Blinden worden dagelijks geconfronteerd met obstakels waar mensen zonder beperking geen weet van hebben. Bijvoorbeeld bij het lezen van de weekaanbiedingen van de supermarkt of het aanvragen van een nieuw paspoort.
Beeld: Hans Braxmeier / Pixabay
9.00 uur
Ik open mijn mail. Ha, een mailtje met de weekaanbiedingen van de supermarkt. Helaas is het een scan van een folder die mijn computer niet kan lezen. Geen man overboord. Ik bel gewoon met de supermarkt. Na een half uur in de wacht tref ik een vriendelijke medewerker die de aanbiedingen voorleest. We zijn een uur verder, eigen schuld had ik maar niet moeten ingaan op het wasmiddel dat mij dertig euro zou besparen.
Week van de Toegankelijkheid
Van maandag 7 tot en met vrijdag 11 oktober is het de ‘Week van de Toegankelijkheid’. In dit kader staan we dagelijks stil bij dit onderwerp. In deze bijdrage een dag uit het leven van een blinde.
11.00 uur
Afspraak regelen voor het aanvragen van een nieuw paspoort. Ik probeer het afsprakenformulier van mijn gemeente in te vullen, lukt niet en uitgerekend nu loopt ook mijn computer nog vast. Bellen dan maar met de gemeente. Na een kwartiertje zoeken vind ik een link die mijn computer voorleest als ‘images/dec_20349_wp_9/webstyle666/cont.jpg. (dat is een knopje waar in fraai gedecoreerde letters ‘contact’ staat). Na een kwartier in de wacht lukt het mij een afspraak voor vanmiddag te maken.
Helaas zijn mijn kalmeringspillen op, ik heb ze hard nodig. Bestellen via de website lukt niet. Mijn moeder biedt uitkomst. Heel fijn om als dertiger je moeder te vertellen welke pillen ze op welke schimmige website voor mij kan bestellen.
13.00 uur
Op naar het gemeentehuis. De OV-planning werkt niet. Geen punt, ik vraag gewoon aan mijn moeder welke bus ik moet hebben. Bij de bushalte staat niemand. Na een paar minuten hoor ik de bus aan de overkant voorbij razen. Jammer, maar hoe had ik dat kunnen weten? Nergens stond een duidelijk aankondigingsbord. Na een half uurtje wachten bereik ik alsnog mijn bestemmingshalte. Op naar het gemeentehuis, dacht ik, maar mijn navigatieapp stuurt mij de verkeerde richting op. Al met al een uur te laat op het gemeentehuis. Ik trek een nummertje en hoop op een vriendelijke medewerker.
Bovenstaand is een enigszins gechargeerd verslag van de obstakels waar ik als blinde op een doorsnee dag tegenaan loop. Ondanks de voortschrijdende technologie zijn er nog steeds folders die ik niet kan lezen, overheidswebsites waarmee ik niet uit de voeten kan en bussen en navigatiesystemen die mij niet brengen waar ik moet zijn.
Vroeger had mijn moeder de handen vol aan mij. Zij heeft mij zo vaak geholpen met van alles dat zij uiteindelijk zonder probleem aan de slag kon bij Dedicon, een instelling die studiematerialen omzet voor blinden. Ook zelf had ik ongeveer een dagtaak aan het uitzoeken van de werking van hulpmiddelen en de achterliggende technologie. Uiteindelijk was dat geen verloren tijd, want deze kennis kwam mij goed van pas voor mijn bedrijf BlindMobility.
Maar helaas, niet iedereen heeft zo’n moeder voor wie niets te veel is en het lukt niet iedereen om tegenslagen om te zetten in iets positiefs, in mijn geval een eigen bedrijf.
Wie als blind kind voortdurend met obstakels wordt geconfronteerd waar mensen zonder beperking geen weet van hebben, loopt het gevaar de moed te verliezen. ‘Zoek het allemaal maar uit, ik doe niet meer mee.’ Met als gevolg dat hun levens zich voornamelijk thuis op de bank afspelen. Ze zijn veroordeeld tot een leven aan de zijlijn van de samenleving. Het ergste is nog dat het niet nodig is. Natuurlijk kunnen bouwers van websites, apps en allerhande apparatuur niet alle problemen oplossen waar mensen met een beperking mee worden geconfronteerd. Maar met wat meer betrokkenheid en inzet en door beter en slimmer na te denken is deze groep – die veel groter is dan menigeen denkt – al erg geholpen. Aan de slag dus om ook deze groep de kans te geven volwaardig deel te nemen aan de samenleving.