Het antwoord op de vraag of de Belgen het beter doen (sinds 2003 nogal heftig verkondigd) lijkt tien jaar later te schuilen in een post-impressionistisch korenveld.
De Standaard berichtte onlangs dat het Belgisch Staatsblad op één dag bijna 2650 pagina’s met nieuwe regels en bepalingen had gepubliceerd. Een record. Vorig jaar had het Belgisch Staatsblad afgesloten met 89.077 pagina’s. Dat was toen ook een record. Wanneer het huidige tempo doorzet, passeert dit jaar het aantal pagina’s de 100.000. En dat is dus opnieuw een record. Qua verlichting van de regeldruk doen Belgen het dus niet beter, althans niet beter dan ze het een jaar terug deden.
Wie per trein van Leiden naar Antwerpen wil, betaalt (met korting tot aan de grens) € 15,60. Hetzelfde traject in omgekeerde richting kost (met korting vanaf de grens) € 19,10. De Belgische spoorwegen zien dat verschil als ‘persoonlijke assistentietoeslag’. Voor een flitstrein is deze zelfs twee maal zo hoog en telt men € 7,— extra neer voor ‘assistentie’ door een lokettist. Men is op de balie aangewezen, want de Belgische kaartautomaat kent geen Leiden. De toeslag is wel te vermijden, en wel door vooraf te boeken via internet, maar daar heeft men niks aan als men op het station staat. In Nederland is een kaartje kopen aan het loket ook € 3,50 duurder, zij het vanwege ‘administratiekosten’. Hier kan men echter zonder meerprijs uitwijken naar de automaat. Die kent Antwerpen – en een aantal andere Belgische (en Duitse en zelfs Franse) plaatsen – wel. Qua treinkaartautomaten doen de Belgen het dus niet beter. Niet beter dan vóór 2010 (toen de toeslag werd ingevoerd) en niet beter dan ‘wij’.
Het Belgische openbaar vervoer biedt meer opmerkelijks. Zo verscheen pas het bericht dat van de boetes die vorig jaar zijn opgelegd wegens overtreding van het rookverbod in treinen en op stations, zeventig procent niet was betaald. Eerder meldden media dat van de 37.203 bekeuringen, die de Vlaamse openbaarvervoermaatschappij De Lijn in 2010 had uitgeschreven wegens zwartrijden, maar 48 procent was geïnd.
Je hoeft niet per bus of trein te reizen om aan Belgische handhaving te ontglippen. Van circa 420.000 jaarlijks opgelegde verkeersboetes, worden er zo’n 200.000 direct en 80.000 na aanmaning voldaan. De rest, een derde dus, gaat naar Justitie en wordt daar geseponeerd. Belgen doen het beter dan tien jaar geleden, want toen was het nog de helft.
Overigens doen flitspalen langs de A12 tussen Antwerpen en Brussel het amper. Oorzaak: capaciteitsgebrek bij de politie. Het zijn nog analoge camera’s en er zijn geen dienders beschikbaar om er een nieuw filmrolletje in te stoppen.
Onlangs kregen 12.000 Belgen een aanmaning van de federale overheidsdienst Financiën, want er stond nog een schuld open. Deze moest binnen acht dagen worden betaald. Wie in gebreke bleef, zou worden geconfronteerd met ‘de nodige maatregelen’ om de openstaande schuld te vereffenen. Toch hoefde niemand de deurwaarder te vrezen. De hoogte van de schuld, zo vermeldde de aanmaning accuraat, bedroeg € 0,00.
De staat van de e-overheid laat zich niet uitsluitend afmeten aan hoe de handhaving functioneert, al valt er wat te zeggen voor de veronderstelling dat het eigen belang dat een overheid bij effectieve handhaving heeft, ertoe zal inspireren daar de nodige energie in te steken. Voor wie het toch breder wil zien, is het periodiek uitgevoerde ‘E-Government Survey’ van de Verenigde Naties een aardige bron. Dat maakt van de ontwikkeling van de e-overheid in zo’n 190 landen ‘World e-government rankings’. Belgen zitten steeds in de top-25 en doen het dus beter dan ruim 165 andere landen. Voor de bredere blik gaan hun scores hieronder vergezeld van de ‘onze’.
Jaar | België | Nederland |
---|---|---|
2003 | 23 | 11 |
2004 | 16 | 11 |
2005 | 18 | 12 |
2008 | 24 | 5 |
2010 | 16 | 5 |
2012 | 24 | 2 |
Dit stukje is een spin-off van een interview met Arre Zuurmond, die in 2003 met anderen de initiatiefgroep ‘De Belgen doen het beter’ oprichtte, aanstonds ombudsman voor Amsterdam en omstreken wordt en in dat vraaggesprek stelde dat Belgen het ‘nog altijd beter’ doen. Geconfronteerd met enig ongeloof, gevoed door bovenstaande feiten, liet hij er een nuancering op volgen. “Een goed verhaal hoeft niet waar te zijn. Het moet inspireren en duiding geven. Als Van Gogh een korenveld schildert, is dat empirisch niet ‘waar’. Een foto is echter,” zei Zuurmond. “Maar dat schilderij zegt wel véél meer.”
Bekende Zuurond hier tien jaar na dato dat zijn initiatiefgroep een beeld had geschetst dat niet klopte? Nee, zegt hij. Zeker, de Rijksdienst voor het Wegverkeer en het Centraal Justitieel Incassobureau zijn ‘best practices’ en dat de fiscale sector in België dat niet is, was tien jaar terug al helder. Maar waar de zuiderburen ook al tien jaar een elektronische ID-kaart hebben, is het in Nederland nog altijd wat hij noemt ‘eNIKS’, en het ‘beter doen’ zit hem bij de Belgen vooral in de informatievoorziening in de sociale zekerheid. “Daar was het verhaal destijds op gebaseerd en dat is nog steeds heel erg waar, ook feitelijk. De Kruispuntbank heeft 1,7 miljard aan administratieve lasten verlicht, per jaar, heeft door fraudebestrijding crca twee miljard aan extra inkomsten voor de overheid gegenereerd en doet heel veel aan proactieve dienstverlening.” Misschien komt het dan doordat de Verenigde Naties veel naar fiscus, voertuigregistratie en justitiële incasso kijken, dat ‘wij’ bij Ban Ki-moon op nummer 2 staan.