Data en ai
Artikel

De digitalisering van Defensie

Twee Nederlandse F35's verkennen het luchtruim. | Beeld: Cristian Schrik en Aaron Zwaal

Digitalisering raakt ook het ministerie van Defensie en haar domeinen landmacht, luchtmacht, marine, marechaussee, cyber en space (ruimte). De uitdagingen zijn aan de ene kant dezelfde als die van andere departementen, aan de andere kant zijn er grote verschillen. Een verkenning van de digitale ontwikkelingen waar Defensie mee te maken krijgt, haar strategie in drie golven, en de speciale rol van het Datalab.

Data zijn een strategische asset, zo staat te lezen in de Defensiestrategie Data Science en AI 2023-2027. “Defensie moet informatie snel en slim verkrijgen, verwerken en verspreiden om gericht te sturen en zo succesvol te kunnen zijn in moderne conflicten en crises.” Het woord oorlog ontbreekt in deze zin, want dat wordt niet licht gebruikt door het ministerie van Defensie. Oorlog is een grondwettelijke term die past bij de aantasting van de soevereiniteit van een land. Chief information officer Jeroen van der Vlugt: “Bij defensie zijn we alert op hoe en wanneer we dat woord gebruiken.”

Het is niet enige woord dat zorgvuldigheid vereist. Een eenvoudige vraag over het verschil tussen informatie en inlichtingen blijkt helemaal niet zo eenvoudig. Want alle inlichtingen zijn informatie, maar niet alle informatie zijn inlichtingen. Of ‘intelligence’, in vaktermen. Het is de manier waarop of de middelen waarmee gegevens worden verkregen die de doorslag geeft, met de Wet op inlichtingen- en veiligheidsdiensten als scheidsrechter. Van der Vlugt: “Het mandaat bepaalt of iets inlichtingen zijn of niet en daar wordt toezicht op gehouden.”

Het mandaat bepaalt of iets inlichtingen zijn of niet en daar wordt toezicht op gehouden.
Jeroen van der Vlugt, Chief Information Officer bij het ministerie van Defensie

Een tank blijkt ook niet gewoon een tank. Van der Vlugt wijst naar een kalender aan de muur van het kantoor. Op de maand juli prijkt een tankachtig voertuig. “Dat noemen wij een platform”, zegt hij. “Alhoewel onze infanteristen dit type een auto noemen omdat we daarmee troepen vervoeren.” Meerdere tanks bij elkaar heten een eskadron. Meerdere schepen zijn een eskader en meerdere vliegtuigen een squadron. Maar allemaal zijn het platforms. Vanuit digitaliseringsperspectief is dat best logisch. Op de platforms draaien namelijk toepassingen, zoals sensor- en wapensystemen.

Slimmer, kleiner en arbeidsextensiever

Met de taalles achter de rug, zet Van der Vlugt uiteen wat de huidige en toekomstige ontwikkelingen zijn waar het ministerie van Defensie mee te maken heeft. Digitalisering maakt wapensystemen steeds efficiënter, radars kijken scherper en verder. De oude generatie vlaggenschepen Tromp en De Ruyter hebben een karakteristieke ronde bolradar bovenop, zo’n 300 mensen aan boord en wapensystemen die worden bediend vanuit de commandocentrale. Daar verwerkten tientallen mensen de data die zij via de sensor- en wapensystemen binnenkregen. De nieuwe luchtverdedigings- en commando­fregatten hebben dezelfde lengte als de oude, maar de systemen aan boord zijn efficiënter geworden. Radars zijn kleiner van vorm, maar kijken ruim 2.000 kilometer ver en halen veel meer data binnen. “Slimmer, sneller en arbeidsextensiever. Dat was de eerste digitaliseringsgolf”, vat Van de Vlugt samen.

De tweede golf is het verzamelen, verrijken en distribueren van informatie over meerdere platformen. Bijvoorbeeld het integreren van systemen om de effectiviteit van een wapen te vergroten. Van der Vlugt: “De schepen zijn we met elkaar gaan verbinden zodat een eskader geïntegreerd kan worden aangestuurd. De som der delen maken we groter wanneer we ook de systemen van vliegtuigen en drones kunnen toevoegen.”

Gescrubd, gederubriceerd en geherrubriceerd

Informatie Systeemintegratie is ook bij dit ministerie een forse uitdaging, maar niet alleen vanwege de verschillende makers en leveranciers van systemen en applicaties. Defensie heeft te maken met data in verschillende geheimhoudingsklassen of rubriceringen. Verschillende rubriceringen hebben verschillende regels voor wie wat mag zien en waar data fysiek worden opgeslagen. Een ‘technical operator’ in het veld heeft een systeem op het lijf, inclusief antenne.

Als een F-35 daar vliegt en staatsgeheime informatie oppakt, dan mag hij dat niet zomaar met die operator delen als diens systeem niet geschikt is om die klasse geheime informatie te verwerken. Die data moeten eerst gescrubd, gederubriceerd en geherrubriceerd worden. En dat moet onmiddellijk, anders zijn de gegevens te laat op de juiste plek. “Combineren van gegevens maakt informatie vaak geheimer”, voegt Van der Vlugt toe.

In de tweede golf komt het digitale domein nadrukkelijk naar voren en het raakt steeds vaker het fysieke. “In Oekraïne zien we hoe de oorlog in het fysieke domein gelijk optrekt en soms overloopt in het digitale domein”, zet Van der Vlugt uiteen. Militaire informatie wordt soms vervuild zodat algoritmes in wapensystemen niet meer optioneel functioneren. Digitale wapensystemen worden gesaboteerd. Zeekabels in het fysieke domein zijn de levensader voor ons internet en lopen risico op spionage en sabotage. “Wij zijn sterk afhankelijk van het digitale signaal dat in het fysieke domein wordt belaagd.”

Oorlogsvoering was voorbehouden aan statelijke actoren. Nu zijn ook commerciële spelers betrokken die ook partij kiezen.
Jeroen van der Vlugt, Chief Information Officer bij het ministerie van Defensie

Informatie gaat in de aankomende derde golf een nadrukkelijker rol krijgen en effecten sorteren in het fysieke, cognitieve en digitale domein. Van der Vlugt: “We zien nu al dat bij het plannen van militaire operaties data steeds crucialer worden. Ook gebruiken we steeds meer opensourcegegevens: terrein­gesteldheid, klimaatgegevens, satellietbeelden, AI-achtige algoritmes voor beeldherkenning om te bepalen wat er precies te zien is en hoeveel. Op basis daarvan kan men een plan maken. Dat is militaire besluitvorming op basis van gegevens.”

Commerciële spelers

Al die data moeten worden rondgepompt en dat kan niet over de gewone telefoonlijn. Communicatieverbindingen zijn militaire middelen. “Even je telefoon aanzetten is het domste wat je kunt doen in conflictgebied.” De opkomst van satellietverbindingen gaat dan ook hard. Starlink van Elon Musk is een voorbeeld van de opkomst van commerciële partijen die conflictgebieden betreden. Microsoft maakt technologie mogelijk voor de Oekraïense overheid en werkt samen met StarLink. De softwarepakketten van Palantir maken het mogelijk militaire operaties te plannen. Dat is nieuw voor het digitale domein, zegt Van der Vlugt. “Oorlogsvoering was voorbehouden aan statelijke actoren. Nu zijn ook commerciële spelers betrokken die ook partij kiezen. Als Nederland zien wij die afhankelijkheid en dat is een politieke kwetsbaarheid.” Hij vertelt dat Nederland dezelfde commerciële satellietcapaciteit gebruikt als de Oekraïense overheid. “Die satellietcommunicatie werd als eerste uitgenomen door de Russische federatie, zodat zij grotere slagkracht zouden hebben op de grond. Een recent voorbeeld van wanneer oorlog zoals we dat kennen, samenvalt met dreiging in het digitale domein.”

Digitalisering vraagt van het ministerie van Defensie kennisopbouw in alle lagen van de organisatie. Op kantoor verschillen de vaardigheden per functie en per afdeling. In het veld is iedereen doordrongen van het belang van deze kennis. Van der Vlugt: “In een conflict heeft het geen zin om tweede te worden. Er is maar één winnaar, maar er kunnen meerdere verliezers zijn. Een goede tweede worden heeft weinig zin. Als wij geen gebruikmaken van alle technologische middelen die tot onze beschikking staan en de tegenstander doet het wel, dan zijn we kansloos. Wij hebben de drive om alles te gebruiken wat er is.”

We onderzoeken bijvoorbeeld hoe we autonome systemen zoals onderwaterdrones of tanks slimmer kunnen maken.
Sofie Berns, hoofd van dit expertisecentrum voor datascience

Slimme onderwaterdrones

Naast kennisopbouw investeert Defensie in het onderzoeken van de mogelijkheden van de nieuwste technologie. Het Joint Informatievoorziening Commando (JIVC) Datalab werkt aan de vraagstukken van morgen door vandaag te experimenteren. “Dat is onze innovatie-opdracht”, zegt Sofie Berns, hoofd van dit expertisecentrum voor datascience. “We onderzoeken bijvoorbeeld hoe we autonome systemen zoals onderwaterdrones of tanks slimmer kunnen maken. Niet individueel maar in combinatie.” Als een experiment geslaagd is, ontwikkelt Datalab het stapsgewijs tot een product dat schaalbaar is en inzetbaar voor alle domeinen van Defensie.

Berns mag lang niet alles delen over waar het Datalab zich mee bezighoudt. Wel mag ze praten over het verfijnen van point clouds, een 3D-visualisatietechniek van data die worden ingewonnen door drones. “Verbindingen worden sneller, drones slimmer. Zij kunnen steeds sneller meer en preciezere data doorsturen. De ruis was handmatig niet meer te filteren. We hebben een algoritme geschreven waardoor we sneller deze data kunnen analyseren en tot informatie komen.” Berns vult aan: “Vraagstukken van morgen zijn ook: hoe blijven we in missiegebied communiceren met elkaar? Als dat per satelliet gaat, welke signalen zenden we dan uit? Waar zitten de bedreigingen en de kansen? We kijken in missiegebieden ook naar social media en andere openbare bronnen; hoe we daar informatie uit kunnen halen.”

Centrale partij

Een ander onderzoeksgebied is voorspellen met gevoelige data, zoals met een algoritme dat een schip de beste route laat bepalen. Dat hoeft niet altijd de snelste route te zijn; dat kan ook de veiligste zijn of die met de minste CO2-uitstoot. De beste route is afhankelijk van het doel, de grootte van het schip, het weer, de stroming, mogelijke obstakels onderweg. In diezelfde categorie zit predictive maintenance. Voorspellen wanneer onderdelen toe zijn aan onderhoud of vervanging lijkt misschien niet heel spannend maar is wel heel belangrijk. Berns zegt: “Lange tijd was er weinig geld om te investeren in ons materieel en de onderdelen zijn vaak kostbaar. Het is steeds beter mogelijk op basis van algoritmes te voorspellen wanneer onderdelen aan vervanging toe zijn. Om publieke middelen zo goed mogelijk in te zetten willen we materiaal op het juiste moment vervangen. Niet te laat, maar ook niet te vroeg.”

Datalab stelt voorspelmodellen, standaarden en andere tools beschikbaar voor alle medewerkers van Defensie op een eigen (veilig en beheerd) datascienceplatform, zodat zij die kunnen aanpassen aan hun eigen situatie. “Zo maken we Defensiebreed het bedrijven van datascience eenvoudiger”, zegt Berns. “Wij zijn de centrale partij voor heel defensie. Men hoeft dus niet zijn eigen algoritmes of tooling te laten ontwikkelen. We maken in feite softwareontwikkeling arbeidsextensief.”

Dit artikel werd gepubliceerd in iBestuur Magazine #48

Een (online) abonnement op iBestuur Magazine is gratis voor voor bestuurders, beslissers en beleidsmakers binnen de publieke sector die betrokken zijn of zich betrokken voelen bij de i-overheid.

Meer informatie en abonneren

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren