Buitengewoon opsporingsambtenaren van gemeenten, vervoersbedrijven en natuurbeheerders gaan nog vaak de fout in met persoonsgegevens. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) constateert dat de Wet politiegegevens (Wpg) nog niet goed wordt nageleefd.
De werkgevers van boa’s zijn verantwoordelijk voor het toezicht op het werk van hun boa’s, schrijft de AP. “Zij zijn verplicht om elke 4 jaar een externe audit te laten uitvoeren. Een rapportage van deze externe audit moeten zij aan de AP sturen. Dit staat in de Wpg, waarop de AP toezicht houdt.”
Grote invloed op levens
Een boa kan volgens de toezichthouder met proces-verbalen grote invloed hebben op het leven van een persoon, omdat ze speciale bewijskracht hebben in het strafrecht. De geregistreerde gegevens kunnen worden opgenomen in een persoonsdossier of gebruikt worden voor een beoordeling van een aanvraag voor een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG). “Het registreren van onjuiste informatie of een onzorgvuldige omgang met deze informatie, kan ertoe leiden dat iemand ten onrechte geen VOG kan krijgen.”
Boa-werkgevers waaronder gemeenten zijn eind 2025 opnieuw verplicht om een externe audit te laten uitvoeren naar de omgang met persoonsgegevens. Wanneer zij niet goed genoeg voldoen aan de wetgeving, kan de AP besluiten een handhavende maatregel op te leggen.“Tegen die tijd hebben deze organisaties meerdere jaren de tijd gehad om te voldoen aan de beheersingsmaatregelen. De AP gaat er bij die ronde daarom van uit dat de boa-werkgevers conform de Wpg omgaan met persoonsgegevens en dit met de audit kunnen aantonen.”
‘Er moet nog veel gebeuren’
Katja Mur, bestuurslid AP, geeft aan dat de resultaten van de audits laten zien dat veel boa-werkgevers hun zaken beter op orde hebben. Maar tegelijk moet er ook nog veel gebeuren. “Alle mensen die te maken krijgen met boa’s, moeten erop kunnen vertrouwen dat die boa’s goed met hun gegevens omgaan. Ik ga ervan uit dat boa-werkgevers bij de volgende audit kunnen laten zien dat ze hun zaken helemaal op orde hebben.”