In het Digiprogramma van Bas Eenhoorn wordt Luciano Floridi aangehaald, die spreekt over ‘De vierde revolutie’. Maar is het Digiprogramma even revolutionair?
In het onlangs verschenen programma van Digicommissaris Bas Eenhoorn wordt de filosoof Luciano Floridi aangehaald, die spreekt over ‘De vierde revolutie’. Er wordt wel vaker gerept van een ‘digitale revolutie’, dus deze uitspraak op zich, ondanks het feit dat een filosoof het zegt, brengt ons niet direct in een toestand van angstige anticipatie op wat komen gaat.
De verwijzing is kennelijk bedoeld om de brug te slaan naar het Digiprogramma en te suggereren dat het Digiprogramma past in of bijdraagt aan die vierde revolutie. Laten we Floridi’s vierde revolutie eens nader beschouwen. Floridi onderkent eigenlijk vier revoluties tegelijkertijd, die elk een enorme impact zullen hebben op ons zelfbeeld en ons wereldbeeld.
De eerste revolutie is het vervagen van het onderscheid tussen reëel en virtueel. Voor informatieproducten is het gevolg dat we van een cultuur van eigendom overgaan naar een cultuur van gebruik. Denk aan bijvoorbeeld Spotify of ebooks. Maar dat ‘eigenaarschap’ zit nog erg sterk in ons denken. In het Digiprogramma wordt bijvoorbeeld gesproken over ‘digitale kluisjes’, alsof onze ‘virtuele identiteit’ een ding is dat we op één plaats kunnen opslaan en beschermen (‘onschendbaarheid van virtuele identiteit’).
Een tweede onderscheid dat volgens Floridi vervaagt is dat tussen kunstmatig en natuurlijk. Hij noemt voorbeelden van robotarmen en andere ‘intelligente’ hulpstukken. We zullen naast verbeteringen van diverse lichaamsdelen ook ‘enhancements’ van onze zintuigen, en zelfs ons brein, krijgen. Futurologen als Ray Kurzweil voorzien dat binnen twee decennia niet alleen de rekenkracht, maar ook de intelligentie van computers die van individuen (en later van alle mensen gezamenlijk) zal overstijgen. Ook wel de Revolutie van Kunstmatige Intelligentie wordt genoemd. Dat is een revolutie die Floridi niet noemt, maar die zijn ‘vierde revolutie’ wat betreft impact ver achter zich kan laten. ‘Hardware, software and wetware will merge’, is de verwachting. Bovendien zullen onze huidige devices als verouderd worden beschouwd, omdat rechtstreekse brain-to-brain communicatie de norm zal zijn. Is privacy dan echt nog een issue? Of zijn onze waarden dan zodanig geëvolueerd dat we privacy beschouwen als diefstal, namelijk het (wederrechtelijk, tegen die tijd?) onthouden van informatie aan het Netwerk?
De derde revolutie is van schaarste naar overdaad aan informatie. Volgens Floridi zullen we niet meer in staat zijn alle informatie op te slaan en dus ingrijpende keuzes moeten maken over wat we bewaren en wat niet. Deze keuzes bepalen het geheugen van de mensheid.
De vierde revolutie die Floridi noemt is het meest ingrijpend. De mens zal gaan functioneren als een relationeel wezen, als een knooppunt van relaties. Het besef, maar ook het belang (zie boven over ‘privacy’) van individualiteit zal enorm veranderen.
‘Digi-business-as-usual’
Dit is waar Floridi op doelt als hij het heeft over de vierde revolutie. Het moge duidelijk zijn: dat heeft niet veel te maken met het Digiprogramma en de verwijzing naar Floridi is dan ook enigszins misplaatst. In het licht van dergelijke revoluties is het Digiprogramma behoudend en ‘digi-business as usual’.
Moeten we dan maar stoppen? Zeker niet. Het Oude is een voorwaarde voor het Nieuwe en het blijkt uit talloze voorbeelden dat het Nieuwe het Oude op onvoorspelbare wijze transcendeert. Zo zien we dat functionele gebieden van het brein in de loop der evolutie voor andere functies worden gebruikt. Of aan de kant van de harde infrastructuur: de Snelweg van de Vrijheid die in de jaren ’30 van de vorige eeuw aangelegd werd voor militair materieel, maar nog steeds wordt gebruikt. Nu voor onschuldig burgerverkeer. Soms blijven oude structuren lang bestaan doordat ontwerpfouten via hulpstructuren worden gecompenseerd. Zoals het geval is met de zenuwbanen die over het netvlies lopen en die door onze hersenen kundig worden weggewerkt. Iets vergelijkbaars op een ander gebied: het Huis van Thorbecke (uit de tijd van ‘bricks’) staat nog steeds in het tijdgewricht van de Infocratie (‘clicks’). Kortom: op welke wijze het oude opgaat in het nieuwe is moeilijk te voorspellen, maar dat het gebeurt is onvermijdelijk. Laten we doorgaan met wat we nu verstandig vinden en daarbij niet te veel illusies koesteren over de mate waarin we voorspelbaar bijdragen aan de volgende revolutie.
Regisseren en randvoorwaarden scheppen
Terug naar het Digiprogramma. Dat gaat over regisseren en randvoorwaarden scheppen ten behoeve van digi-business as usual voor de overheid als geheel. Regisseren en randvoorwaarden scheppen, dat impliceert ook: de uitvoering ligt bij andere partijen, zoals de medeoverheden. Het is terecht dat het Digiprogramma in elk van de vier clusters het bevorderen van gebruik van voorzieningen en infrastructuur als prioriteit stelt. Want daar is nog veel te doen. VNG en gemeenten zijn inmiddels bezig om een programma vorm te geven dat vanaf eind 2015 structureel moet zorgen voor verdergaand gebruik van de GDI (Generieke Digitale Infrastructuur) en het vergroten van het gemeentelijke innovatievermogen op het gebied van informatievoorziening en -technologie.
Valt er dan geen gat tussen Operatie NUP, het ondersteuningsprogramma dat tot eind 2014 gezorgd heeft voor grootschalige gemeentelijke aansluiting op de GDI, en het aankomende gemeentelijke Digiprogramma? Om dat te voorkomen wordt door KING een overbruggingsprogramma uitgevoerd, waarin voor enkele voorzieningen en standaarden nog lichte ondersteuning wordt geboden. Zo kan nog een deel van de oogst worden binnengehaald van hetgeen door Operatie NUP is gezaaid.
Zaaien, oogsten – wat als de storm van de Vierde Revolutie uitbreekt? Als we Floridi mogen geloven dan zijn ons zelfbeeld en wereldbeeld tegen die tijd zodanig anders dat we er nu letterlijk geen zinnig woord over kunnen zeggen. In de tussentijd: de digiboer, hij ploegde voort.
Verfrissende kijk op hoe de wereld zich aan het ontwikkelen is en waar we mee bezig zijn. Ook terecht goed gerelativeerd wat we hierin (niet) kunnen sturen.
Ondertussen al weer een hele tijd terug de aangehaalde Kurzweils ‘The age of spiritual machines’ gelezen, waarin akelig correct werd voorspeld hoe mens en machine zouden gaan versmelten. We gaan het zien of niet).