Het Centraal Planbureau (CPB) wil dat de overheid beleid ontwikkelt om te voorkomen dat misleidende informatie op platforms wordt verspreid. Of is het schadelijke informatie? Of nepnieuws? Hoewel het goed is om de discussie over de rol en verantwoordelijkheid van tussenpersonen te voeren (en die wordt al twintig jaar gevoerd), gooit het CPB te veel verschillende problemen, beleidskaders en oplossingen op één hoop.
Fake news is een heel lastig te definiëren probleem. Beeld: Shutterstock
Hoewel het CPB-rapport gaat over platforms, lijkt het zich vooral te concentreren op hele specifieke platforms. Het gaat vooral over zoekresultaten en sociale media. Dat is een belangrijk onderscheid, omdat in het rapport niet altijd duidelijk wordt wat voor soort beleid ontbreekt of gezocht wordt. Zo staat er bijvoorbeeld: ‘Net zoals de overheid regels voor de taximarkt (Uber, Lyft) en hotelmarkt (Airbnb, Booking.com) heeft heroverwogen, ligt het in de rede dat de overheid ook het beleid gericht op transparantie en aansprakelijkheid van platforms aanpast aan de nieuwe omstandigheden.’ Misschien lees ik het verkeerd, maar transparantie en aansprakelijkheid zijn beleid, en Uber, Lyft, Airbnb en Booking.com zijn platforms. Over welke markt gaat dit rapport dan?
Als ik het lees, lijkt het rapport te gaan over een mediamarkt (no pun intended), of een informatiemarkt. Het gebrek aan die specificering is belangrijk, want in dat niet gedefinieerde en zeer brede spectrum zijn al veel regels over transparantie en aansprakelijkheid van platforms opgenomen (zie bijvoorbeeld auteursrecht of laster).
Daarbij is een belangrijke afwezige in dit stuk de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), die vergaande regels over transparantie en aansprakelijkheid bevat bij het (gepersonaliseerd) verspreiden van informatie.
Bevoordeling?
Maar goed, terug naar het probleem. Misleidende informatie. Het CPB noemt de verspreiding van nepnieuws door nepaccounts. En ze bestempelen het als een urgent risico door de ongewenste politieke beïnvloeding via nepnieuws door statelijke actoren. Ze noemen de bevoordeling van eigen diensten in zoekresultaten en echokamers. Ze praten over de mogelijkheid dat een platform handelt tegen het belang van de gebruikers.
Dat is een lastig te vatten groep problemen. Je zou kunnen beargumenteren dat voor alle platforms geldt dat ze gebruikers sturen en beïnvloeden. Sterker nog, dat is het business model. Wanneer is het misleiding? De bevoordeling van eigen diensten in zoekresultaten is een urgent probleem, maar gaat over het actieve handelen van platforms zelf om zichzelf (of het moederbedrijf) direct te bevoordelen, en een probleem van mededinging waar de Europese Unie en de Autoriteit Consument & Markt (ACM) mee bezig zijn. Dat is een ander probleem dan geen actie ondernemen bij schadelijke informatie die door anderen worden verspreid.
Echokamers zijn een urgent probleem, maar liggen meer in het domein van databescherming dan in dat van ‘misleidende’ of ‘schadelijke’ informatie. Mensen worden immers steeds meer geconfronteerd met berichten die aansluiten op hun eigen voorkeuren en behoeften, op grond van hun dataprofiel. Daardoor missen ze informatie over meningen die hen minder plezieren.
Als het probleem verkeerde informatie over producten en diensten is, ligt het in het consumentenrecht en reclamerecht, op grond waarvan Booking.com overigens al regelmatig met succes op de vingers is getikt. Die regels zijn niet af en kunnen wat mij betreft heel goed verder worden ontwikkeld, maar ze moeten vooral goed worden gehandhaafd.
Hetzelfde geldt voor de AVG, die dus vergaande transparantieverplichtingen oplegt. De handhaving daarvan zal gevolgen hebben voor transparantie: datasubjecten krijgen beter te zien waarom ze bepaalde advertenties op hun platform krijgen. De vraag is nog steeds of dat voldoende zal zijn of mogelijk is in een zee van complexe algoritmen en zelflerende systemen. Als dat niet zo is, moet de discussie dus ook in het licht van databescherming en de AVG gevoerd worden.
Is Fox News fake news? Wat mij betreft wel. Moet het verboden worden? Wat mij betreft niet.
Fake news
Dan blijft vooral fake news over. Fake news is een hot topic dezer dagen. Het is goed om dat tegen te gaan door te investeren in het journalistieke landschap en mediawijsheid, zoals het CPB aangeeft. Maar het is óók goed als we investeren in een empirisch onderzoek dat precies laat zien hoeveel invloed er is geweest door fake news, voordat we investeren in draconische filters (een mogelijke oplossing die het CPB voorstelt). Daarnaast is fake news een heel lastig te definiëren probleem. Is Fox News fake news? Wat mij betreft wel. Moet het verboden worden? Wat mij betreft niet.
Het CPB stelt een aantal beleidsopties voor.
1. Zoals een vergunningstelsel. Wat voor vergunning? Wat lost het op? Zeggen we tegen Facebook dat ze eerst een socialemediavergunning moeten hebben waarin we heel streng opschrijven dat fake news uit den boze is? Wat is de toegevoegde waarde ten opzichte van regelgeving? Moeten websites met ‘nieuws’ een vergunning hebben? Gaan mensen die, gevoed door populisten, het vertrouwen zijn verloren in reguliere media opeens hun vertrouwen terugkrijgen met een vergunning?
2. Volgens het CPB is een andere optie om het prioriteringsmechanisme van platforms duidelijk te maken. Daar kunnen de transparantieverplichtingen uit de AVG bij helpen.
3. Optie drie is dat platforms ongewenste of schadelijke berichten markeren of filteren. Dat kan de overheid het beste voorschrijven, aldus de CPB. Ik vraag me af of de overheid moet voorschrijven wat ‘ongewenste’ berichten zijn. De Hongaarse premier Orbán heeft toch hele andere opvattingen over fake news. Daarnaast heeft de overheid weinig geloofwaardigheid opgebouwd door bijvoorbeeld een of meerdere rapporten van het Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC) te ‘contextualiseren.’ Soortgelijke maatregelen worden nu voorgesteld voor auteursrecht en zijn uiterst controversieel.
4. Er wordt ook gesproken over feedback door mensen. Er zijn (niet door het CPB genoemd) websites in omloop die een overzicht geven van onbetrouwbare bronnen, maar ook die zijn vatbaar voor manipulatie.
5. Ze noemen de mogelijkheid dat platforms gebruik maken van verified accounts. Dat heeft juist een schadelijk neveneffect: zie de Arab Spring, waar mensen onder schuilnamen gebruik moesten maken van social media om hun boodschappen te verspreiden.
Een andere optie die het CPB noemt, is dat politieke reclame niet gepersonaliseerd plaats mag vinden. Dat is een interessante (en vergaande) suggestie, maar dan moeten we toch eerst beter kijken hoe politieke reclame het probleem is geweest en of zo’n maatregel een oplossing zou kunnen zijn.
Al met al is het interessant dat het CPB dit stuk lanceert. Er staan een aantal verder te bekijken opties in, maar ik vind het stuk niet altijd even behulpzaam omdat het te veel verschillende problemen in verschillende contexten op één hoop gooit. Daarnaast moeten we eerst goed praten over wat het probleem precies is en hoe het werkt, voordat we kunnen praten over oplossingen.
Zoals het rapport in één van haar laatste alinea’s terecht zegt: ‘in hoeverre een platform aansprakelijk zou moeten zijn voor externe effecten, hangt dan af van het specifieke probleem en alternatieve oplossingen die voorhanden zijn. Een te grote aansprakelijkheid kan daarbij ten koste gaan van de vrijheid van meningsuiting en de ruimte voor innovatie.’
Precies.
Floris Kreiken is beleidsadviseur bij het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en schreef dit artikel op persoonlijke titel