Elke keer als ik als solution architect een (potentiële) overheidsklant spreek krijg ik een herkenbare set requirements gepresenteerd. Vrijwel overal lees ik tussen de regels door twee terugkerende aspecten: _“Wij zijn als … [vul hier een willekeurige overheidsorganisatie in] uniek dus willen we complete vrijheid in het inrichten van de software, en oh ja, alles wat wij nodig hebben moet al als standaard in jullie pakket zitten.”_
Elke organisatie, overheid of niet, doet dingen op zijn eigen unieke wijze en is daarom op zoek naar een platform dat die unieke werkwijze ondersteunt. Flexibiliteit is essentieel, en inderdaad, een uitvoeringsinstantie moet in staat zijn om de voor haar unieke wetten, eisen en wensen te vertalen naar een goede uitvoering. Tot zover niks aan de hand. Sterker nog, volkomen mee eens! Maar bedenk dan wel dat totale vrijheid wel een indrukwekkend prijskaartje heeft.
Het tweede aspect is dat men software wil die zich bewezen heeft en ‘Commercial Off The Shelf’ alle functionaliteit heeft die men zich kan wensen. De term ‘out of the box’ wordt vaak genoemd. Men wil geen tijd verspillen aan het inrichten, programmeren of configureren van standaardfunctionaliteit. Ik geloof zeker dat of het nu gaat om AOW-pensioenen uitkeren of een bijstands- of WW-uitkering, het proces ongeveer hetzelfde zal zijn. Dus zoeken naar een platform dat dat standaardproces ondersteunt, waarbij recht, hoogte en duur een onderdeel zijn, klinkt als een zeer haalbaar doel. Wat is er dan nog uniek? Waarschijnlijk zijn de regels voor AOW (bent u 67 jaar?) of een werkloosheidsuitkering (hoe lang hebt u gewerkt, wat is uw gezinssituatie, etc.) zeer verschillend. Opnieuw geen enkel probleem. Voeg een goede beslismodule toe op basis van bedrijfsregels en u bent klaar.
Maar ondanks het gedeelde domein had elke overheidsinstantie die ik de laatste 25 jaar heb gezien haar eigen processen, begrippen, cultuur, managementstijl, dynamiek van wetswijzigingen, compliance-uitdagingen en een eigen manier van omgaan met burgers, bedrijven en klanten. Of we dit nu willen of niet, het is de dagelijkse praktijk. Dus de voortdurende strijd tussen twee uitersten, enerzijds het conformeren aan andermans standaarden en anderzijds totale vrijheid, blijft.
“Er is slechts een dunne grens tussen uniek zijn en opnieuw het wiel uitvinden”
Een mogelijke oplossing voor dit dilemma kan gevonden worden in het op zoek gaan naar datgene wat de organisatie werkelijk uniek maakt en welke onderdelen toch echt gewoon ‘standaard’ zijn. Als u dat doet, zult u zien dat er heel erg veel ‘toch niet zo’ uniek is in uw organisatie, wat vaak ligt in basis ICT-functionaliteit, zoals schermen, eenvoudige processen, dashboards, werklijsten en omgaan met documenten. Het wordt pas uniek waar uw eigen (aangepaste) processen om de hoek komen, uw eigen complexe regels in de weg gaan zitten en natuurlijk uw eigen unieke manier van klantbinding. Al het andere kan gewoon met de standaarden. U moet dus op zoek naar een softwareplatform dat u in staat stelt om de best practices te adopteren tot aan het punt dat ze goed passen, en tegelijkertijd de organisatie alle vrijheid geeft om aanpassingen en uitbreidingen te doen om de uniciteit toe te voegen, uiteraard zonder al te veel moeite.
“Focus op wat uw organisatie werkelijk uniek maakt, en laat al het andere standaard zijn”
Dus wanneer u op zoek gaat naar de volgende generatie van uw software voor ten minste de komende tien jaar, kijk dan eerst naar wat uw organisatie uniek maakt en wat niet. Ga dan op zoek naar een softwareplatform dat uw organisatie helpt de standaarden te benutten en tegelijkertijd uw eigen regels, processen en wensen te modelleren (jazeker, modelleren!) op basis van die standaardfuncties. U hoeft niet meer te kiezen tussen een monoliet, waarin alles vast ligt, of alles zelf bouwen, wat vaak zeer kostbaar is. Er is een derde optie die uw organisatie snel op weg helpt en waarmee u tegelijkertijd de vrijheid behoudt uw eigen modellen in te richten. Flexibele processen, beheersbare en toch executeerbare bedrijfsregels én een flexibele gebruikersinteractie zijn daarbij essentieel. Dankzij modelgedreven platformen kunt u standaard en uniek prima combineren.
Prachtig. Spijker op de kop!
Volstrekt herkenbaar uit mijn ruim 25 jaar kennis/ervaring met overheidsinformatisering.
Daarbij :
* Pareto-principe : 80% van de functionaliteit is benodigd (‘Must Have’, ‘Should Have’), de overige 20% is (Nice to Have, of franje).
Deze 80% kost slechts 20% van het budget, de resterende 80% gaat op aan Nice to Have’s en franje (‘Could Have’ en ‘Won’t Have this time’)
80% van de functionaliteit ligt nagenoeg, de overige 20% is wijzigingsgevoelig, bijv, vanwege wijzigende regelgeving.
* ‘WoCSoM-syndroom’ : opdrachtgevers focussen op de Nice to Have’s en franje en beginnen het budget daar te besteden, onder voorbij gaan aan de ‘Must Haves’ en ‘Should Haves’. Deze laatste twee worden later tot vanzelfsprekend verklaard, en tot de standaard-functionaliteit die uiteraard al binnen het budget valt.
* ‘My money’ : de opdrachtgever/budgethouder ziet het budget als zijn ‘eigen geld’ waarover hij naar eigen inzicht kan beschikken, niet als geld van de klant/belastingbetaler waarmee hij zorgvuldig dient om te gaan.