Op verzoek: een blog over een goed verlopen ICT-project. Die zijn er natuurlijk ook en ze zijn minstens even leerzaam als faalprojecten.
Op verzoek: een blog over een goed verlopen ICT-project. Die zijn er natuurlijk ook en ze zijn minstens even leerzaam als faalprojecten. Een van de grootste successen van de laatste tien jaar is de invoering van het Burgerservicenummer (BSN).
Natuurlijk gaat het BSN over de (publieke) gegevenshuishouding en niet over ICT, maar de aanpassing van honderden zo niet duizenden systemen heeft heel wat werk gevergd en al die mini-projectjes lijken goed afgelopen. Voor wat betreft persoonsgegevens is de gegevenshuishouding van de BV Nederland technisch nog steeds versnipperd over heel veel systemen bij veel organisaties, maar logisch zijn de zaken aardig op orde.
De invoering van het BSN was bedoeld om persoonsgegevens te hergebruiken binnen de publieke sector (plus zorgverleners, deurwaarders, garagebedrijven, casino’s, enzovoorts). Persoonsgegevens zouden dus gaan stromen en de wetgever wenste daarin transparantie; niet als vage intentie maar als concreet onderdeel van de Wet Algemene Bepalingen Burgerservicenummer (WABB), artikel 18 om precies te zijn.
ICTU kreeg de opdracht om een ICT-faciliteit te creëren waarmee de burger online en interactief kon inzien welke organisaties allemaal het BSN mogen gebruiken, waarvoor precies en op grond van welke wet. Minstens zo belangrijk was dat alle gegevensstromen tussen de BSN-houdende organisaties ook inzichtelijk werden gemaakt. “Wie geeft mijn persoonsgegevens aan wie door en wat doen ze ermee?” Eigenlijk was dat natuurlijk de kern van de zaak. De persoonsgegevens waren er doorgaans al. Het BSN moest ervoor zorgen dat de persoonsgegevens van hand tot hand konden gaan.
Al vooraf was duidelijk dat het om heel veel organisaties ging met heel veel gegevensstromen met veelsoortige persoonsgerelateerde gegevens. Visualisatie en interactie was daarom essentieel: de burger moest de gegevensstromen volgend door de kaart heen kunnen lopen, in- en uitzoomen – dat soort dingen .
KPMG kreeg van ICTU de opdracht om de kaartsoftware te maken en dat ging redelijk voorspoedig. Het gebeurde met Flash ergens in 2006 en het was best aftasten, maar het resultaat mocht er zijn. Minstens zo belangrijk was het hoofdstuk ‘content’, maar ICTU had het geluk te beschikken over een jurist met heel veel kennis van relevante registraties en wetgeving. Die was ook zo slim om het College Bescherming Persoonsgegevens te vragen om inzicht in hun hun aanvragendatabase. Het resultaat was een enorme hoeveelheid metadata die vrij precies het BSN-landschap beschreef: opslag, gebruik en verstrekkingen van persoonsgegevens tussen organisaties werden vastgelegd in een gegevensbank en waren met een muisklik beschikbaar.
Toegegeven, dit is geen groot ICT-project, maar het was nieuw, innovatief en het liep op rolletjes.
Zo, ik kan best over een goed verlopen ICT-project bloggen, al is het wel saai. Nou wilt u natuurlijk een URL naar die BSN Landkaart. Die is er: klik hier!
[…]
Nee, ik neem u niet bij de neus! Ik sla alleen een paar stappen over. Ik kan alles uitleggen!
U moet weten dat het project begeleid werd door een klankbordgroep van de belangrijkste betrokken ministeries en publieke organisaties. Die waren erg onder de indruk van wat ze te zien kregen. De afgevaardigde van de Belastingdienst vatte het algemene gevoel samen met de uitspraak: “Zo wordt het wel héél transparant”.
De volgende scene bestond uit een sessie met minister Pechtold van Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties. Die zat er verveeld bij en had slechts de vraag of de software wel voldeed aan de vigerende webrichtlijnen. Daarmee was de zaak beslecht. De afwikkeling was wel weer listig: alle betrokken organisaties en ministeries werd gevraagd de juistheid van ‘hun’ gegevensstromen te bevestigen. Een gegevensstroom van A naar B zou alleen worden opgenomen wanneer A én B het bestaan ervan bevestigden. Nogal wat organisaties zwegen. En zo verdwenen de meeste gegevensstromen van de kaart. Omdat een BSN-kaart zonder gegevensstromen vergelijkbaar is met een wegenkaart zonder wegen werd tenslotte volstaan met het publiceren van het PDF document dat u heeft aangeklikt. Scroll Up – Scroll Down: ook soort van interactief.
Wat valt er hieruit te leren? Ik denk heel veel. Het minst interessante is dat er ook wel ICT-projecten goed lopen bij de overheid; natuurlijk als ze niet te groot zijn opgezet, niet te lang lopen en er maar één opdrachtgever (hier: ICTU) is. Maar de kaartcasus spreekt boekdelen over de Kamer en het ambtenarenkader. De Kamer heeft qualitate qua een slecht lange termijn geheugen en sinds 2002 is het korte termijn geheugen met elke twee jaar een opgeschudde Kamer ook bepaald achteruit gegaan. Het ambtelijke kader hecht sterk aan een bedrijfsvoering zonder pottenkijkers. Ambtenaren noch bewindspersonen hebben belang bij openheid. Het zal wel te maken hebben met het poldermodel en het bijzondere feit dat wij Nederlanders het bijna altijd getroffen hebben met onze overheid. Hoe het ook zij: de Kamer gaat er van uit dat beleid en wetgeving loyaal wordt uitgevoerd. “Yes, Minister”, “Yes, MP”.
Het feit dat de Kamer nu onderzoek doet naar ICT-falen toont dat de goedgelovigheid afneemt. Maar de Kamer moet ook naar zichzelf kijken. Als deze landkaartcasus door de Kamer zou worden opgepikt dan is de standaardreflex om ‘schande’ te roepen en de minister te vragen om ‘meer controle’. Maar ‘meer controle’ werkt niet bij onbelangrijke ICT-zaken zoals een BSN-landkaart van een paar ton, een nieuwe GBA van zeventig miljoen of een Toeslagensysteem van een paar honderd miljoen. ICT is ongrijpbaar en ICT-gerelateerde wantoestanden daarmee ook.
Ondertussen ligt er bij Agentschap BPR ergens heel goede software en waardevolle data in een stoffig archief. Wat doen we ermee? Laten liggen – na Diginotar, na de NSA, na de fraudebulgaren, na de traject- en parkeercontroles…? Hopelijk niet, zeg. Alsnog in de lucht laten brengen op de plek van die trieste PDF? Bespaar het ons! Geef alsjeblieft de data en de programmatuur vrij. Er zijn ongetwijfeld betrokken spelers die daar wel raad mee weten zoals deze, deze en misschien zelfs wel deze. De Kamer heeft weinig grip op ICT en dat gaat niet veranderen. Maar open de ICT voor de blikken van de burgers en andere buitenstaanders en de wereld ziet er anders uit.
Dr. René Veldwijk is partner bij de Ockham groep. Hij is een van de vier leden van de externe klankbordgroep die de Tijdelijke Commissie ICT bij haar werk ondersteunt. Hij schrijft deze bijdrage op persoonlijke titel en heeft zich binnen de commissie ICT verschoond van betrokkenheid bij dit dossier.
De link naar de “BSN Landkaart’ geeft de melding: “Niet gevonden”.