Overheid in transitie
Artikel

Commissie Digitale Zaken heeft nog niet echt een voet tussen de deur

Hoorzitting in september 2024 van de Tweede-Kamercommissie Digitale Zaken met afgevaardigden van Microsoft over de Recall AI-toepassing. | Beeld: ANP

Vijf jaar geleden werd de oprichting van een vaste Tweede Kamercommissie Digitale Zaken in gang gezet. iBestuur neemt de balans op met insiders over de invloed van de commissie. ‘Van agendering is zeker sprake, maar een echte koerswijziging van het logge overheidsschip blijft vooralsnog uit.’

We moeten meer grip krijgen op digitalisering en dat vooral centraler en overzichtelijker regelen. Dat schreef de tijdelijke Kamercommissie Digitale Zaken in haar eindrapport ‘Update vereist’, midden in ‘coronajaar’ 2020. Voorzitter Kathalijne Buitenweg stelde mede namens zes andere Kamerleden de onderliggende retorische vraag: heeft de Tweede Kamer eigenlijk wel voldoende kennis en aandacht om hier richting aan te geven?

Eén digitaal loket

Het antwoord laat zich raden: nee. Veel bestaande Kamercommissies deden digitalisering er een beetje bij. Het wekte verbazing bij D66’er Kees Verhoeven, tevens onderdeel van die commissie en een jarenlange voorvechter voor meer digitale focus in de politiek. ‘Er was gewoonweg te weinig continuïteit op dit thema. Ik moest telkens aansluiten bij andere commissies. Het was niet goed geregeld.’
Hun belangrijkste aanbeveling op politiek-institutioneel niveau werd uiteindelijk overgenomen: de oprichting van een vaste, permanente Kamercommissie voor Digitale Zaken. Het doel was vooral overzicht te scheppen en voor verbinding te zorgen bij de behandeling van al die digitale dossiers – als cyberveiligheid, digitale vaardigheden, AI, gegevensbescherming en toezicht – op de verschillende beleidsterreinen. Feitelijk dus één parlementair digitaal loket. Na de Tweede Kamerverkiezingen van maart 2021 werd de commissie formeel ingesteld. Op 12 mei dat jaar vergaderde de commissie voor het eerst.

Politieke partijen stellen zich vanaf 2020 steeds kritischer op tegenover digitale thema’s.

De oprichting van de nieuwe Kamercommissie kwam er niet zonder slag of stoot, vertelt Verhoeven. ‘Er werd me al verteld dat het een “groot ding” was, de oprichting van zo’n commissie. Eerdere pogingen waren mislukt. Maar van links tot rechts was men het erover eens: er moest iets worden gedaan aan deze gekke, versnipperde situatie.’ Verhoeven, die zich niet verkiesbaar stelde in 2021 en daarom nooit in de commissie heeft gezeten, heeft inmiddels zijn eigen adviesbureau opgericht en werkt onder meer als adviseur voor de brancheorganisatie voor datacenters.

Digitale autonomie

Vijf jaar nadat de vaste commissie in gang werd gezet, is de aandacht voor digitale zaken verder toegenomen. Zo stellen politieke partijen zich vanaf 2020 steeds kritischer op tegenover digitale thema’s, bleek eerder al uit onderzoek van Rudy van Belkom, initiatiefnemer van de Technologie Kieswijzer. Mede door ‘foute’ algoritmes (het Toeslagenschandaal) en de opmars van generatieve AI, en recent ook omdat de geopolitieke situatie drastisch is veranderd. De afhankelijkheid van Microsoft, Meta en Google op bijvoorbeeld cloudgebied leiden tot grote zorgen over de Europese en Nederlandse digitale autonomie.

Jesse Six Dijkstra in de Commissie-DiZa

Vooral dat laatste thema staat nu hoog op de politieke agenda, mede door toedoen van de huidige commissie. Commissieleden Jesse Six Dijkstra (NSC) en Barbara Kathmann (Groenlinks­-PvdA) gooiden in juni 2024 al de knuppel in het hoenderhok met hun initiatiefnota ‘Wolken aan de horizon’. Daarin bepleiten ze dat Nederland zoveel als mogelijk wordt losgekoppeld van Amerikaanse hyperscalers en voor veranderingen in het cloudbeleid van het Rijk.

Barbara Kathmann in de Commissie-DiZa-

Het doel van deze nota is om tegen 2029 een volwassen nationale cloudinfrastructuur te realiseren, waarmee Nederland essentiële overheidsdiensten in eigen beheer houdt. De nota is inmiddels besproken in de commissie wordt breed gesteund. Ook maakte de commissie samen met de stichting ‘Herprogrammeer de Overheid’ grote plannen bekend voor een digitale hervorming van de overheid, waaronder de oprichting van een nieuwe Digitale Dienst. Dit zou een centrale organisatie moeten worden die verantwoordelijk is voor alle digitaliseringsprocessen van de overheid.

Veel dossiers

Inmiddels bestaat er een Kamerbrede consensus over de oprichting van een eigen Rijkscloud, maar Six Dijkstra (NSC), Kathmann (GroenLinks-PvdA), Van der Werf (D66) en Koekkoek (Volt) willen verder gaan: de Rijksoverheid zou Europese bedrijven op één moeten zetten bij aanbestedingen van vitale ICT-diensten. Dat ging staatssecretaris Zsolt Szabó dan weer te ver, vanwege bestaande handelsakkoorden en het feit dat Amerika nog altijd een belangrijke bondgenoot is. Bram Klievink, hoogleraar bestuurskunde met digitalisering en publiek beleid als specialisatie, noemt ook nog de online kinderrechten. ‘Over dit belangrijke thema en de risico’s voor de jeugd zijn we te laat gaan nadenken, maar dankzij de commissie krijgt het alsnog serieuze aandacht.’

Er ligt zoveel op tafel. Je weet vaak niet eens waar je moet beginnen.

Daarnaast zijn er ook een aantal uitdagingen, zien experts en critici. Zoals de enorme breedte van de digitale thematiek, waardoor het niet altijd even eenvoudig is om prioriteiten te stellen. ‘Er ligt zoveel op tafel. Je weet vaak niet eens waar je moet beginnen. En dan komt cybersecurity er ook nog eens bij’, zegt een expert die vanwege zijn overheidsfunctie liever niet bij naam genoemd wil worden. Inmiddels, zegt deze expert, zou je bijna alles wel kunnen scharen onder digitaal en dat maakt de focus lastig. Klievink sluit zich daarbij aan. ‘Van quantum¬computing tot digitale inclusie: het wordt soms als één groot continuüm benaderd, allemaal in het bakje ‘digitalisering’. Maar je moet volgens hem ook bekijken of de ICT binnen de overheid er wel klaar voor is. ‘Digitalisering als een los bakje zien, zonder die integraliteit, en zonder te koppelen aan de werkelijkheid van de beleidsuitvoering, schetst een vals beeld.’

Realistische kijk

En hoe verliep de controle op staatssecretaris Szabó? Kamerleden zagen dat hij verstand van zaken had – hij was voorheen vicepresident bij ICT-leverancier Capgemini – en roemen ook zijn inzet. Maar alle beleidsplannen verlopen wel wat traag en stroperig. Met name Kathmann, maar soms ook Six Dijkstra en Koekkoek spraken hem hierop regelmatig aan. Zo ging Koekkoek er tijdens het plenaire debat over clouddiensten met gestrekt been in: ‘We zijn totaal afhankelijk van Microsoft, Google Amazon. Lekker goedkoop, lekker makkelijk en we hebben nu pas door hoe slecht dat is.’
‘Het ging mij allemaal niet snel genoeg’, zegt Koekkoek desgevraagd. Ze noemt als voorbeeld de Nederlandse Digitaliseringsstrategie, waarin de digitale plannen van dit kabinet ontvouwd gaan worden. Die zou in het begin van 2025 gepresenteerd worden, maar dat werd 6 juni (en vervolgens geannuleerd in verband met de val van het kabinet, red.). ‘Daarvan dacht ik echt: Kom op. Leuk, weer een staatssecretaris met ambitie, maar we willen nu ook wel een beetje weten welke richting we opgaan.’ Klievink heeft wel een mogelijke remedie daartegen. ‘De Kamer zou beter tegen die stroperigheid bestand kunnen zijn als het wat minder incident-gedreven en wat meer integraal en realistisch naar overheidsdigitalisering kijkt.’

Het digitale dossier is nog niet zo gepolariseerd als bij commissiedebatten over stikstof of migratie

Volgens Koekkoek mis je een minister van Digitale Zaken. ‘Szabó zat natuurlijk ook niet in de ministerraad en dat merk je. Digitale zaken waren voor het kabinet nog altijd geen topprioriteit.’ Ook Verhoeven ziet, juist vanwege dat gezagsissue, liever een minister van Digitale Zaken: ‘Een staatssecretaris is meer een coördinator dan een echte voortrekker.’ Voor Six Dijkstra hoeft dat dan weer niet zo. ‘Ik vind een staatssecretaris prima. Iemand met kennis van zaken kan ook al veel bereiken.’

Machteloze indruk

Koekkoek vindt ook dat het digitale beleid nog te veel versnipperd is. ‘Soms moet je bij het ene overleg zijn, zoals bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken, om iets te weten te komen over een digitaal onderwerp dat daar speelt.’ Dat moet nog centraler, vindt ze. Ook heeft de Kamer weinig zicht op het rijksbrede gebruik van ICT-assets – een punt dat Six Dijkstra agendeerde tijdens een recent debat. ‘Zo’n overzicht is wel belangrijk voor ons als partij, zeker als we toe willen werken naar één digitaal toegankelijke overheid, die er voor alle burgers is. Hier wil ik gewoon meer sturing op’, licht hij toe tegenover iBestuur. Maar hij kreeg nul op zijn rekest. Het antwoord van Szabó was, met zoveel woorden: daar is geen beginnen aan. En bovendien bracht zo’n overzicht volgens de voormalig bewindsman veiligheidsrisico’s met zich mee, nog los van de juridische en praktische bezwaren. Klievink: ‘Als de staatssecretaris die weerbarstige complexiteit vervolgens beschrijft of aandraagt, heeft de commissie wel haar tanden laten zien, maar lijkt dan niet goed te weten of en hoe te bijten.’ Het maakt dan een wat machteloze indruk.

Verhoeven vindt dat Kamerleden als Six Dijkstra daar meer op moeten drukken. ‘Doe nog beter je best, dan krijg je dat op een gegeven moment echt wel boven tafel.’ Hij ziet hem overigens wel als een van de koplopers binnen de commissie, samen met Barbara Kathmann (GroenLinks-PvdA) – sinds 2021 in de commissie en dus een van de oudgedienden. Klievink noemt met nadruk Kathmann. ‘Zij heeft een goede combinatie in huis: een positieve kijk op digitalisering, scherp zijn op digitale grondrechten en de impact van digitalisering op de werking van de overheid.’ Ook Koekkoek valt Verhoeven op. Zij was eerst wat minder zichtbaar, maar roerde zich later alsnog. Als kleine partij is het soms ook keuzes maken. ‘Op een zeker moment hebben we meer prioriteit aan digitaal gegeven’, aldus het Volt-Kamerlid.

Betrekkelijke harmonie

Wat opvalt, is de harmonie in de commissie. In de zaal, onttrokken aan het grote publiek, gaat het er vaak gemoedelijk aan toe. Het digitale dossier is nog niet zo gepolariseerd als bij commissiedebatten over stikstof of migratie. Daar vliegen de verwensingen nog wel eens in het rond, maar bij digitale zaken niet, op een enkele aanvaring na. Pas wanneer de commissie plenair vergadert, en dat gebeurt maar zelden, worden politieke verschillen opeens uitvergroot.
Tegelijkertijd krijgen commissieleden ook nog niet echt een voet tussen de deur, hoeveel ze ook de handen ineenslaan. Van agendering is zeker sprake, maar een echte koerswijziging van het logge overheidsschip blijft vooralsnog uit. Als excuus klinkt door dat de commissie nog niet zo lang bestaat en dat de eerste termijn (2021-2023) snel afliep met de val van kabinet Rutte-4. Wél is er nu behoorlijk wat IT-expertise in de Tweede Kamer, waar ook andere parlementariërs zich aan kunnen laven. Het niveau is door de jaren heen duidelijk gestegen. Bang dat die ontstane expertise vervliegt, is Verhoeven niet. ‘Ach ja, dat verwijt klinkt wel vaker. Weet je, dat vult zich bij elke nieuwe verkiezing wel weer op.’

Dit artikel werd ook gepubliceerd in iBestuur Magazine #55 van juni 2025
Nog geen (gratis) abonnement? Klik HIER

Lees ook:

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren