Amsterdam lanceert actieplan om jongeren online te beschermen

Dat jongeren online meer bescherming nodig hebben, is een besef dat diep is doorgedrongen in de samenleving. Maar is daar op gemeenteniveau wat aan te doen? Amsterdam meent van wel. Met een actieplan probeert de gemeente het hef in handen te nemen.
Gedeelde verantwoordelijkheid
Het Actieplan 2025-2026 Online Leefwereld Jongeren is een initiatief van burgemeester Halsema, wethouder Scholtes (ICT en Digitale Stad), wethouder Moorman (onderwijs, jeugd) en wethouder Mbarki (jongerenwerk, sport en bewegen). Het bijbehorende programma maakt deel uit van de Agenda Digitale Stad.
Door technologie staan de veiligheid, gezondheid en rechten van jongeren onder druk. Voor kinderen en jongeren die opgroeien in kwetsbare situaties, gelden de negatieve gevolgen van online zijn mogelijk nog sterker. ‘Zij verdienen een online omgeving die hun welzijn ondersteunt in plaats van schaadt en een overheid die hen en hun omgeving hierin ondersteunt,’ schrijft het college. Dat is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de sociale media platformen, maar ook voor opvoeders en overheden.
Taak van de gemeente?
De negatieve effecten vertalen zich naar concrete gevolgen op lokaal niveau en naar directe impact op het fysieke en sociale leven van Amsterdamse jongeren, bijvoorbeeld doordat er meer conflicten op scholen en in buurten ontstaan, of door psychische klachten onderen jongeren, verslaving en cybercriminaliteit. De gemeente heeft een netwerk (welzijnswerkers, scholen, jongerenwerk, politiek) dat snel kan handelen. De toenemende maatschappelijke kosten maken de noodzaak om in te grijpen nog groter.
Maar wat kun je concreet als gemeente beginnen? Amsterdam kiest voor vier actielijnen. De eerste is aansluiten bij de leefwereld van Amsterdamse jongeren (in het actieplan ben je jong tot 23 jaar), voor wie de scheidslijn tussen offline en online al lang is vervaagd. Door middel van een onderzoek naar schermgebruik, kennisuitwisseling met kennisinstellingen en het monitoren van trends in de trendmonitor Jong InZicht, wil de gemeente de eigen kennis vergroten. Ook worden jongeren en hun omgeving betrokken om in Connect, het jongerenontwerplab van het Programma Online Leefwereld, vraagstukken van de online leefwereld en de stad op te pakken. Tot slot komt er een nieuwe mediastrategie om jongeren tussen 14 en 18 jaar online te bereiken. Hiervoor worden – paradoxaal genoeg- de socialemediaplatformen Instagram, Threads en Snapchat ingezet.
Passende hulp
De tweede actielijn is beschermen en reguleren. Zolang de platforms of techbedrijven hun verantwoordelijkheid niet nemen, wil het college met beleidsbeïnvloeding aan de gang om de negatieve effecten van met name smartphones en sociale media tegen te gaan. Waar het misgaat, staat er passende hulp klaar. Hiervoor werkt de stad samen met Helpwanted. In netwerken als de Cities Coalition for Digital Rights en EUROCITIES werkt Amsterdam op Europees niveau aan scherpere regelgeving en betere handhaving.
Reclame beperken
Is het dan niet gek dat er regelmatig advertenties voor sociale media en het gebruik van tieneraccounts door kinderen onder 13 jaar door de hele stad hangen? Het college vindt van wel en verkent de juridische mogelijkheden om dit soort reclame in de openbare ruimte te beperken in Amsterdam.
Het college wil verder een extra impuls geven aan de activiteiten van gemeente en maatschappelijke organisaties die jongeren beschermen tegen negatieve (online) dynamieken. De stad doet mee aan verschillende projecten die zich bijvoorbeeld inzetten tegen online vrouwenhaat en discriminatie. Ook meent men dat technologieën als AI deel van de oplossing kunnen zijn, bijvoorbeeld door ongewenste naaktbeelden snel online te vinden.
Smartphonevrij leven
Geen sociale media tot 15 jaar? De nieuwe landelijke overheidslijn is mooi, maar de praktijk is weerbarstig. Het college zet met de derde actielijn in op bewustwording onder opvoeders, maar realiseert ook zich dat normverschuiving tijd kost. Concreet wordt gewerkt aan interventies om schermgebruik te verminderen, zoals Digital Detox: Disconnect to Reconnect, een project van ontwerpcollectief Scrollscrollscroll om bijvoorbeeld brugklassers met challenges te verleiden om van hun smartphone af te blijven. Ook steunt de gemeente bestaande initiatieven, zoals Smartphonevrij opgroeien. Het rijk ontwikkelt momenteel een bewustwordingscampagne voor opvoeders. Amsterdam bekijkt of het nuttig is om de campagne is uit te breiden naar andere doelgroepen en kanalen.
Van je smartphone afblijven is het makkelijkst als er iets anders te doen is. Het actieplan beschrijft wel het voornemen om offline alternatieven te stimuleren, maar maakt dat nog niet concreet.
Preventie-activiteiten opschalen
De vierde actielijn is zo op het oog het makkelijkst te realiseren: het vergroten van de digitale weerbaarheid van jongeren door de kennis en vaardigheden van henzelf en van opvoeders en professionals te vergroten. Er zijn bijvoorbeeld preventie-activiteiten van de GGD en OKT (Ouder- en Kindteam) over gezond schermgebruik en weerbaarheid, die kunnen worden opgeschaald. Programma’s als TUMO, waar kinderen na school bijvoorbeeld iets leren over gamedesign en programmeren, en de maakplaatsen in de OBA laten kinderen en jongeren kennismaken met de positieve kanten van technologie. Ook komt er een nieuwe lesmodule voor docenten.
Het college schrijft dat er structurele aandacht moet zijn voor al dit soort maatregelen. Tegelijkertijd weet de gemeente ook dat haar invloed beperkt is: ‘Het college erkent dat haar invloed binnen dit complexe probleem beperkt is, maar dat ontslaat Amsterdam niet van verantwoordelijkheid. Streef binnen de mogelijkheden naar maximale impact en blijf leren en bijsturen waar nodig.’
Lees ook: