We zullen de balans moeten zoeken tussen de veranderingen door digitalisering en de zorgplicht voor mensen die het niet alleen af kunnen.
Eigenlijk had ik willen schrijven over de bezoekers van de site van de Digicommissaris. Het afgelopen half jaar blijkt tien procent van hen uit Rusland te komen, in het bijzonder uit Novosibirsk. Daar schrok ik nogal van. Werd er een aanval voorbereid? Hadden we geheimen, die we zelf niet kenden?
Nog opener, nog meer transparant als we al zijn is niet mogelijk. En alle systemen die we gebruiken zijn toch goed beveiligd? Is een onderzoek, een ‘second opinion’, met spoed vereist? Al deze vragen borrelden bij me op, totdat duidelijk werd dat die herkomst eigenlijk niet zoveel zegt. Iedereen die onze website bezoekt (moet U ook eens doen) laat een spoor achter, dat geografisch kan zijn gemanipuleerd: het lijkt iemand uit Novosibirsk, maar waarschijnlijk is het gewoon iemand uit Streefkerk.
Over Streefkerk gesproken, daar was pas geleden een oploopje in de prachtige molen ‘de Liefde’. Vertegenwoordigers van drie digitaal bijna volwassen gemeenten, de aanvoerder van de Nederlandse Vereniging van Burgerzaken en wij vanuit Bureau Digicommissaris hebben de stand van zaken opgenomen. Molenwaard, Hollands Kroon en Almelo maken grote digitale stappen in hun dienstverlening en dus ook in de transformatie van de werkprocessen. En lopen daarbij tegen tal van problemen aan, die vaak door archaïsche wetgeving of de interpretatie daarvan worden veroorzaakt. In het ene geval mogen gemeenten experimenteren vooruitlopend op een wetswijziging, in het andere geval is die ruimte er niet. Er ontstaat ongeduld en dat leidt tot bestuurlijke ongehoorzaamheid. Heel begrijpelijk in een wereld waarin we zeggen dat de overheid in 2017 digitaal zal werken, maar de werkelijkheid wat weerbarstiger is. Dus in de molen ‘de Liefde’ is afgesproken, dat er een lijstje komt van urgente en noodzakelijke veranderingen om de digitale dienstverlening niet te laten vastlopen. Daar kom ik snel op terug. Het algemene springende punt is dat mensen inzagerecht zouden moeten krijgen op alle gegevens, die de overheid van hen heeft. En dat éénmaal verstrekte gegevens niet opnieuw voor ander gebruik mogen worden gevraagd door de overheid. Dat zal het vertrouwen van de mensen vergroten en ook de alom aanwezige privacy-problematiek in een ander daglicht stellen. Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat er generieke landelijke afspraken en voorzieningen komen om de digitale dienstverlening op lokaal niveau de ruimte te geven.
Daaraan werd ook in New York onlangs hard getrokken, in hotel New York bedoel ik. Samen met vertegenwoordigers van de ministeries van Binnenlandse en Economische Zaken werd onder leiding van de voorvrouw van de VNG, Jantine Kriens, over de digitale agenda gesproken. De gemeentesecretaris van Alphen aan den Rijn heeft het voortouw bij het samen organiseren van voorzieningen, die alle gemeenten kunnen gebruiken en lokaal kunnen toepassen. Deze beweging haakt heel goed aan bij de inzet van de kopgroep-gemeenten: initiatieven bevorderen en mogelijk maken, daarna uittesten en vervolgens opschalen. De perfecte methode om tot resultaat te komen. Uiteindelijk komt het er op neer dat bewoners de digitale service-verlening die ze gewend zijn (van bijvoorbeeld Transavia of bol.com), ook van de gemeenten verwachten. Ook hier geldt, dat ‘regie op eigen gegevens’ het vertrouwen van de burger in de digitale overheid zal vergroten. Het is fantastisch dat gemeenten dit gezamenlijk aanpakken. In New York (het hotel dus) werd gerekend op instemming van de bijzondere algemene ledenvergadering van de VNG, die binnenkort wordt gehouden. Het zal voor een aantal gemeenten wennen zijn, dat de lokale overheid steeds meer met één gezicht naar buiten treedt. Maar dat houd ik de grote uitvoeringsorganisaties (UWV, SVB, DUO bijvoorbeeld) en ministeries ook voor: we gaan in de digitale wereld naar een overheid, die zich als één overheid zal (moeten) manifesteren in relatie tot mensen en bedrijfsleven. Dat is onvermijdelijk.
Tja, zo gaan we grenzeloos van Novosibirsk, langs Streefkerk en New York naar Vlaardingen, waar de burgemeester code oranje heeft afgekondigd voor de lokale representatieve democratie. Al eerder heb ik er op gewezen, dat inwoners zich steeds beter en sneller op digitale platforms zullen organiseren en een nieuwe wijze van besluitvorming zullen afdwingen. Ook daar lijkt het woord vertrouwen de ijsbreker te zijn in de stugge systeemwereld van de overheid. En zou ik zeggen: met de nodige zorgvuldigheid, want we zullen steeds de balans moeten zoeken tussen de onvermijdelijkheid van enorme veranderingen die de digitalisering afdwingt, en de zorgplicht van de overheid als last resort voor mensen die het alleen niet af kunnen.
Ik blijf me verbazen dat we het hebben over de burger, dat die centraal staat, dat de dienstverlening aan die burger centraal staat, dat de digitaal minder vaardige burger moet worden geholpen, dat ik ook de Digicommissaris daar nadrukkelijk over lees, en dat we toch een wetsvoorstel publiceren waarin we klip en klaar schrijven “In het verkeer tussen belanghebbenden en de Belastingdienst/Toeslagen wordt een bericht uitsluitend elektronisch verzonden.” Alsof de burger naar een gemeentelijk loket kan en die hem/haar kan/mag helpen bij de omgang met de Berichtenbox.
Ik meende dat de staatssecretaris tegenover de TK had verklaard dat de blauwe envelop toch blijft bestaan? Waar is degelijk en stabiel beleid?