De I-strategie in vijf bedrijven, deel II
Eind 2009 voerde de rijksoverheid het CIO-stelsel in, met per departement een CIO. Vervolgens ontwikkelde de Interdepartementale Commissie van CIO’s zich onder leiding van rijks-CIO Maarten Hillenaar tot meer dan een overleg- en onderhandelingsorgaan. In hoeverre kijken CIO’s nu voorbij de muren van hun departement? iBestuur vroeg het aan Peter Welling, CIO/hoofddirecteur Dienst Concernstaf en Bedrijfsvoering BZK.
“Ongetwijfeld hebben incidenten met ontspoorde IT-projecten een rol gespeeld bij de invoering van het CIO-stelsel. Maar het opwaarderen van het IT-management tot een bestuurlijke topfunctie is toch vooral een vertaling van het toenemende strategische belang van informatietechnologie voor de rijksoverheid. Bovendien is nu volledig duidelijk wie verantwoordelijk is. We kunnen inmiddels vaststellen dat zowel binnen als tussen de departementen het verschijnsel CIO zich heeft geworteld. Niet toevallig waarschijnlijk zijn er de laatste jaren geen grote ICT-projecten mislukt.
Een parallelle ontwikkeling is dat we er vanuit de interdepartementale CIO-commissie (ICCIO) steeds meer naartoe groeien taken te delen. In deze commissie is ook een werkverdeling afgesproken, waarin de meeste CIO’s tevens rijksbrede thema’s trekken. We zijn geen heiligen natuurlijk, maar je kunt vaststellen dat er steeds meer afspraken worden gemaakt die goed uitpakken voor de rijksdienst als geheel. Ook als die voor een specifiek departement minder profijtelijk uitpakken.
De basishouding ten opzichte van samenwerking wordt positiever. Het is ook zonneklaar dat het voor individuele departementen te complex of te duur wordt om het alleen te doen. Zeker op IT-gebied zijn er veel generieke componenten.
Het regeerakkoord vergroot de noodzaak tot samenwerking. Daarin is bovendien als doelstelling opgenomen dat burger en ondernemer in 2017 volledig digitaal kunnen communiceren met de overheid. Dat kan alleen maar via harmonisatie en standaardisatie van ICT-systemen. En dan niet alleen binnen de rijksdiensten, maar ook met uitvoeringsorganisaties, provincies, gemeenten en waterschappen. Die ontwikkeling is nu bezig. Duidelijk is dat daar een hoop valt te winnen, ook in letterlijke zin. Er zitten grote organisaties bij waardoor je dankzij de schaalgrootte gezamenlijk grote kostenvoordelen kunt realiseren.”