Er is een stevige en samenhangende basis gelegd voor financiën, sturing en inhoud van de generieke - dus voor de gehele overheid in gelijke mate geldende! - digitale infrastructuur.
Iedereen die het serieus meent met de digitale overheid en de generieke digitale infrastructuur heeft, (partijgenoot of niet) bladzijde 49 van het verkiezingsprogramma van Angela Merkel gelezen. Daarin staat pontificaal dat digitalisering, ook van de overheid, “Chefsache” is en dat er in het bureau van de kanselier een regisserende interbestuurlijke functionaris moet zijn.
Daar kijkt menigeen in Nederland wel even van op. Het lijkt wel heel erg op onze Nationale Commissaris voor de Digitale Overheid, maar dan geplaatst bij het departement van Algemene Zaken met volledige steun van de minister-president. Geen lippendienst, maar zaken doen! Ik geef toe dat ik nog meer noten op mijn zang had, nee heb! Maar dit is toch een steun in de rug voor hen die pleiten voor een noodzakelijke on-Nederlandse aanpak.
Want bij ons zijn er geluiden dat bij de formatie van een nieuw kabinet de digitalisering van de overheid een onderwerp is, maar heel heftig lijkt het niet te zijn. En ambtelijk wordt wel de nota van de studiegroep ‘Maak waar’ ingebracht, maar er is geen brede beweging om wettelijke bevoegdheden te regelen om één lijn te brengen in de digitalisering van de overheid. De financiële claims zijn erg bescheiden, waardoor het nog heel spannend wordt of voor de noodzakelijke investeringsambities voldoende budget komt.
Uiteraard heb ik op gepaste wijze aangegeven, ook in mijn evaluatie (aangeboden aan parlement en kabinet) over de afgelopen drie jaar Digicommissariaat, wat er zou moeten gebeuren. Een voortzetting van de interbestuurlijke afstemming zoals nu in het Nationaal Beraad voor de digitale overheid gebeurt en een (verbrede) ministeriële commissie zijn onderdeel van mijn advies. De studiegroep heeft dat in vernieuwende zin onderschreven. Maar pas op: een onafhankelijk instituut waar de agendering wordt geregeld, zoals nu in het (voortreffelijk bemande) bureau van de Digicommissaris én de interbestuurlijke ‘governance’ hebben hun waarde bewezen en moeten blijven!
We moeten ons wel steeds blijven realiseren waarvoor we bezig zijn: de mensen in het land. En wat ik aan beweging zie, lijkt meer op Haags positiespel dan op leiding nemen en werken aan de aansluiting van de overheid op de zich snel ontwikkelende informatiesamenleving. En toch ben ik niet somber over de afloop, want er is geen keus: de technologische en digitale ontwikkelingen hebben een grote mate van onvermijdelijkheid. De overheid zal moeten transformeren en dat zal op een afgestemde wijze gebeuren. Als ware er één overheid.
Daarom heeft Angela Merkel groot gelijk: het is “Chefsache”. Het werk dat verzet is door de mensen van het bureau Digicommissaris in de afgelopen drie jaar zal niet onopgemerkt blijven. Dat staat voor mij als een paal boven water. Er is een stevige en samenhangende basis gelegd voor financiën, sturing en inhoud van de generieke – dus voor de gehele overheid in gelijke mate geldende! – digitale infrastructuur. Dus, nu met lef en leiderschap op volle kracht vooruit!