De term blockchain kennen we inmiddels. Dat geldt waarschijnlijk niet of minder voor smart contracts. Wat zijn de juridische vragen die bij de toepassing van smart contracts spelen?
Vandaag heeft de Smart Contract Werkgroep van de Dutch Blockchain Coalition het rapport ‘Smart contracts als specifieke toepassing van de blockchaintechnologie’ (PDF) gepresenteerd. In het rapport aandacht voor de vraag wat smart contracts zijn, met welke juridische vraagstukken organisaties rekening moeten houden en aan welk soort kennis en opleiding er behoefte is.
Eigenlijk is de aandacht voor smart contracts niet meer dan logisch, met name als je beseft dat we midden in de vierde industriële revolutie zitten. Naast de bekende Mainports krijgt nu ook de Brainport rondom Eindhoven de aandacht en steun die het verdient. En daar waar steden steeds ‘smarter’ worden, zijn banken, verzekeraars, uitgevers en overheden in verschillende mate allemaal IT-bedrijven aan het worden. Nieuwe technologieën krijgen daarmee ruimte. Dat geldt zeker voor blockchaintoepassingen met smart contracts. Een mooi voorbeeld daarvan is de – award winning – blockchaintoepassing ‘Mijn Zorg Log’ van het Zorginstituut Nederland (ZIN). Omdat blockchain en smart contracts de primaire (dienstverlenings)processen steeds meer zullen gaan vervangen, zijn kennisdeling en juridische zekerheid noodzakelijk. Het rapport draagt daar aan bij.
Wat is een blockchain?
Blockchain is een online register van transacties. Het registreren van deze transacties gebeurt niet op één centrale plek, maar op een netwerk van computers. Iedere transactie wordt door het netwerk van gebruikers gecontroleerd. Als gevolg daarvan is misbruik moeilijk. Er ontstaat één waarheid voor iedereen. Tegelijkertijd zijn de uitgewisselde gegevens door encryptie beveiligd, zodat mensen die de transacties niet mogen zien buiten de deur worden gehouden.
Wat is een smart contract?
Smart contracts zijn toepassingen die op een blockchain geplaatst kunnen worden. In zijn essentie is een smart contract een deterministisch computerprogramma dat op een blockchain wordt gerepliceerd en uitgevoerd. Deterministisch betekent simpel gezegd: if A then B. Smart contracts maken het voor partijen daarmee mogelijk om hun afspraken in onwijzigbare programmacode te gieten, die – zodra aan de voorwaarden daarvoor is voldaan (‘if A’) – geautomatiseerd worden uitgevoerd (‘then B’).
Een tweetal voorbeelden
• Als de frisdrankautomaat registreert dat de cola bijna op is (‘if A’), dan komt overeenkomstig het smart contract – gesloten tussen de uitbater en leverancier – een koop- en leveringsovereenkomst tot stand (‘then B’). Als de frisdrankautomaat registreert dat de cola is bijgevuld (‘if A’), dan wordt overeenkomstig het smart contract automatisch tot betaling overgegaan (‘then B’).
• Als het smart contract op grond van de informatie uit diverse daaraan gekoppelde databestanden (zoals de Basisregistratie Personen, het Kadaster of een register van een vertrouwd instituut) en de bevindingen van de ambtenaar (zie hierover onder ‘Oracles en smart contracts’’) constateert dat aan alle subsidievoorwaarden is voldaan (‘if A’), dan wordt overeenkomstig het smart contract de subsidie toegekend (‘then B’).
In tegenstelling tot wat de term ‘smart contract’ doet vermoeden, komt daar weinig slimmigheid bij kijken. In wezen voert een smart contract uit wat het is opgedragen. Van enig nadenken of proactiviteit is geen sprake. De noodzakelijke slimmigheid wordt juist gevraagd van de jurist en anderen die bij het formuleren van de afspraken betrokken zijn (de afspraken moeten juridisch houdbaar zijn en de bedoeling van de partijen weergeven), de programmeur van de code (deze code mag geen codeerfouten bevatten en mag niet te manipuleren zijn) en allen gezamenlijk bij het vertalen van de afspraken in de code. Omdat het blockchain betreft, moet hierbij rekening gehouden worden met diverse aspecten van de afstemming tussen het juridische en deze specifieke techniek (daarover meer in het Whitepaper Juridische aspecten Blockchain). Vandaar dat in het rapport ook bewust wordt stilgestaan bij welk nieuw soort kennis en opleiding er behoefte is.
