Vluchtelingen hebben gewoon een smartphone. Kunnen zij niet ook met digitale middelen worden geholpen om hun draai te vinden in de Nederlandse samenleving? Het is tijd voor apps!
Vluchtelingen in het AZC in Ter Apel (Foto: Directie Voorlichting VenJ).
Wat hebben ambtenaren, burgers en vluchtelingen met elkaar gemeen? Ze hebben allemaal een smartphone. Wat bestaan er voor mogelijkheden om het huidige vluchtelingenvraagstuk te verlichten met apps? Op het tweedaagse congres Overheid 360, dat onlangs in Utrecht plaatsvond, wijdde VNG/KING een masterclass aan die vraag. Daarna vond een workshop plaats geleid door PinkValley, het platform van PinkRoccade voor vernieuwing van overheidsdienstverlening via de ontwikkeling van apps.
Wifi
“Ik heb een aantal dagen als vrijwilliger gewerkt op de crisisopvang in mijn gemeente”, vertelde Mariska Kastelic tijdens de masterclass. Kastelic is ambtenaar ruimtelijke ontwikkeling in Leidschendam-Voorburg. “Toen ik daar voor het eerst binnenkwam, wist ik niet wat is meemaakte. Kort na aankomst van vluchtelingen was het al een komen en gaan van bezorgers die de meest uiteenlopende bestellingen kwamen brengen, tot aan pizza’s toe. De vluchtelingen zorgden voor zichzelf en dat konden ze omdat ze online zijn.” Wifi is voor vluchtelingen minstens zo belangrijk als bed, bad en brood. En misschien zijn er wel ondernemers onder de vluchtelingen die hun bedrijf ‘in the cloud’ zouden kunnen en willen voortzetten, zo werd tijdens de masterclass geopperd.
Geen doorstroming
Van een heel andere orde is de huisvesting van statushouders, of beter ‘vergunninghouders’, zoals ze sinds kort heten. “In onze gemeente zitten we met hetzelfde probleem als veel andere gemeenten: mogelijke verdringing van mensen die al geruime tijd op de wachtlijst staan door vergunninghouders die voorrang krijgen omdat het hoog tijd is dat ze de tijdelijke asielopvang verlaten. Er is te weinig doorstroming om nieuwkomers zonder problemen te huisvesten.” In Leidschendam-Voorburg is de problematiek net als in andere gemeenten schrijnend omdat de huisvestingstaakstelling voor vergunninghouders per gemeente is opgelegd, terwijl de woningmarkt regionaal is georganiseerd.
“We weten eigenlijk veel te weinig van zowel vergunninghouders als de zittende bewoners van sociale huurwoningen. Te weinig om vraag en aanbod te kunnen matchen”, aldus Kastelic. Zo zou het best kunnen zijn dat zittende huurders liever wat kleiner zouden willen gaan wonen of gelijkvloers, of goedkoper, en dat hun woning dus vrijgespeeld zou kunnen worden voor mensen op de wachtlijst. “En het kan ook zijn dat vergunninghouders helemaal niet in Voorburg willen wonen, maar bijvoorbeeld liever dichterbij familie, vrienden of de opvang waar ze al jaren hebben gewoond. Die wensen zouden ook in kaart moeten worden gebracht, landelijk en digitaal.”
“De toewijzing ligt helemaal bij de corporaties”, zei Kastelic, “Maar ik heb het idee dat zij heel weinig weten over de wensen en behoeften van zittende bewoners. Bovendien komt het ook wel voor dat een woning langer leegstaat dan nodig is. Er valt wel wat te winnen met een betere informatievoorziening, vermoed ik.”
Mijnenveld
Als er één ding duidelijk werd tijdens de masterclass, was het wel dat wie een app wil ontwikkelen die vluchtelingen iets te bieden heeft – een soort digitale ‘blije doos’ – al snel verzeild raakt in een mijnenveld van politieke keuzes en implicaties. Is het niet te stigmatiserend? Hoe goed mogen vluchtelingen eigenlijk geholpen worden? Wie mag welke data beheren? Maar ook: wie heeft nu eigenlijk het hardst een app nodig als het om het vluchtelingenvraagstuk gaat: burgers, ambtenaren, vluchtelingen of vergunninghouders? “Zaanstad vangt veel vluchtelingen op”, vertelde gemeentesecretaris Jan van Ginkel tijdens de masterclass die hij presenteerde. “Ik maak me wel eens zorgen over de belastbaarheid van de vrijwilligers die daarbij helpen. Misschien moet het hier wel gaan om ondersteuning van juist die mensen.” Dat leverde de suggestie op voor een ‘Tinder-app’ om meer vrijwilligers op de been te brengen en ze als buddies te matchen met individuele vluchtelingen.
Aandachtspunten uit de masterclass
De vier belangrijkste aandachtspunten op het gebied van informatiemanagement bij asielbeleid, gedefinieerd door de deelnemers aan de masterclass met jan van Ginkel:
- Gegevensuitwisseling tussen verschillende partijen in het proces om zo een warme overdracht mogelijk te maken van asielzoeker naar statushouder.
- De app voor vluchtelingen.
- Platform ten behoeve van informatie-uitwisseling tussen verschillende partijen. Bijvoorbeeld over huisvesting of vrijwilligersmanagement.
- Lobby: behandel de asielzoeker als statushouder.
Klantreis
Het begrip ‘klantreis’ doet de laatste tijd opgeld in de marketingwereld. Het is een grafische weergave van de stappen die een klant zet en de gevoelens, wensen en behoeftes die hij daarbij ervaart. Zo’n klantreis, gemaakt in opdracht van de NS, heeft het inzicht opgeleverd dat de meeste reizigers een soort belevingsdip hebben zodra een station betreden.
Een presentatie van die NS-klantreis inspireerde op de workshop van PinkValley, die volgde op de masterclass van KING, de bezoekers van de bijeenkomst tot het idee om het dagprogramma van asielzoekers in de opvang te onderzoeken en zo hun dips en behoeften te peilen. “Dan weten vrijwilligers preciezer wanneer de beste tijd is om een potje te gaan voetballen”, aldus een aanwezige.
Informatievoorziening
Het huisvestingsvraagstuk van Voorburg-Leidschendam dook ook weer op bij de workshop. Corporaties in Haaglanden zijn weliswaar druk bezig met de vraag hoe de sociale voorraad het beste kan worden uitgebreid, maar vooralsnog is de bestaande voorraad nauwelijks bereikbaar voor nieuwkomers. Dat geldt niet alleen voor erkende vluchtelingen die dringend een woning hebben maar zeker ook voor woningzoekenden die soms al vier jaar op een lijst staan voor een sociale woning. “De toewijzing ligt helemaal bij de corporaties,” aldus Mariska Kastelic. “Maar ik heb het idee dat zij heel weinig weten over de wensen en behoeften van zittende bewoners. En ook over de voorkeuren van woningzoekenden, waaronder vergunninghouders, is niet zoveel bij hun bekend. Bovendien komt het toch wel voor dat een woning langer leegstaat dan nodig is. Er valt wel wat te winnen met een betere informatievoorziening, vermoed ik.”
’Het Blok’
Een app alleen maar als instrument om data te verzamelen komt nogal kaal en onaantrekkelijk over. De organisatoren van de dag stond in elk geval meer voor ogen. “De beste innovaties ontstaan als je mensen samen zet. Dat is dan ook precies wat we tijdens deze PinkValley workshop doen: een platform bieden om samen ideeën rondom de vluchtelingenproblematiek te bespreken. Ideeën bij voorkeur gebaseerd op praktijkervaring, want daar zit de echte pijn.” Met die sympathieke tekst kondigde Pink de bijeenkomst aan. In dat licht wat het enigszins bevreemdend dat er welgeteld één vluchteling aanwezig was op het evenement.
Deelnemers aan de app-workshop, die volgde op de masterclass, bogen zich over het huisvestingsprobleem waarmee Leidschendam-Voorburg kampt. Dat leverde het idee op om een app in te richten voor starters op de sociale woningmarkt – vluchteling of niet – die samen een leegstand pand willen omklussen tot woningen. Inspiratiebron was het tv-programma Het Blok, een kluscompetitie . Via die app vinden zij elkaar en professionals uit de sociale woningbouw en gemeenten, Ze kunnen er leegstaande panden nomineren, zien welke panden er al klusbaar zijn en in hun persoonlijke profiel aangeven welke kluskwaliteiten zij zelf in huis hebben.
Whizzkids
Intussen wemelt Facebook van de pagina’s bedoeld om asielzoekers wegwijs te maken en Nederlanders en asielzoekers met elkaar te verbinden. Het rode kruis lanceerde een half jaar geleden de Refugee Buddy, een app die vluchtelingen tijdens de eerste periode van hun verblijf in Nederland voorziet van informatie over hun verblijfplaats, faciliteiten in de buurt en relevant nieuws. Maar de overheid laat zich nog niet zien in de cloud, als het om vluchtelingen gaat. Misschien eens een workshop met Syrische whizzkids organiseren in de werkkamer van Klaas Dijkhoff?
Wéér een typisch voorbeeld van de verapping van de maatschappij. Vanuit een veronderstelde behoefte meteen doorschieten naar een app.
Wifi is een stukje communicatie-technologie. Niets anders. En ja, je mag veronderstellen dat hotspots wordt aangeboden, als die er niet al gewoon zijn.
En lang niet alle vluchtelingen hebben een smartphone.
Wel eens gevraagd of ze daar behoefte aan hebben?
‘Klantreis’? Die marketingkreet bestaat al jaren. Net zoals ‘Klantbeeld’.
Waarom moeten vluchtingen nu ook weer slachtoffer worden van vermarkting? In wiens belang is dat?
Wel eens gevraagd of vluchtelingen daar behoefte aan hebben?
Vluchtelingen zélf zeggen behoefte te hebben aan veiligheid, zekerheid en een stukje toekomst.
Voor hoe het ook ánders kan, kijk eens naar het Duitse initiatief van kiron.ngo/