Common Ground krijgt steeds meer vorm. En dat lukt alleen omdat we denken en doen combineren, tegelijkertijd.
Common Ground krijgt steeds meer vorm. En dat lukt alleen omdat we denken en doen combineren, tegelijkertijd. Met heel veel partijen. Het is de enige manier waarop we dit nieuwe informatiekundige landschap voor elkaar krijgen.
Toen we begonnen met de ontwikkeling van Common Ground hadden we het over een nieuw spoor, dat parallel naast het oude spoor gelegd zou worden. Als je nu kijkt naar wat er in de praktijk gebeurt, dan zie je niet één nieuw spoor, maar een heleboel nieuwe lijnen. Er wordt gewerkt aan het integratiemechanisme NLX, er worden – via Haal Centraal – API’s gemaakt voor toegang tot de basisregistraties, er wordt nagedacht over de transitiestrategie hoe gemeenten en haar partners kunnen overgaan naar de nieuwe architectuur en concrete toepassingen worden gebouwd, zoals die voor het afhandelen van meldingen openbare ruimte.
Het zijn veel componenten die we samen met gemeenten, andere overheden en marktpartijen ontwikkelen, testen en aanpassen. Allemaal tegelijkertijd, door te denken en te doen. Dat lijkt onoverzichtelijk, maar het kan niet anders. Want als we op elkaar wachten tot er een volledig uitgewerkt plan ligt, dan gebeurt er niks. Laten we reëel zijn: het gaat zeker tien jaar duren voordat Common Ground helemaal is gerealiseerd. De technologische en maatschappelijke ontwikkelingen gaan zo snel dat we nu nog niet kunnen voorspellen wat we over tien jaar nodig hebben. De enige manier om vooruit te komen is dus om stap voor stap en in samenwerking aan deze nieuwe informatievoorziening te werken.
Het lijkt diffuus, maar er ligt wel degelijk een visie aan ten grondslag. De leden van de VNG erkennen dat de huidige situatie van rigide en verknoopte systemen niet houdbaar is en dat we toe moeten naar een ander systeem. De richting is duidelijk: er komt veel meer flexibiliteit en daardoor ruimte voor innovatie, dankzij een andere inrichting van de informatievoorziening. Gemeenten hebben budget vrijgemaakt voor deze ontwikkeling, via het fonds GGU. We zijn van start, en in diverse teams van samenwerkende gemeenten en marktpartijen werken we aan realisatie van de visie. Van tijd tot tijd maken we een foto van waar we staan en stellen we de doelen bij. Zo gaan we steeds een stap verder. We werken allemaal volgens eenzelfde methodiek, één taal en set van afspraken hoe we dingen ontwikkelen. Op een agile manier en deels in open source, bijvoorbeeld. Deze uitgangspunten geven richting aan onze samenwerking.
Hoe dat er in de praktijk uitziet werd vorige week duidelijk op het fieldlab Common Ground. Ruim vijfhonderd mensen vanuit gemeenten, VNG, marktpartijen en ketenpartners gingen in vijftien teams aan het werk om producten te maken die de Common Groundprincipes tot leven brengen. Bijvoorbeeld een chatbot voor gemeentelijke dienstverlening, zoals verhuizen, waar een team in het kader van NL DIGIbeter aan werkt. Een ander team (MijnApp) maakt weer gebruik van de dialogen van de chatbot. Voor het eind van het jaar willen we een aantal van deze producten live hebben. Dat is immers het doel: slimme oplossingen voor inwoners en ondernemers mogelijk maken.
Voor bestuurders kan deze manier van werken ongrijpbaar lijken. De ontwikkeling van Common Ground is geen lineair proces en er gebeurt ontzettend veel op veel verschillende plekken. Het kan bovendien behoorlijk technisch zijn. Maar je hoeft de techniek niet tot op detailniveau te begrijpen om er gebruik van te kunnen maken. Het gaat bestuurders om innovatieve dienstverlening aan inwoners en oplossingen voor maatschappelijke opgaven. Daarvoor is een goede informatievoorziening de ruggengraat van je organisatie. Als je dat hebt, ben je wendbaar en kun je maatschappelijke opgaven oplossen. Dat kan straks met de informatiekundige visie Common Ground.
Hugo Aalders is directeur van VNG Realisatie
Deze bijdrage is geschreven in samenwerking met Raymond Alexander, manager bij VNG Realisatie