Digitale weerbaarheid
Blog

Datahonger als bananenschil

Datasturing vraagt om terughoudendheid, goede afspraken en spelregels over veiligheid en dataprotectie. En met respect voor privacy. Je moet het alleen doen als je de gegevens van je eigen kinderen in het systeem durft te zetten. Als we die voorwaarde niet durven stellen dan verandert data van een waardevolle grondstof in een bananenschil.



Datasturing vraagt om terughoudendheid, goede afspraken en spelregels over veiligheid en dataprotectie. En met respect voor privacy. Je moet het alleen doen als je de gegevens van je eigen kinderen in het systeem durft te zetten. Als we die voorwaarde niet durven stellen dan verandert data van een waardevolle grondstof in een bananenschil.

“Als mijn kind zorg nodig heeft dan betaal ik dat zelf wel. Ik wil niet dat zijn gegevens in de systemen van de gemeente terecht komen.” Dat is geen uitspraak van een beschadigde ouder uit de toeslagenaffaire. Dit is een uitspraak van een oud-collega van mij uit het sociaal domein. Een medewerker, die elke dag met hart en ziel probeerde om kwetsbare kinderen van anderen te helpen, maar ook een moeder die haar eigen kind niet in dat systeem wilde hebben. Niet omdat de zorg niet deugt, niet omdat de mensen niet deugen, maar vanwege de onverzadigde datahonger van overheden en vanwege de onzorgvuldigheid met al die gegevens.

“Je weet gewoon niet wat er gebeurt met de gegevens”

Ik vertelde dit verhaal een tijdje geleden tijdens een bijeenkomst over digitaal leiderschap aan een aantal collega-gemeentesecretarissen. Het werd even stil. Toen vertelde één van collega’s dat hij een tijdje geleden ook had besloten om zelf de zorgrekening van zijn kind op te pakken. “Je weet gewoon niet wat er gebeurt met de gegevens”. Het bleef opnieuw stil. Er werd begrijpend geknikt. Hij was duidelijk niet de enige.

Dit voorbeeld is geen incident. Steeds vaker zie ik dat de wens van overheden om datagestuurd te werken schadelijke gevolgen heeft voor met name de individuele dienst- en hulpverlening. Ik durf inmiddels wel te stellen dat onze datahonger een afschrikwekkende werking heeft op inwoners en de betrouwbaarheid van de overheid heeft aangetast.

‘Integrale kinddossiers’, ‘één gezin/één plan’, ‘vroegsignalering schulden’, ‘preventieve aanpak ondermijning’, zomaar een handvol zorgtrajecten. Trajecten die vanuit goede intenties zijn en worden gestart. Trajecten waaraan goede en betrokken ambtenaren en hulpverleners werken en die bij hun werk worden ondersteund door allerhande datasets en datatoepassingen. In de backoffice leveren deze data allerlei – meer en minder relevante – inzichten op. Maar in de frontoffice werpen de data een steeds hogere drempel op. Ze zorgen ervoor dat voor kwetsbare, inwoners de gang naar het stadhuis al lang niet meer vanzelfsprekend is. Ze zorgen ervoor dat mensen geen hulp durven te vragen. Er heerst angst. “Als ik aangeef dat ik schulden heb, dan raak ik misschien m’n kind kwijt.” En die angst begrijp ik. Overheden registreren immers alles, wij koppelen immers alles, wij bewaren immers alles.

En dat gaat lang niet altijd goed. Dat hebben we inmiddels wel ontdekt. We hebben de afgelopen jaren echt wel geleerd dat het voorspellen en analyseren van gedrag op basis van de data een stuk ingewikkelder – en politieker – is dan gedacht. We hebben ook gezien dat de dringende, en soms dwingende, wens om patronen en daders te vinden kan leiden tot blinde vlekken, uitsluiting of zelfs tot (institutionele) discriminatie. En we hebben geleerd dat de kwaliteit van de beschikbare data vaak te wensen over laat.

We blijven gegevens koppelen. Hoe kwetsbaarder het gezin, hoe groter de gegevensverzameling.

We zien inmiddels ook echt wel dat datasturing bij individuele dienstverlening op z’n zachts gezegd risicovol kan zijn, maar we kunnen de rem nog niet vinden. Dus(?) rijden we maar door. Gesteund door het feit dat de over meeste beleidsambtenaren nauwelijks twijfel hebben over hun eigen datavaardigheden en gelegitimeerd door het feit dat de term datasturing werkelijk in elk coalitieakkoord staat. We blijven experimenteren met de gegevens van onze inwoners. We blijven gegevens koppelen. Hoe kwetsbaarder het gezin, hoe groter de gegevensverzameling. Een onuitwisbare digitale voetafdruk, zonder heldere strategie, zonder goede data governance en zonder dat de privacy op orde is.

Maar…, er verandert iets. Nog niet in de stadhuizen, maar zeker wel daarbuiten. Bij de hulpverleners op straat, op scholen en in de wijken. Steeds vaker beginnen juist daar de gesprekken met de belofte dat er geen (persoons)gegevens worden genoteerd. Wat de beleidsmedewerkers daar ook van vinden. Privacy is op die plekken al lang geen vies woord meer. Integendeel, de belofte om geen gegevens te delen is vaak de voorwaarde om je werk te kunnen, om het gesprek te beginnen, om het vertrouwen te (her)winnen. Om het probleem op tafel te krijgen. Zo ontstaan er een soort datavrije zones. Mensen krijgen daar weer een gezicht in plaats van een risicoprofiel.

Laat duidelijk zijn, ik ben niet tegen datasturing, maar ik ben wel voorstander van wat meer terughoudendheid, en met goede afspraken en spelregels over veiligheid en dataprotectie. Je kunt als overheid alleen datagestuurd werken als je privacy geen vies woord vindt. Sterker nog: je moet het alleen doen als je de gegevens van je eigen kinderen in het systeem durft te zetten.
Als we die voorwaarde niet durven stellen dan verandert data van een waardevolle grondstof in een bananenschil. Een bananenschil waar afdelingen I&A over zullen struikelen, waar medewerkers in de uitvoering over zullen struikelen, waar bestuurders over zullen struikelen. Maar veel belangrijker nog, het wordt dan een bananenschil waar kinderen in de jeugdzorg keihard op onderuit kunnen gaan, omdat ze naast de zorg ook een datastempel hebben gekregen. Soms voor het leven. Ook al had niemand dat zo bedoeld.

André Huykman is gemeentesecretaris/algemeen directeur van de gemeente Zoetermeer

  • Paul Oude Luttighuis | 22 september 2022, 15:46

    De bananenschil wordt neergelegd door het hardnekkige discours dat data een grondstof noemt, en waardevol bovendien. Iets exploitabels dus. Daarvan wil je toch altijd zoveel mogelijk hebben?

    Data is helemaal niet waardevol, maar is betekenisvol. Data exploiteren doet altijd af aan betekenis. Betekenis komt met maat en verantwoordelijkheid. Betekenis geven en nemen, dat is maat weten.

    We moeten dus dat discours de maat nemen. Omdat het die zelf vergeet. Dat “grondstof” is al de bananenschil-in-the-making.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren