Wat is er het afgelopen jaar goed gegaan als het gaat over de digitale transparantie van de overheid en wat kan beter?
Dat er nog een wereld te winnen valt als het gaat om openheid bij Nederlandse overheden en publieke instellingen wist ik als journalist al langer dan vandaag. Als de actualiteit over de ‘vrijgegeven’ dossiers in de affaire rond de kinderopvangtoeslag iets bewijst, is het dat wel.
Toch heb ik sinds ik begin 2019 mijn eerste werkdag had als directeur van Open State Foundation, ook bijzonder veel goede initiatieven en goede wil gezien als het gaat om digitale transparantie van de overheid.
Nu is het december en daarom permitteer ik mij bij wijze van eerste bijdrage voor iBestuur: jawel, een lijstje.
1. De opvallendste tegenvaller.
Nog geen drie weken was ik binnen in de wereld van open overheid of er waren verkiezingen voor de Provinciale Staten en de Waterschappen. Ik was nog niet klaar met me erover te verbazen dat niet de overheid maar mijn nieuwe collega’s een landelijk platform bouwden en onderhielden met de locaties van alle stemlokalen, of ik viel van mijn stoel omdat de uitslagen van die verkiezingen door veruit de meeste gemeenten niet als open data beschikbaar werden gesteld.
De verkiezingsuitslagen? Is dat niet een van de simpelste datasets om pro-actief en snel te ontsluiten? Is maximale transparantie op dit gebied vanuit democratisch oogpunt niet juist gigantisch relevant? En sowieso, is het niet al 2019?
Lang verhaal kort: samen met journalisten van de Volkskrant en Pointer zijn we twee weken bezig geweest die uitslagen alsnog als open data te verzamelen, in het juiste formaat te gieten en te analyseren. Resultaat: de voorpagina van de Volkskrant, beloftes van de minister om open data verplicht te stellen en gelukkig al veel betere resultaten bij de Europese Parlementsverkiezingen van twee maanden later.
2. Gedenkwaardigste gesprek.
‘Natuurlijk is transparantie belangrijk en zo. Maar ik hoor jou alléén maar de voordelen ervan opnoemen’, aldus iemand in een bijeenkomst over digitale openheid. Goed punt, ik neem sindsdien als het even kan dit fragment over Open Government uit Yes Minister op in presentaties. Stukje tegengeluid.
Maar dat was niet wat de gesprekspartner in kwestie bedoelde. De medewerker van een van onze overheidsinstellingen vond dat transparantie ook vaak veel gedoe gaf. ‘Zoals met die hele bonnetjesaffaire van Fred Teeven bijvoorbeeld. Zonder openheid heb je dit soort gedoe niet.’ Ben er nog steeds een beetje stil van.
3. De grootste meevaller.
Dat is toch wel de energie die er op veel plekken is om te werken aan meer transparantie, het beter faciliteren van gebruikers van open overheidsdata en het bevorderen van burgerparticipatie. Van het ministerie van Binnenlandse Zaken dat op diverse niveaus met het onderwerp bezig is en bovendien het Actieplan Open Overheid heeft omarmd, tot gemeenten met hun eigen transparantie-agenda’s, en uitvoeringsorganisaties die hard werken om u en mij meer te laten profiteren van overheidsinformatie en inzicht geven in geldstromen. Het is goed om te merken dat de bereidheid om samen te werken met een organisatie als de onze vaak groot is.
4. Belangrijkste nuancering.
U weet dat journalisten hard in de leer kunnen zijn. De overheid moet gewoon maximaal transparant zijn omdat het hóórt, was het belangrijkste argument waarmee ik in maart aan deze baan begon. Want in een vitale democratie hoort de overheid een intrinsieke wil te tonen om open te zijn en zo burgers een gelijke informatiepositie ten opzichte van de overheid te verschaffen, participatie mogelijk te maken, en journalistieke controle te faciliteren. Om maar eens wat te noemen.
Maar natuurlijk zijn er veel meer argumenten. Economische argumenten bijvoorbeeld. Of praktische, bijvoorbeeld dat open data het werk van een ambtenaar makkelijker maakt. Of dat de wet je soms verplicht om informatie beschikbaar te stellen. Of dat maatschappelijke druk je ineens dwingt tot een bepaalde vorm van openheid.
Ook allemaal meer dan prima. Als de overheid maar (digitaal) transparanter wordt dan ze nu is. En dat brengt me bij punt:
5. De opdracht voor 2020.
Laten we gezamenlijk verder werken aan een overheid die open is by design. Dus een overheid die haar informatiehuishouding dermate op orde heeft dat informatie al in het vroegste stadium geschikt wordt gemaakt voor publicatie als open data. Met daarbij oog voor issues rond bijvoorbeeld privacy en veiligheid, en een transparantieregister dat grip geeft op de aanwezige data en eventuele redenen op om data niet openbaar te maken uitlegt. En met onafhankelijk toezicht daarop door een Ombudsman-achtig orgaan.
Dan spreken we elkaar hier volgend jaar weer en kijken we of er al aan meer verplichtingen tot openheid (hoi Wet open overheid, hallo herziening van de PSI-richtlijn) is voldaan, of er al meer is ingespeeld op de behoeften van hergebruikers van open data, of er dankzij open data binnen publieke instellingen al efficiënter kan worden gewerkt, en of bedrijven al vaker van overheidsdata hebben kunnen profiteren. Maar ook of als al deze externe druk er soms niet is, de overheid toch weer verder is geopend. Gewoon, omdat het hoort.
Wilma Haan is directeur van Open State Foundation, een non-profitorganisatie die ijvert voor een open overheid door digitale transparantie te bevorderen. Eerder was ze onder meer journalist bij Het Parool en verslaggever en adjunct-hoofdredacteur van NU.nl.
Inderdaad Wilma, nog een wereld te winnen. Zo is het Actieplan Open Overheid best een aardig idee, met een aantal mooie onderdelen (ben zelf enthousiast over Dilemmalogica), maar met te weinig samenhang en gedeelde visie.
De juiste houding om open te willen zijn is natuurlijk de basis. Maar ook informatietechnische elementen spelen mee. Wat misschien een onderschat technisch dingetje is: het feit dat heel veel informatie bij de bron in Word wordt opgesteld. Met alle vrijheid in structuur voor de auteur. Dat zijn zomaar lange teksten en zoek maar uit waar de relevante informatie staat. Er is meestal een conversieslag naar PDF om het te publiceren. En daarna een zoekalgoritme om uit die PDF’s weer relevante kerninformatie en metadata te halen. Zie die grote omweg bij OpenRIS en het publiceren op een kaart (https://app.waaroverheid.nl/GM0637).
Op het eerste oog een mooi hergebruik, maar wat nu als de beleidsambtenaar dit stuk direct goed had voorzien van metadata (anders piept de gemeentesecretaris of de griffier) en zijn raadvoorstel direct in een heldere blokkenstructuur had opgebouwd en met een webgeschikt format had gemaakt (b.v. Markdown/Typora). Dan had aan het begin van het beleidstraject (delen van) het document al veel eenvoudiger beschikbaar kunnen komen.
Want het tweede probleem zijn de gesloten interne informatiesystemen, die niet ingericht zijn om – waar gewenst – direct naar buiten te publiceren. Zie hoe weinig actuele project voortgangsinformatie er op gemeentelijke websites staat. Logisch, als de projectleider dat eerst naar de webredactie moet sturen, die het vervolgens moet converteren en in het CMS moet invoeren. We moeten dus toe naar systemen die in de juiste balans en op de juiste momenten direct “open” kunnen staan. Of beter nog, naar maatschappelijke informatiesystemen die van de stad zijn en waar de gemeente informatie levert, naast de inbreng vanuit de stad.
In 2020 maar eens wat stappen maken in deze richting?