Een belangrijke constatering in het rapport is dat het bovendien ook niet noodzakelijk om een contract (een overeenkomst) in juridische zin hoeft te gaan. Sterker nog, een smart contract is vaak niet iets juridisch. Is dat het wel, dan zijn er verschillende juridische ‘verschijningsvormen’ van smart contracts denkbaar. Naast de overeenkomst kan bijvoorbeeld gedacht worden aan schenking, het oormerken van subsidiegelden, het verlenen van een vergunning of het houden van toezicht. Daarmee komen niet alleen andere privaatrechtelijke rechtshandelingen in beeld, maar ook bestuursrechtelijke rechtshandelingen en vormen van bestuursrechtelijk optreden waarbij besluitvorming, toezicht en handhaving als het ware in elkaar opgaan. Hoe een smart contract juridisch wordt geduid, hangt uiteindelijk af van de specifieke toepassing. In het rapport worden de zeven ogenschijnlijk meest plausibele juridische verschijningsvormen beschreven:
1) Contract en/of executie van een contract
2) Opschortende of ontbindende voorwaarde in een contract
3) Eenzijdige rechtshandeling
4) Publiekrechtelijk besluit
5) Bewijsmiddel/-functie
6) Automatische uitvoering van een (wettelijk) proces
7) Naleving (fiscale) wettelijke verplichting
Voor ieder van die verschijningsvormen is in het rapport nagegaan of ze zich ervoor lenen om in een smart contract te worden opgenomen.
Juridische vragen omtrent smart contracts
In het rapport worden daarnaast diverse andere juridische vragen benoemd die bij de toepassing van smart contracts spelen. Op meta-niveau speelt in de eerste plaats de vraag in hoeverre het recht gevangen kan worden in code. In meer algemene zin spelen daarnaast bijvoorbeeld vragen met betrekking tot digital identity, de rechten, verantwoordelijkheden en aansprakelijkheid van de programmeur, degene in wiens opdracht de programmeur handelde en het platform dat de smart contract-functionaliteit aanbiedt. Bovendien wordt aandacht besteed aan de veelgestelde vraag bij de toepassing van smart contracts, namelijk wat de doorslag geeft als de uitkomst van het smart contract anders is dan partijen verwachtten: de code of de bedoeling waarmee een smart contract is opgesteld? Ook wordt besproken hoe in de blockchaintoepassing het recht op privacy en de bescherming van persoonsgegevens kan worden geborgd.
Als de blockchain en het smart contract worden ingezet ter uitvoering van een overheidstaak, spelen daarnaast nog specifieke publiekrechtelijke vraagstukken. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de betekenis van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur en meer in het bijzonder hoe een bestuursorgaan de uitkomst van het smart contract moet motiveren en hoe een ruime beoordelingsvrijheid in code kan worden gevangen. In die gevallen kan het handig zijn om met oracles te werken. Hiermee kunnen (feitelijke) informatie, oordelen en beslissingen die van belang zijn voor de executie van een smart contract – maar daar zelf geen onderdeel van uitmaken – in de blockchain worden gebracht. Achter een oracle kan bijvoorbeeld een externe informatiebron schuilgaan, zoals een database of register van een vertrouwd instituut. Maar het kan ook gaan om een partij of een persoon, zoals een beslissingsbevoegde, notaris of ambtenaar. De partijen die gebruik maken van het smart contract accepteren op voorhand de informatie of het oordeel van het oracle en de betekenis daarvan voor de executie van het smart contract.
Sandra van Heukelom-Verhage (genomineerd voor de titel Legal Woman 2017) is partner bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn en geeft daar leiding aan het team Digitale Transformatie. Daan Corver, mede-auteur van deze blog, is senior jurist bij Pels Rijcken & Droogleever Fortuijn.
Het rapport ‘Smart contracts als specifieke toepassing van de blockchaintechnologie’ is opgesteld onder leiding van Olivier Rikken (Director Blockchain en Smart Contracts) en Sandra van Heukelom-Verhage.