Bij ons in de Tweede Kamer: Kees Verhoeven

Een nieuwe Kamer, nieuwe gezichten. Dat geldt zeker voor de ‘ICT-woordvoerders’ in de fracties. Van de acht Kamerleden die in dit artikel aan het woord komen, zijn er vijf na de laatste verkiezingen in de Kamer gekomen. Wie zijn zij en wat vinden ze van de actuele onderwerpen? 5: Kees Verhoeven, D66-fractie.

Kees Verhoeven, D66 (915 dagen in de Kamer)

Deze geograaf en belangenbehartiger van ondernemers gaat zich richten op alles wat met internetvrijheid te maken heeft, maar ook op cybersecurity en de economische kant van internet.

Hoe actief bent u op het gebied van social media?

“Ik ben vrij actief op Twitter, waar ik zo’n vijftien tot twintig tweets per week plaats. Die komen automatisch ook op Facebook, waar ik rond de 1500 vrienden heb. Maar ik probeer het een beetje te beperken. Op Twitter reageer ik op vragen en ik stel ze daar. Het is echt een interactief kanaal. Privé gebruik ik de social media niet.”

Verandert de verhouding burger/overheid door de opkomst van die social media?

“De overheid moet allereerst zorgen dat burgers bewust zijn van de kansen en de bedreigingen van social media. De overheid moet er ook voor zorgen dat als persoonsgegevens worden gebruikt door bepaalde partijen, daar grenzen aan gesteld worden. En de overheid moet zelf social media gaan gebruiken om de betrokkenheid van burgers te vergroten.”

Bij het inrichten van elektronische dienstverlening beroepen lokale overheden zich vaak op hun onafhankelijkheid en uniciteit. Welke ruimte moeten ze daarvoor krijgen?

“Aan de ene kant kun je kiezen voor uniformiteit, herkenbaarheid en kwaliteit. Een schaduwkant is dat er dan één groot overheidsgeheel van gekoppelde bestanden en systemen ontstaat en dat is ook weer kwetsbaar voor cyberaanvallen. Ik snap best dat er een wens is om één digitale overheid te bouwen, maar dat is een tool op zich. De burger heeft er helemaal geen behoefte aan dat alle websites er hetzelfde uitzien. Overheden moeten niet steeds het wiel uitvinden, maar je moet ook niet doorschieten en alles centraal willen regelen.”

Is ICT in bredere zin een middel om de overheid efficiënter te maken?

“Er gaat regelmatig wat mis met de ICT van de overheid, maar de algemene balans is toch dat die het burgergemak vergroot heeft. En ik denk dat er in de snelheid waarmee de overheid kan opereren nog wel een slag te winnen valt. Je moet burgers wel een alternatief blijven bieden en niet in een digitaal domein dwingen als hij daar niet aan toe is.”

Hoe kijkt u aan tegen het belang van privacy, nu het door de opkomst van de cloud steeds minder helder is wat er met gegevens gebeurt?

“Die cloud – wat die term ook betekent – is niet per se veiliger dan een gemeenteserver. De beveiliging blijft de graadmeter, of iets nou fysiek staat opgesteld op een bepaalde locatie of in de cloud. Wat vooral van belang is, is dat mensen te weten komen wat er met hun informatie gebeurt en waar die wordt opgeslagen. En het gaat niet alleen om individuele privacy, maar ook om de macht van informatie in bredere zin.”

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren