Digitalisering en democratie
Blog

Beperkte openbaarheid van informatie bij rampen

Bijmerramp flatgebouw
De flats Groeneveen en Klein-Kruitberg vlak na de Bijlmerramp op 4 oktober 1992

Er zijn van die momenten dat je nog precies weet waar je was, hoe het voelde. Zondagavond 4 oktober 1992, net na 18.30 uur. Ik zat in de metro in Amsterdam, ter hoogte van de Wibautstraat, en om mij heen zag ik plotseling totale paniek ontstaan. Er zou een vliegtuig neergestort zijn in Amsterdam Zuid-Oost, midden in de Bijlmer. Om mij heen mensen die niet wisten hoe het met hun familie of geliefden ging, wat er exact gebeurd was. Wat een impact.

Voor heel veel mensen geldt diezelfde impact rondom de Bijlmervliegramp nog steeds, elke dag. Nog steeds weten veel mensen niet wat er precies is gebeurd en blijven vragen onbeantwoord. Zeker bij dit soort hele heftige gebeurtenissen komt het helaas voor dat niet op alle vragen een antwoord te geven is. Soms ontbreekt daarvoor de informatie. En soms is de informatie die er wel is niet zomaar toegankelijk.

Niet alle informatie die ontstaat bij rampen, zou voor betrokkenen en nabestaanden per definitie beperkt openbaar moeten blijven.

Juist daarom is het zo belangrijk om openbaarheid van overheidsinformatie, die er van dit soort gebeurtenissen bewaard blijft, goed af te wegen. En bij de bepalingen de factor tijd mee te nemen. Zaken die nu nog heel spannend of belangrijk zijn, kunnen later in de tijd een stuk minder spannend of belangrijk zijn. Het ‘waarom’ van het beperkt openbaar zijn van informatie verandert ook mettertijd.

Het verdrag van Chicago heeft als doel de internationale luchtvaart te regelen. Het heeft ook een belangrijke functie bij vliegtuigongevallen. Het biedt bescherming aan betrokken personen om daadwerkelijk volledig vrijuit te kunnen spreken over al hun bevindingen rondom (de oorzaak van) een vliegtuigramp als deze. Dit maakt dat je écht kunt leren van een verschrikkelijke gebeurtenis zoals de Bijlmervliegramp. Dat is een groot goed.

Niet alle informatie die ontstaat bij rampen, zou voor betrokkenen en nabestaanden per definitie beperkt openbaar moeten blijven. Het is belangrijk dit elke keer opnieuw af te wegen, juist ook met die factor tijd in het vizier. Is het nu echt nog steeds zo dat informatie die ruim dertig jaar geleden zo belangrijk was, nog steeds niet gedeeld kan worden? Of kunnen we hier samen, met de bril van nu, naar kijken en tegemoet komen aan de reële behoefte van een nabestaande aan informatie? Zodat deze zelf de beschikbare informatie kan lezen en beoordelen en daarmee misschien een antwoord kan vinden op een al zo lang bestaande vraag? Laten we onszelf deze vraag elke keer stellen!

Deze blog is ook gepubliceerd als column in iBestuur Magazine #51 van juli 2024

 

Nabestaanden en andere belangstellenden krijgen 32 jaar na de Bijlmervliegramp inzage in archiefstukken over de dodelijke vliegtuigcrash. Een deel van het tot dusver geheime archief wordt openbaar. Over de ramp leven nog altijd vragen en is in het verleden veel gespeculeerd.

De Nederlandse Archiefwet verplicht de overheid tot het zoveel mogelijk openbaar maken van informatie. Het ministerie van Infrastructuur besloot echter dat openbaarmaking van het Bijlmerramparchief beperkt moest worden vanwege ‘het belang van de Staat of zijn bondgenoten’ en het hele archief over de Bijlmerramp 75 jaar lang gesloten te houden. Pieter Omtzigt verzocht het ministerie vorig jaar de geheimhoudingstermijn op 25 jaar te zetten. Want al is de ramp al uitvoerig onderzocht, veel vragen bleven onbeantwoord, schrijft NRC.

  • Vincent Hoek | 11 september 2024, 21:27

    Federatieve Data Spaces en Adaptieve Architectuur zouden een cruciale rol kunnen spelen bij de oplossing van dit vraagstuk. Met een systeemgerichte benadering voor het beheren en toegankelijk maken van informatie op een veilige en verantwoorde manier. Het is een referentie architectuur die ten eerste uitgaat van Decentralisatie en Autonomie. Dankzij Domeingebaseerd Eigenaarschap kunnen de verschillende betrokken instanties (zoals gemeenten, gezondheidsdiensten en – in dit geval – luchtvaartautoriteiten) hun eigen data producten met betrekking tot de ramp beheren. Deze decentrale aanpak zorgt voor een hogere kwaliteit en relevantie van de data, doordat degenen die het dichtst bij de informatie staan ook verantwoordelijk zijn voor het beheer ervan. Een tweede kenmerk zijn Autonome Teams. Instanties kunnen onafhankelijk werken en toch samenwerken via een federatief model, wat de ontwikkeling en toegankelijkheid van nieuwe dataproducten versnelt. Dit kan leiden tot een meer gestroomlijnde openbaarheidsprocedure waarin relevante gegevens tijdig worden vrijgegeven.
    De benodigde Schaalbaarheid en Flexibiliteit wordt gevonden in het inzetten op een Gedistribueerde Data Architectuur: Door een gedistribueerde aanpak kan de beschikbare informatie op een verantwoorde manier worden opgeschaald naarmate de behoeften groeien. Dit biedt de flexibiliteit om op aangepaste wijze om te gaan met de groeiende vraag naar informatie van de nabestaanden en betrokkenen. Zo kun je een Self-Serve Platform realiseren dat nabestaanden en betrokkenen in staat om zelf toegang te krijgen tot relevante informatie op basis van hun behoefte en de huidige tijdsomstandigheden onder de juiste checks & balances, zoals gefedereerde verificatie van credentials.
    Door Data niet langer als iemands eigendom te zien (great power comes with great responsibilities), kun je Data ook zien als grondstof voor Data Producten. Behandeling van informatie als een product waar teams verantwoordelijk voor zijn verhoogt de betrouwbaarheid en naleving van afspraken over transparantie. Door deze verantwoordelijkheid blijft de kwaliteit van de informatie hoog en voldoet deze aan de behoeften van de gebruikers. Als je alles dan ook nog eens onder Geünificeerde Governance plaatst met een afsprakenstelsel (bijvoorbeeld bewaakt door http://www.ishare.eu), ontstaat een federatieve governance structuur dat een raamwerk biedt voor naleving van regelgeving en standaarden, terwijl de flexibiliteit van de individuele teams behouden blijft. Het resultaat is Innovatie en Snellere Time-to-Market. Door namelijk autonomie en verantwoordelijkheid bij teams neer te leggen, kunnen nieuwe methoden voor het toegankelijk maken van informatie sneller worden ontwikkeld en geïmplementeerd. Dit resulteert in een kortere time-to-market voor het beantwoorden van nieuwe vragen en behoeften van de betrokkenen. Teams kunnen de aangeboden informatie ook continu verbeteren op basis van feedback en veranderende behoeften, wat een cultuur van continue verbetering en innovatie bevordert.

    Het toepassen van het concept van federatieve data spaces en een adaptieve data architectuur kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan de openbaarheid en toegankelijkheid van informatie over de Bijlmervliegramp. Door de decentralisatie en autonomie kunnen verschillende instanties hun eigen data effectief beheren, wat leidt tot hogere kwaliteit en relevantie. De schaalbaarheid en flexibiliteit van een gedistribueerde data architectuur stelt de organisatie in staat om in te spelen op de groeiende informatiebehoeften van de nabestaanden en betrokkenen. Ook zorgt een geünificeerde governance structuur voor consistentie en naleving van regelgeving, terwijl innovatie en snelle ontwikkeling mogelijk maken dat nieuwe informatiebehoeften snel worden bevredigd. Door deze aanpak kan een robuuste, responsieve en adaptieve data-architectuur worden gerealiseerd, die niet alleen klaar is voor de uitdagingen van vandaag maar ook voor die van de toekomst. Dit helpt nabestaanden toegang te krijgen tot de informatie die ze nodig hebben om antwoorden te vinden, zodat ze hun vragen kunnen beantwoorden en hun verlies kunnen verwerken. Kijk eens naar: https://docs.internationaldataspaces.org/knowledge-base/ids-ram-4.0

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren