X. En tot slot werken we aan de ontwikkeling van nieuwe businessmodellen die bijdragen aan digitale soevereiniteit. Die drie ontwikkelingen zijn bij TNO onlosmakelijk met elkaar verbonden.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren