'De ingang van het gemeentehuis? Spring maar over de sloot. Daarna klimt u met een ladder naar de vierde etage.' In de fysieke wereld is dit ondenkbaar. Toch komt het in de digitale wereld voor. Sinds vorig jaar gelden er toegankelijkheidseisen voor alle overheidswebsites. Websites die niet aan de richtlijnen voldoen, vormen vooral voor mensen met een beperking een hindernis.
Sem Enzerink | Beeld: Capgemini
Nederland is nog beperkt digitaal toegankelijk
Gemeenten en andere overheden zijn verplicht om de status van hun website openbaar te maken (per 23 juni 2021 gelden de regels ook voor alle overheidsapps). In het Register van toegankelijkheidsverklaringen stonden in oktober 2020, direct na invoering van de richtlijn, ruim 1800 verklaringen. Minder dan 5% daarvan voldeed destijds aan de norm.
Waar staan we een half jaar later? Inmiddels hebben overheidsorganisaties meer dan 2600 verklaringen gepubliceerd. Echter, het percentage dat aan de norm voldoet heeft in zes maanden de grens van 6% nog niet gepasseerd. De sprong voorwaarts is uitgebleven.
Hoe ontstaat ontoegankelijkheid?
De eisen komen niet als verrassing. Al in 2016 was bekend dat overheden toegankelijker moesten worden. Verschillende factoren maken het lastig om toegankelijkheid op orde te krijgen, bijvoorbeeld:
1. Geringe ervaringskracht: voor iemand die kan zien is het onduidelijk hoe mensen met voorleessoftware de website gebruiken. Hoe kan overheidspersoneel ontoegankelijkheid ervaren om er vervolgens effectiever mee aan de slag te gaan?
2. Tekort aan specialisten: digitale toegankelijkheid realiseren vraagt om specifieke kennis en vaardigheden. Expertise is schaars. Uit ons onderzoek voor de Europese Commissie bleek dat het opleidingsaanbod klein is en bedrijven vaker trainingen volgen dan de overheid. Hoe professionaliseren we het vak in de publieke sector?
3. Versnippering: toegankelijkheid raakt vrijwel iedereen binnen een organisatie. Van IT’ers, tot aan communicatiemedewerkers en inkopers. Wie neemt er verantwoordelijkheid bij zo’n veelzijdig vraagstuk?
Zo helpen de eerste stappen om structureel toegankelijk te worden
Op overtreding van de huidige regels staat geen boete, hoogstens een bestuurlijke maatregel. Ook ‘naming and shaming’ is niet direct waardevol voor gebruikers. Welke stappen zijn wel zinvol voor zowel overheden als gebruikers?
1. Maak contact met gebruikers: voor gebruikers is voldoen aan de richtlijn geen doel op zich. Maak contact. Breng het gesprek op gang. Zorg dat feedback kanalen goed vindbaar en toegankelijk zijn (voor mensen die slecht horen of spreken is een telefoonnummer lastig, voor blinden kunnen ontoegankelijke online formulieren een drempel vormen).
2. Kies voor accessibility-by-design: ontoegankelijkheden achteraf herstellen is tijdrovend en kostbaar. Om minder afhankelijk te zijn van specialisten is het zinvol om zoveel mogelijk oplossingen te kiezen die op voorhand toegankelijk zijn. Nu toegankelijk voor een audit, straks toegankelijk voor gebruikers. Denk bijvoorbeeld aan de design systems waar Canadese en Australische overheden mee werken. Het hergebruiken van oplossingen kan ook vanuit de Rijksoverheid, het IPO en de VNG verder worden versterkt.
3. Werk multidisciplinair: structurele digitale toegankelijkheid vraagt om een organisatiebrede en integrale aanpak. Zorg dat naast de IT-afdeling ook de afdeling HR, Inkoop, Communicatie, Dienstverlening, Juridische Zaken, etc. betrokken zijn bij het toegankelijkheidsbeleid. Door samenwerking volgens vastgestelde processen komt digitale toegankelijkheid blijvend op orde.
Met deze eerste stappen is de ingang van het gemeentehuis straks net zo goed bereikbaar als de digitale toegangspoort van onze overheid.
Sem Enzerink is Manager en Adviseur bij Capgemini Invent, Capgemini’s wereldwijde divisie die expertise bundelt op het gebied van strategie, technologie, data en creatief ontwerp. Met zijn kennis van eGovernment, Webtoegankelijkheid en Open Data, bevordert hij het digitaliseringsbeleid van Nederlandse en andere Europese overheden.