Alternatieve feiten
In mijn vorige columnjaar schreef ik over verwarrende informatie en de verantwoordelijkheid van journalisten om te zorgen voor essentiële informatie van goede kwaliteit. Een gedeelde verantwoordelijkheid, want die geldt natuurlijk ook voor diegenen die vaak de bron zijn van het nieuws; politici, wetenschappers, bedrijven en openbare instituties.
De feiten en meningen die organisaties verspreiden moeten te onderbouwen zijn. De situatie over mogelijk gebrek aan kwaliteit van het nieuws is inmiddels urgent; het nepnieuws heeft zijn intrede gedaan. Dankzij de staf van Trump kennen we ook het fenomeen ‘alternatieve feiten’. Presidenten die zich bedienen van Twitter en de waarheid naar eigen hand zetten. Geen geen beker die aan Nederland voorbij gaat. Het conflict met Turkije laat dat zien.
Bij verkiezingen zien we dat menig journalistiek vuur wordt opgestookt door gebruik te maken van meningen van politici die zij niet onderbouwen. De democratie begint op zijn fundament te trillen als de basis voor het functioneren vertroebelt door leugen en bedrog. Angst voor het aan de kaak stellen van politici is een zwaktebod; als cartoonisten niet meer durven tekenen wat zij met een prent tot uitdrukking willen brengen, dan mag je stellen dat er echt een probleem is. Hoe behouden democratieën de basis van hun functioneren; de beschikbaarheid van betrouwbare informatie? Een fundamentele vraag ten tijde van verkiezingen in eigen land, maar ook in internationaal opzicht. Een essentiële schakel vormen journalisten die de tijd krijgen voor waarheidsvinding en goede journalistiek en feitencheckers die zin en onzin ontzenuwen.
Bezuinigingen op het omroepbestel en ingrepen in redacties van kranten na fusies en overnames maken het moeilijk om serieuze onderzoeksjournalistiek te bekostigen. En soms lijkt het alsof kijkers en lezers er niet meer op uit zijn. Ze willen zelf meningen verkondigen en deinzen er niet voor terug om luidruchtig te roepen ‘dat er naar ons geluisterd moet worden’. En dat is dan het nieuws in talkshows. Wat er dan gezegd moet kunnen worden waardoor de kijker eventuele essentiële informatie kan krijgen, blijft vaak onduidelijk. Maar dat lijkt geen probleem als er maar lawaai is en er polarisatie plaats kan vinden zodat er een spel van winnaars en verliezers gespeeld kan worden.
Ik maak me zorgen als het gaat om het behoud van checks en balances in onze democratie en de rol van journalistiek en de kwaliteit van media. Daar ligt een publiek belang; het brengen van betrouwbare informatie door een zorgvuldige journalistiek met een onafhankelijke opstelling. Nederland, let op uw zaak!