De impact van Europese regels op de platformeconomie
Grote online platformen bieden vele voordelen voor de digitale wereldmarkt, maar krijgen ook veel kritiek vanwege hun machtspositie. De Digital Markets Act (DMA) moet sinds 2023 de machtsbalans herstellen. Lukt dat ook? Tijdens de ECN Digital Markets Act Conference bespraken internationale mededingingsautoriteiten en experts de impact van deze Europese wetgeving. In deze artikel doet platformexpert Martijn Arets een verslag van zijn bevindingen.
Platformen als Google, Apple en Meta vormen een steeds belangrijkere private infrastructuur voor de organisatie van de digitale wereldmarkt. De voordelen zijn duidelijk: deze marktplaatsen maken online transacties eenvoudig en bieden ontwikkelaars en verkopers laagdrempelig toegang tot een miljardenpubliek. Dat geeft platformen ook veel macht: zij bepalen als ‘private regulator’ de regels van het spel. De gebruiker heeft weinig te zeggen en er is weinig transparantie. En dat is gevaarlijk, zeker met de opkomst van AI. Daarom staat de machtspositie van platformen internationaal ter discussie. De Europese Commissie ontwikkelt bijvoorbeeld allerlei regels om consumenten en ondernemers te beschermen. Denk aan de DSA, P2B directive, de AI-act, de Data-act en de Platformwork Directive. De meest bekende nieuwe wet is de wet digitale markten (Digital Markets Act, DMA). Die moet sinds vorig jaar zorgen voor een gelijk speelveld voor alle digitale bedrijven.
Toch geldt de DMA slechts voor een specifieke groep platformen. Op de website van de Rijksoverheid staat dat de wet geldt als het platform ‘dezelfde kernplatformdienst in ten minste 3 EU-lidstaten levert’ en de afgelopen drie jaar minstens 7,5 miljard euro jaaromzet had in de EU (of een marktwaarde heeft van minstens 75 miljard euro in het afgelopen jaar). Verder moet zo’n platform de afgelopen 3 jaar minstens 45 miljoen actieve eindgebruikers hebben en minstens 10.000 zakelijke gebruikers die in de EU gevestigd zijn. Het gaat dus echt om hele grote platformen die als ‘poortwachters’ een markt domineren.
Ik bemoei mij al ruim 10 jaar met vraagstukken rondom een eerlijke platformeconomie en vind regelgeving en platformen een erg interessant onderwerp. Zo organiseerde ik in een vroeg stadium de conferentie Op weg naar werkbare regelgeving voor de Europese platformeconomie over de mogelijke impact van nieuwe wetgeving. Hoe gaat het tot nu toe in de praktijk? Om daarachter te komen organiseerden nationale mededingingsautoriteiten eind juni 2024 de ECN Digital Markets Act Conference. Terwijl de wetten in Brussel worden gemaakt, zijn nationale autoriteiten namelijk verantwoordelijkheid voor de uitvoer, implementatie en handhaving. Evaluatie en dialoog met belanghebbenden zijn daarbij heel belangrijk, zeker in een snel veranderend digitaal landschap.
Het belang van een gelijk speelveld
Tijdens de conferentie benadrukte DMA-oprichter en Eurocommissaris voor Mededinging Margrethe Vestager het belang van een gelijk speelveld. Volgens haar bevordert goede wet- en regelgeving innovatie. Als één bedrijf te machtig is, dan is het niet aantrekkelijk voor andere ondernemers om te investeren. Dat is zowel slecht voor de markt als voor consumenten. Zij betalen doorgaans een hogere prijs en innovatie blijft achter. Dit is aan de orde van de dag in de techwereld, want veel Big Tech-bedrijven zijn marktmeester in een heel ecosysteem. Denk maar aan Apple: dat heeft apparaat, besturingssysteem, de appwinkel en het betalingssysteem allemaal in handen. Ook Google en Amazon spelen een dubbelrol. Zij zijn zowel marktmeester als deelnemer aan de eigen markt. Dat maakt het eenvoudig voor dit soort partijen om hun macht te misbruiken. Ze leren van de innovatie van ondernemers op hun platform, kopiëren de dienst of het product en geven hun eigen aanbod een hogere plek in de zoekresultaten. Verder werken ze als poortwachters: zij bepalen wie toegang krijgt tot de marktplaats en onder welke voorwaarden.
Nadelen voor platformondernemers
Wat merken andere ondernemers hiervan? Tijdens de conferentie vertelden vertegenwoordigers van onder andere Mozilla, DuckDuckGo, Spotify en GetYourGuide welke obstakels zij ervaren van machthebbers als Google en Apple. Een voorbeeld is de vrije browserkeuze. Google betaalt momenteel 20 miljard dollar per jaar aan Apple om Google Chrome als voorkeursbrowser op de iPhone te plaatsen. Een gigantisch bedrag en oneerlijk tegenover kleine partijen. Ook consumenten zijn de dupe. Uit onderzoek van Mozilla blijkt dat 97% zelf zijn browser wil kiezen, maar dat de grote meerderheid de standaardsetting niet aanpast zonder keuzeoptie.
V.l.n.r. Linda Griffin (VP Global Affairs, Mozilla), Kamyl Bazbaz (VP Communications & Public Affairs, DuckDuckGo), Josy Soussan(Policy&Government Relations Europe,Klarna) and Vanessa Turner (Head of Competition, BEUC)
Heel concreet was de bijdrage van ‘ons’ platform voor e-commerce Bol.com. Dat heeft veel last van Temu, dat op slinkse manieren de Europese regelgeving omzeilt, geen belasting betaalt en zich op met discutabele technieken met gevaarlijke goederen aan de Europese consument opdringt.
Een ander voorbeeld zijn concurrentieverstorende voorwaarden in API’s (Application Programming Interfaces). Een API biedt andere systemen en software een ‘ingang’ tot het systeem. Zo kunnen verschillende systemen met elkaar communiceren en gegevens uitwisselen. In de praktijk zijn API’s soms wel beschikbaar, maar in de gebruiksvoorwaarden staat dat deze niet ingezet mogen worden voor ‘concurrerende dienstverlening’. Verder zijn API’s vaak onstabiel of worden ze onaangekondigd gewijzigd.
Tot slot zijn voorwaarden van appstores vaak marktverstorend. Wie een nieuwe versie van zijn app wil publiceren, is afhankelijk van een partij als Google of Apple. Op deze manier zitten platformen levenslang vast aan de kosten en voorwaarden van een poortwachter om met hun eigen klanten te kunnen communiceren.
Ieder platform is een gatekeeper
Het viel me op dat de poortwachters zelf niet op het podium stonden tijdens de conferentie. Dat is een gemiste kans voor het debat. Er werd gekscherend gezegd: “Eerst vroegen de grote platformen om meer regulering. Nu het er is, is het ook niet goed”.
Ondertussen zijn de degenen die strijden tegen grote, machtige platformen zelf ook in meer of mindere mate poortwachters. Toen de vertegenwoordiger van Spotify zei dat ‘alles in het teken staat van de gebruiker’, steeg er gelach op in de zaal. Waar Spotify niet altijd tevreden is met de keuzes van de poortwachters, zijn muzikanten en platenmaatschappijen niet altijd tevreden met de keuzes die Spotify maakt en eenzijdig oplegt. Het muziekplatform maakt regelmatig keuzes die meer in het belang zijn van de aandeelhouders, dan van de gebruiker.
Ook Booking.com is ‘selectief verontwaardigd’. Terwijl het platform eerst blij was met de komst van de DMA, reageerde het een stuk minder enthousiast toen het zelf werd aangemerkt als poortwachter. Veel keuzes van het platform zijn niet in het voordeel van de gebruikers, denk aan de pariteitsclausule: een verbod voor aanbieders om hun accommodatie op andere websites voor een lagere prijs aan te bieden (in bepaalde landen waar zo’n verbod is toegestaan).
Het machtsmechanisme
Ik mis een onderwerp in deze discussie en ook tijdens dit event, namelijk het debat over het mechanisme en de voorwaarden waardoor dit soort machtsstructuren kunnen groeien. Het voorbeeld van Booking.com laat namelijk zien dat de houding ten opzichte van regelgeving vaak verandert wanneer het platform groeit en zelf als poortwachter gezien wordt. Dit kunnen we alleen voorkomen als we de onderliggende mechanismen aanpakken die telkens tot fout gedrag leiden.
Hoe wenselijk is het opkopen en subsidiëren van markten? Deze strategie is in de platformwereld eerder regel dan uitzondering. Uber kon bijvoorbeeld jarenlang zo enorm hard groeien door vele miljarden aan venture capital te investeren in het subsidiëren van chauffeur en klant. Dit maakt zo’n bedrijf ook flink afhankelijk van de aandeelhouders. Een oplossing is alternatief eigenaar- en bestuursschap, denk aan steward ownership en platformcoöperaties. Daarbij staat het bedrijf niet in dienst van de aandeelhouder, maar de aandeelhouder en bestuurder in dienst van het platform en de doelgroep. Waarom krijgen gebruikers van (infrastructurele) platformen geen medezeggenschap en stemrecht aan de bestuurstafel, net als bij een Ondernemingsraad bij een groter bedrijf?
Cristina Caffarra van het Centre for Economic Policy Research pleit ervoor om serieus te investering in een Europese ‘stack en infrastructuur’. Waarom wordt het geld van de grote boetes niet ingezet om dit te financieren? Daarnaast is het verwonderlijk dat de spelers in de markt elkaar zo slecht kunnen vinden. De enige manier om de macht van platformen te breken, is door te organiseren. Dit zie ik nog veel te weinig en dat is echt een gemiste kans.
Tot slot: mijn overwegingen
Poortwachters hebben jarenlang kunnen groeien zonder regels. Dit heeft veel innovatie gebracht, maar het is ook duidelijk dat zij misbruik maken van hun macht. Op de dag van de conferentie publiceerde de Europese Commissie het 6e onderzoek naar misbruik van marktmacht onder de DMA. Twee dagen eerder maakte Apple bekend voorlopig geen nieuwe AI-functies voor Siri in Europa te lanceren vanwege ‘onduidelijkheden’ die de DMA met zich meebrengt.
Caffara roept Europa op tot meer ambitie om de problemen op te lossen. “In de strijd tegen machtsmisbruik komen we nu in het beste geval op 0-0 uit”, zei zij. “We spelen niet om te winnen, maar we spelen om niet te verliezen. Dat moet anders.”
We mogen van grote spelers wel verwachten dat zij aan strenge eisen voldoen, het is onzin dat dit innovatie tegenhoudt. Als ze dat zeggen is het veelal een kwestie van niet willen, niet van niet kunnen. Weet wie het zegt en wat het belang is en wees niet naïef.
Tegelijkertijd moeten we oppassen met te veel wetten en regels, om het werkbaar te houden. De markt moet ook toegankelijk blijven voor nieuwkomers. Verder is het ook jammer als blijkt dat we zoveel wetten nodig hebben. Zijn regelgeving en handhaving onze enige hoop op een eerlijke platformeconomie? Ik denk het niet, dat zou triest zijn. Daarom pleit ik ervoor de energie rondom de discussie en ontwikkeling van regelgeving vast te houden, maar ook op alle andere manieren te strijden voor een eerlijke markt.