Momenteel gaan de zichtbare ontwikkelingen op het gebied van generatieve kunstmatige intelligentie razendsnel. ChatGPT heeft wereldwijd in korte tijd impact gemaakt. Elke dag komen er spin-offs op basis van dezelfde technologie bij. Nieuwe initiatieven die, gebruikmakend van ChatGPT, op een specifiek domein de boel op zijn kop zetten. Het uitgedaagde Google reageert door vol in te zetten op dezelfde trend. BARD is hun antwoord op het gebied van AI. Bijzonder aan beide ontwikkelingen is dat miljoenen consumenten direct gebruik kunnen maken van deze technologie. Zij raken daarmee gewend aan nieuwe mogelijkheden. De ontwikkelingen zetten niet alleen het bedrijfsleven, maar ook overheidsorganisaties voor nieuwe uitdagingen.
Burgers zien in hun eigen omgeving wat technologie aan nieuwe kansen brengt en verwachten van overheidsdienstverlening vergelijkbare mogelijkheden. Toch kunnen overheden nog maar beperkt aan die verwachtingen voldoen. Losse innovatie-initiatieven ten spijt, er is een andere manier van denken nodig om de kloof tussen burgerverwachting en overheidsdienstverlening te dichten. Verouderde maatwerksystemen, complexe besluitvormingsprocessen en gebrek aan kennis over technologie op sleutelfuncties zetten overheidsorganisaties op achterstand. Naar mijn indruk is die constatering van grote, maar tot nu toe nog te vaak onderbelichte, betekenis in de relatie tussen burger en overheid.
De ultieme vraag
Dominant is de gedachte dat de overheid als een soort monopolist acteert op domeinen die essentieel zijn voor een samenleving. Alleen al om die reden is de overheid relevant, zo redeneert men. Die overtuiging heeft als risico dat men wat al te ontspannen houding aanneemt als het gaat om overheidsvernieuwingen. Met de komst van disruptieve technologische oplossingen komt die gedachte onder druk. Los van ideologische of politieke wenselijkheid, is vanuit technologisch perspectief immers uitstekend te betogen dat dienstverlening die nu door overheidsorganisaties worden uitgevoerd anders, meer intuitief, efficienter, wendbaarder en slimmer ingericht kan worden.
Overal ter wereld zijn voorbeelden te vinden van tech-initiatieven die delen van de uitvoering en inrichting van overheidsorganisaties uitdagen. Denk in Nederland aan technologiebedrijf Flixbus die via de rechter onlangs een OV-concessie wist af te dwingen. Het is daarom goed om ook vanuit bestaande overheidsorganisaties anders te durven denken over publieke dienstverlening. Door traditionele overtuigingen en aannames te laten voor wat zij zijn en slechts een simpele, confronterende vraag te stellen. Een vraag die ondernemers, directeuren en bestuurders in bedrijfsleven zich ook steeds stellen: waarom bestaat mijn organisatie over vijf jaar nog?
Govtech gaat over fundamentele overheidsvraagstukken
Disruptieve technologie daagt overheden in een hoog tempo uit. In het brede domein govtech worden daarover fundamentele discussies gevoerd en ontwikkelingen zichtbaar gemaakt. Vaak gaat de aandacht uit naar het ‘tech’-deel. Over kansen en risico’s van kunstmatige intelligentie of over geweldige startups met nieuwe innovaties.
Te weinig gaat het nog over het ‘gov’-deel. Over de vraag hoe overheden relevant blijven. Hoe zij met al die nieuwe technologische oplossingen om kunnen gaan. Wat er nodig is om de transitie en transformatie naar nieuwe organisatiemodellen mogelijk te maken. Over het scheppen van randvoorwaarden om op het gebied van technologie in control te komen en te blijven. En hoe zij duurzaam publieke waarde kunnen leveren en aansluiting vinden en houden met de belevingswereld van burgers. govtech gaat over de meest fundamentele overheidsvraagstukken.
De functie blijft. De organisatie niet (per sé)
Of het nu gaat over identificatie, regulering van verkeer, defensie of ruimtelijke ordening, overheidsfuncties zullen altijd nodig zijn. De overheid is bij uitstek de hoeder van het algemeen belang. Maar voor de manier waarop overheden nu zijn georganiseerd geldt dit niet. Steeds zal een organisatievorm gevonden moeten worden die past bij de tijdsgeest en die gedragen wordt door burgers. Hoe overheden het beste ingericht kunnen worden in de huidige, disruptief technologisch tijd is daarom een thema wat steeds prominenter op de agenda zal komen. Deze belangrijke, fundamentele vraag kan slechts beantwoord worden als we ons durven los te maken van klassieke aannames en overtuigingen.
Pas wanneer we zonder schroom of vooringenomenheid de ultieme vraag naar het bestaansrecht van overheidsorganisaties durven te stellen, ontstaan nieuwe mogelijkheden die het bestaansrecht in veel gevallen juist zullen bevestigen. Niet per se in de vorm zoals we die nu kennen. Misschien georganiseerd op een wijze die we ons nu niet eens kunnen voorstellen. Maar in elk geval op een manier die de overheid in staat stelt wendbaar om te gaan met disruptieve technologische ontwikkelingen en die aansluit bij de verwachtingen van burgers. Kortom, de overheidsfunctie blijft. De organisatie niet (per sé).
Blog van Frederik Peters, Principal consultant Capgemini Nederland B.V.
Lees ook: Govtech is voorbij de hype