Bij ons in de Tweede Kamer: Astrid Oosenbrug
Een nieuwe Kamer, nieuwe gezichten. Dat geldt zeker voor de ‘ICT-woordvoerders’ in de fracties. Van de acht Kamerleden die in dit artikel aan het woord komen, zijn er vijf na de laatste verkiezingen in de Kamer gekomen. Wie zijn zij en wat vinden ze van de actuele onderwerpen? 2: Astrid Oosenbrug, PvdA-fractie.
Astrid Oosenbrug, PvdA (89 dagen in de Kamer)
Dit voormalig raadslid in Lansingerland was ook systeembeheerder en kent dus de ICT-materie, “maar ik moet wel oppassen dat ik niet te snel technisch word”. Als nieuwe ICT-woordvoerder wil ze benadrukken dat er ook veel dingen goed gaan.
Hoe actief bent u op het gebied van social media?
“Ik zit op Twitter en op Facebook. Twitter gebruikte ik al voordat ik politiek actief werd, als bron van informatie. Politiek gebruik ik het nu ook om snel feedback te krijgen. Twitter is voor mij het snelste medium om contact te houden met grote groepen mensen. Op Facebook kun je wat uitgebreider antwoorden.”
Verandert de verhouding burger/overheid door de opkomst van die social media?
“De gevolgen die social media zouden móéten hebben is dat de overheid zelf ook reageert. Ik merk nu dat ze heel veel zenden. Elk departement heeft zijn eigen Twitter-account, maar wat ze nog moeten leren is ook ontvangen en er iets mee doen.”
Bij het inrichten van elektronische dienstverlening beroepen lokale overheden zich vaak op hun onafhankelijkheid en uniciteit. Welke ruimte moeten ze daarvoor krijgen?
“Aan de ene kant zijn we aan het decentraliseren en proberen we dingen bij de gemeenten te leggen. Aan de andere kant ben ik als voormalig ICT’er wel heel erg voor uniformiteit in bijvoorbeeld websites van gemeenten. Dat bespaart kosten, maar schept ook meer duidelijkheid voor burgers. Ik ben daarin meer voor de wortel dan voor de stok. Ik denk dat gemeenten wel inzien dat het heel handig is om bijvoorbeeld één portaal te hebben waar iedereen op een zelfde manier een afspraak kan plannen.”
Is ICT in bredere zin een middel om de overheid efficiënter te maken?
“Je kunt niet meer om ICT heen. Wat je wilt is dat het goed ingeregeld is. Er lopen nog tal van projecten. De slag die we volgens mij nu moeten maken is dat alle mensen die ermee gaan werken goed opgeleid zijn. Mensen willen ook steeds meer thuis gaan werken, maar dat betekent dat je de systemen wel anders moet inrichten.”
Hoe kijkt u aan tegen het belang van privacy, nu het door de opkomst van de cloud steeds minder helder is wat er met gegevens gebeurt?
“Het is nu hot om alles in de cloud te gooien en dan kom je bij het volgende probleem: beveiliging en privacy. Ik kom zelf uit de ICT, maar als simpel burger weet je niet wat er met je gegevens gebeurt. Nu blijkt dat als ze bij een bedrijf terechtkomen dat zijn servers in Amerika heeft staan, die gegevens vrijelijk door de Amerikaanse overheid zijn te gebruiken. Daarover moet eens goed gecommuniceerd worden.”