‘Digitale infrastructuur is ruggengraat van onze economie en samenleving’
Ons stelsel van zeekabels, internetknooppunten, datacenters en telecomnetwerken vormt de ruggengraat én het zenuwcentrum van onze digitale economie en samenleving. Daar moet een samenhangend beleid op gevoerd worden, aldus de minister van Economische Zaken en Klimaat in haar aanbiedingsbrief bij ‘De Staat van de Digitale Infrastructuur’ aan de Tweede Kamer. Een rapport over het belang van onze digitale infrastructuur, het huidige beleid en aandachtspunten voor de toekomst.
De digitale infrastructuur moet gezien worden als een middel om brede welvaartseffecten te realiseren, benadrukt demissionair minister Adriaansens. Met de ‘Staat van de Digitale Infrastructuur’ wil ze de nieuwe Tweede Kamer op het hart drukken ook in de komende jaren, zowel nationaal als Europees niveau, verder te werken aan het behoud en verdere versterking van de digitale infrastructuur.
Dat streven wordt ondersteund door Topsector ICT: ‘Het is belangrijk daarin te blíjven investeren, want het belang ervan neemt met alle digitaliseringsinspanningen alleen maar toe.’
Samenhangend systeem
En bezie daarbij de digitale infrastructuur als een samenhangend ecosysteem. We zijn te vaak geneigd om naar de losse onderdelen te kijken, waarschuwt ze. ‘Telecomnetwerken, (zee)kabels, datacenters, hosting, internet exchanges en cloudtoegang zijn allemaal onmisbare schakels die nodig zijn om burgers, bedrijven en de overheid met elkaar te verbinden via de digitale wereld.
‘Voor het eerst gaat het bij infrastructuur beleid niet langer alleen om Telecom, maar om de brede basis van alle netwerken , internationale verbindingen, clouds en datacenters,’ reageert Michiel Steltman van DINL.
Kosten en baten
De totale economische bijdrage van bedrijven die direct of indirect actief zijn in de sector bedroeg in 2021 volgens onderzoek €24,2 miljard. Deze bijdrage staat nog los van de rol die de digitale infrastructuur vervult voor alle andere sectoren en de maatschappij als geheel.
Tegenover de grote bijdrage van de digitale infrastructuur aan de economie en brede welvaart, staan uiteraard ook maatschappelijke kosten. De totale footprint van de digitale infrastructuur is beperkt, stelt de minister, als je ze afzet tegen de economische en maatschappelijke waarde relatief beperkt.
Footprint digitale infrastructuur
-
Energieverbruik: Het totale energieverbruik van de digitale infrastructuur werd in 2020 becijferd op zo’n 5.000 gigawattuur (GWh) per jaar. Dit staat gelijk 0,65 procent van het totale Nederlandse energieverbruik. Vooral datacenters kennen een hoog energieverbruik.
-
Ruimte: In totaal bestrijkt de digitale infrastructuur 1.170 hectare, waarmee het ruimtebeslag een aandeel van 0,02 procent heeft in de totale oppervlakte van Nederland. In vergelijking met andere sectoren springt de sector er zeer positief uit als je het afzet tegen de maatschappelijke waarde per hectare.
-
Materiaal en watergebruik: Uit onderzoek volgt dat het leidingwatergebruik neerkomt op zo’n 0,5 procent (3,7 megaton (Mton)) van het materiaalgebruik van de digitale infrastructuur. Hiervan wordt 1,0 Mton gebruikt voor datacentra, voornamelijk als koelwater.
Volgens Kees Verhoeven, verbonden aan Dutch Datacenter Association, blijkt uit het rapport dat er ’te weinig prioriteit is voor het mogelijk maken van nieuwe investeringen, voor voldoende capaciteit op het energienet en voor fysieke ruimte om succesvol in de toekomst digitale diensten te kunnen blijven aanbieden aan bedrijven en consumenten. Dit terwijl uit de feiten blijkt dat de ‘footprint’ van de digitale infrastructuur juist zeer bescheiden is, zeker in vergelijking met de geleverde prestaties.’
Lokale inpassing wordt uitdaging
De lokale inpassing van de digitale infrastructuur wordt de komende jaren wel een heet hangijzer. Maatschappelijke baten van de digitale infrastructuur worden niet altijd voldoende meegewogen, waarschuwt EZK. De netcongestie, het volraken van het elektriciteitsnet, maar ook het vinden van ruimte voor hyperscalers, het grootste type datacenters, vormen mogelijk knelpunten voor de digitale dienstverlening aan bedrijven en consumenten.
‘We willen veel maar moeten daarbij steeds vaker moeilijke keuzes maken. De openbare ruimte is beperkt en het stroomnet raakt overbelast,’ schrijft Adriaansens in haar brief aan de Tweede Kamer. ‘De lokale inpassing van de digitale infrastructuur moet daarom op een zorgvuldige manier gebeuren, met voldoende oog voor draagvlak en zonder haar grote maatschappelijke belang uit beeld te verliezen.’
Overzicht huidig beleid
In het rapport ‘Staat van de Digitale Infrastructuur’ geeft de minister vervolgens een overzicht van het huidige beleid op een zestal thema’s. Een deel van het beleid is nationaal, maar diverse thema’s worden ook Europees opgepakt.
1. Goed werkende markten, een infrastructuur met voldoende concurrentie, keuze en betaalbaarheid
Voor het goed laten werken van markten geldt in de eerste plaats de Mededingingswet. Maar er zijn ook aanvullende regels nodig. Het beleid reikt verder dan de telecomnetwerken, ook de cloudmarkt heeft de aandacht van EZK.
2. Internet voor iedereen
Het gebruik van de digitale infrastructuur moet voor iedereen mogelijk zijn. De tucht van de markt niet altijd voldoende om alle publieke belangen te borgen.
3. Weerbaarheid en digitale open strategische autonomie
Onze digitale infrastructuur moet tegen een stoot(je) kunnen. Specifiek heeft EZK daarbij veel oog voor geopolitieke risico’s. Alle onderdelen van de digitale infrastructuur hebben hierbij aandacht nodig.
4. Een duurzame digitale infrastructuur
De duurzaamheid van met name telecomnetwerken en datacentra vraagt om een sterke inzet bij de overheid en bij het bedrijfsleven op zowel op nationaal, Europees als internationaal niveau. De belangrijkste ‘knoppen’ om verduurzaming te realiseren worden immers op wereldschaal bepaald, aldus de minister.
5. Zorgen voor goede lokale inpassing van de digitale infrastructuur
Het is van belang dat in het beleid een goed evenwicht wordt gevonden tussen het maatschappelijke belang van de digitale infrastructuur en alle andere lokale belangen. De openbare ruimte is immers beperkt en het stroomnet raakt overbelast.
6. Innovatie en vestigingsklimaat
De positie als een van de digitale hubs in Europa maakt Nederland extra aantrekkelijk. Het is essentieel dat we blijven bewaken dat Nederland aantrekkelijk blijft voor bedrijven om zich te vestigen, juist door te investeren in de kracht van onze digitale infrastructuur.