Markt en overheid
Interview

CTO/CISO Sandor de Coninck van Rijkswaterstaat: ‘Ik geloof in open platforms’

Rijkswaterstaat wil een volledig datagedreven organisatie zijn. Open data, open platforms en open systemen zijn cruciaal voor deze ambitie, stelt CTO/CISO Sandor de Coninck. De oproep van staatssecretaris Knops om de broncodes open te stellen, vult Rijkswaterstaat al behoorlijk in, maar is niet voor alle software en systemen mogelijk.

Beeld: Shutterstock

Rond de fysieke infrastructuur van Rijkswaterstaat – van de snelweg tot rivieren en kanalen – bevindt zich een schat aan data; denk aan de monitoring van verkeersstromen en het beheer van wegen en vaarroutes en objecten als viaducten, tunnels, bruggen, sluizen en waterkeringen. Data waar niet alleen Rijkswaterstaat zelf maar ook de gebruikers van haar infrastructuur hun voordeel mee kunnen doen, weet Sandor de Coninck. Als CTO en tevens CISO is hij verantwoordelijk voor de technologie-ontwikkeling en de informatiebeveiliging. De inzet van data is nadrukkelijk het onderwerp van het in 2017 ingerichte RWS Data Lab , waar de voor Rijkswaterstaat relatief nieuwe beroepsgroep van data scientists dankzij de pètabytes aan beschikbare data aan slimme algoritmes werkt om de bedrijfsvoering te verbeteren, zoals intelligente camera’s die gebruikmaken van AI. Het RWS Data Lab is voor Rijkswaterstaat het middel om volledig datagestuurd te werken. “Een belangrijke wens”, zegt De Coninck, “is voorspellend te gaan werken. Neem verkeersveiligheid, een onderwerp waar iedere burger wel wat mee heeft. Uit de jaarlijkse overzichten weten we op welke plekken in ons wegennet de meeste ongelukken gebeuren. Het zou geweldig zijn als je dit soort situaties van tevoren kunt duiden, om verkeersongelukken te voorkomen. Honderd procent voorkomen bestaat natuurlijk niet. Wel kunnen we gerichter verkeersinspecties gaan sturen. We beschikken over allerlei data, van KNMI-data over het weer en topografische data tot gegevens over waar veel algengroei op het asfalt zit en hoe dicht de bomen bij de weg staan. Dat zijn allemaal data die van invloed zijn op de verkeerssituatie. Met data-analyse kunnen we data-informatiebeelden krijgen van de hotspots. Daar kun je dan tijdig actie op ondernemen. Dan kan al eenvoudig met waarschuwingen op onze matrixborden boven de weg. Ook weten we uit ervaring dat als we ergens een van onze gele auto’s langs de weg zetten, automobilisten alerter zijn.”

Open data

Rijkswaterstaat heeft al sinds 2010 een open data-beleid . Data over verkeer of waterberichtgeving zijn beschikbaar voor geïnteresseerde professionals en het grote publiek. Een tastbaar voorbeeld is de soepele doorstroming van het verkeer, ‘smart mobility’ in het eigen jargon. Om meer innovaties op dit vlak uit te markt te halen, is Rijkswaterstaat een Innovation Hub gestart waar bedrijven ideeën of prototypes voor apps of ICT-oplossingen aan kunnen reiken. “Iedereen kan daar aan de ontwikkeling van een innovatie meewerken”, legt De Coninck uit. “Er zijn daar al honderden open source oplossingen aangeboden.” Via deze hub heeft Rijkswaterstaat bijvoorbeeld de applicatie Open Street Map leren gebruiken voor haar reeks van geografische kaarten en de vanAnaarBeter-website waar de werkzaamheden aan het rijkswegennet op een rij staan.
Een idee vanuit de organisatie zelf is een ‘Waterradar’. “Bij het autoverkeer kennen we de groene golf, op het water hebben we de blauwe golf”, vertelt De Coninck. “Schippers gaan nu vaak vol gas van sluis naar sluis. Maar als er een stremming is vanwege een dichte brug of een drukke vaarroute, moeten ze wachten. Met een Waterradar à la Buienradar kan een schipper zien dat als hij bijvoorbeeld tien kilometer per uur vaart, hij precies een brug is op het moment dat deze open is en hij door kan varen. Dat geeft ook minder uitstoot en dat is beter voor het milieu. Dit soort toepassingen is niet ver weg meer.”

Samen met de waterschappen werkt Rijkswaterstaat aan een Watercloud. Elkaars data en modellen gebruiken levert een betere en rijkere waterdatahuishouding op, zodat de waterbeheerders in ons land nog beter hun werk kunnen doen. Onderzoek wees vorig jaar uit dat een cloudplatform, waarin waterprofessionals met modellen, data en software kunnen rekenen, uiterst zinvol is. Doel is om de watercloud te laten draaien op een open source software geënt platform, zoals Cloud Foundry. “We gaan de uitvoering hiervan dit jaar stapsgewijs realiseren”, zegt De Coninck. “Ik geloof in dit soort open platforms. Juist met open data kunnen we zoveel mogelijk functionaliteit laten ontwikkelen. Cloudfoundry is een product dat we al een jaar of vijf gebruiken. We hebben via dat platform al heel veel laten ontwikkelen. Het geeft een organisatie veel vrijheid om de eigen data door andere experts te laten verrijken, en daar gaat het om. Om de lijn dan verder door te trekken, voorzie ik dat op basis van de waterclouddata ook apps worden ontwikkeld. Iedereen in ons land volgt het weerbericht. Soms komt er een waarschuwing dat het stormkracht X wordt en dat de waterstand hoger komt dan Y. Dan is het zinvol voor burgers om te weten of ze in een veilig gebied zitten. Er zijn op internet al verschillende vrij te gebruiken apps beschikbaar waarmee je informatie over de waterhuishouding op kan halen, die interessant is voor jou als individu of voor jou als bedrijf.”

Open broncode

Met deze initiatieven sluit Rijkswaterstaat aan bij het ‘open tenzij’ beleid van het Rijk. In de in 2019 geformuleerde i-Strategie 2.0 is de focus op open standaarden en open software bevestigd. De toepassing van deze twee gaat hand in hand. De oproep vorig jaar van staatssecretaris Knops (BZK/Digitale Overheid) aan overheidsorganisaties om vanaf 2021 de broncodes open te stellen en hun software via een open source-licentie te delen met de samenleving, heeft Rijkswaterstaat al behoorlijk beantwoord, vindt De Coninck. Toch voorziet hij nog hindernissen. “De ambitie om software te delen is er beslist, maar de uitvoering is ingewikkeld.” Een punt om te benadrukken, stelt hij, is dat Rijkswaterstaat zelf geen software ontwikkelt, maar alles inkoopt bij marktpartijen. Een van zijn taken als CTO/CISO is het stellen van de kaders met normeringen en principes voor de onderdelen van Rijkswaterstaat hoe ze marktpartijen benaderen. Ook daarin is de open source-component vertegenwoordigd, aldus De Coninck. “We zijn echter gehouden aan het Europese aanbestedingsrecht en dat is op punten strenger dan de Nederlandse richtlijn.” De voorwaarde van ‘vrij op internet verkrijgbaar’ is bovendien niet bij alle software en systemen van Rijkswaterstaat mogelijk. “We hebben veel kritieke systemen voor bijvoorbeeld het bedienen van een brug, een sluis of een gemaal. Dat soort software willen we niet op een openbaar platform hebben. Je weet nooit wat voor nieuwe versies dat oplevert, denk aan de mogelijkheid om dit soort objecten over te nemen. Je moet er niet aan denken dat een brug opeens vanzelf gaat bewegen. We kunnen software open en veilig laten ontwikkelen, maar er zijn gedegen tests vereist in ons verificatie- en validatiecentrum in Delft om dergelijke software te checken alvorens we ze weer in de operatie in kunnen zetten.”

Sandor de Coninck

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren