Om de digitale veiligheid van militairen beter te beschermen, heeft Defensie een eigen fitness-app ontwikkeld: de Defensie Trainings- en Coaching Systeem (DTCS). Dat bevestigt staatssecretaris van Defensie Gijs Tuinman in antwoord op Kamervragen over het risico dat militairen te traceren zijn via commerciële sportapps zoals Strava.
Aanleiding voor de vragen is recent onderzoek van de NOS, waaruit bleek dat ruim duizend Nederlandse militairen vindbaar zijn via Strava. De staatssecretaris noemt deze situatie ‘onacceptabel’ en wijst op de risico’s voor de persoonlijke en operationele veiligheid.
Applicaties die locatiegegevens verzamelen zijn verboden op defensieapparaten. Wanneer een militair zo’n app toch installeert, volgt een waarschuwing en kan de telefoon zelfs worden geblokkeerd, zo blijkt uit het antwoord van Tuinman.
Eigen app als veilig alternatief
Omdat fysieke fitheid onmisbaar is voor militairen, biedt Defensie met de DTCS-app een alternatief. De applicatie stelt militairen in staat om hun sportprestaties te registreren, maar verwerkt de gegevens op een veilige manier binnen de defensie-omgeving.
Naast de technische maatregelen zet Defensie in op bewustwording en training. Militairen volgen jaarlijks een verplichte module over cyberveiligheid. Ook is recent een Handboek Cyberveilig Gedrag uitgebracht en is een speciale cyberapplicatie beschikbaar gesteld voor defensiemedewerkers.
Smartphones niet altijd toegestaan
Hoewel Defensie geen zeggenschap heeft over privételefoons, worden militairen geadviseerd over de risico’s van apps die locatiegegevens verzamelen. In sommige gevallen, zoals bij missies, wordt het gebruik van smartphones zelfs verboden.
Uit het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren blijkt dat landen als China op grote schaal persoonsgegevens verzamelen, ook van militairen. Volgens Tuinman blijft Defensie daarom alert op nieuwe digitale dreigingen en worden veiligheidsprotocollen continu geëvalueerd.
Lees meer: