Bij ons in de Tweede Kamer: Sharon Gesthuizen
Een nieuwe Kamer, nieuwe gezichten. Dat geldt zeker voor de ‘ICT-woordvoerders’ in de fracties. Van de acht Kamerleden die in dit artikel aan het woord komen, zijn er vijf na de laatste verkiezingen in de Kamer gekomen. Wie zijn zij en wat vinden ze van de actuele onderwerpen? 3: Sharon Gesthuizen, SP-fractie.
Sharon Gesthuizen, SP (2210 dagen in de Kamer)
Veiligheid – ‘je haalt letterlijk de hele wereld binnen via het internet en je mobiel’ – en de economische kansen voor Nederland op ICT-gebied zijn de belangrijkste onderwerpen voor Sharon Gesthuizen.
Hoe actief bent u op het gebied van social media?
“Ik zit alleen op Facebook en LinkedIn. Twitteren doe ik niet, ik vind dat wat minder communicatief. Facebook vind ik wel een prettig medium omdat het duidelijk laat zien dat het een discussie is. Via social media kun je contacten leggen en af en toe de aandacht vestigen op standpunten, moties of dingen die je tegenkomt.”
Verandert de verhouding burger/overheid door de opkomst van die social media?
“Als politica vind ik niet dat de overheid zelf ook moet gaan twitteren. Het is toch allemaal opinie op Twitter en Facebook. Wel de eindverantwoordelijke, dus een minister of staatssecretaris. Jammer dus dat minister Timmermans meldde te stoppen met Facebook.”
Bij het inrichten van elektronische dienstverlening beroepen lokale overheden zich vaak op hun onafhankelijkheid en uniciteit. Welke ruimte moeten ze daarvoor krijgen?
“Waarom zou je dingen niet kopiëren? Er zijn veel instanties, en vooral vergrijsde gemeenten, die niet de capaciteiten in huis hebben om het allemaal zelf te doen. Gemeenten doen niet allemaal precies hetzelfde, maar het lijkt mij logisch om het er voor de burger overal zo veel mogelijk hetzelfde te laten uitzien. Als centrale overheid moet je wel uitkijken dat je niet gaat ingrijpen als er geen daadwerkelijke problemen met kosten of beveiliging zijn.”
Is ICT in bredere zin een middel om de overheid efficiënter te maken?
“We kunnen wel snel vooruit willen, maar het moet ook veilig. Ik denk dat we op sommige plekken pas op de plaats moeten maken omdat we de laatste jaren veel uitdagingen voorbij hebben zien komen. Het blijkt dat er onvoldoende besef is van de noodzaak van beveiliging en privacy.”
Hoe kijkt u aan tegen het belang van privacy, nu het door de opkomst van de cloud steeds minder helder is wat er met gegevens gebeurt?
“Op dit moment heb je juridisch gezien te maken met allerlei gevolgen waar we nog geen oplossing voor hebben. Ik heb vragen gesteld over hoe het zit met zaken die niet op Nederlandse servers staan. Het is onduidelijk wat nu eigenlijk de fysieke plek is waar iets draait en welke consequenties dat heeft. Dat alles is op dit moment onvoldoende opgelost”