Digitale transformatie onder druk: Hoe innovatie Nederland vooruit kan helpen
Nederland zakt weg in de lijstjes van Europese koplopers op het gebied van digitalisering. Het is belangrijk die koppositie vast te houden. De economie en de welvaart in Nederland zijn daar afhankelijk van. Maar hoe krijgen overheid en bedrijfsleven dat met beperkte middelen voor elkaar?
De voorsprong die Nederland heeft in Europa is het resultaat van jarenlange investeringen in de digitale infrastructuur en de kennisontwikkeling in het digitale domein. Echter, in de Digital Economy and Society Index (DESI) 2024 vlakken veel van de grafieklijnen af of gaan omlaag, waar die van Europese gemiddelden stijgen.
Waarom is een koppositie voor Nederland zo belangrijk? Op wereldschaal stelt Nederland niets voor tussen grootmachten als de Verenigde Staten en China. Maar Europa als geheel telt wel degelijk mee. De Europese wetgeving, denk aan de Digital Market Act, is vaak bepalend voor standaarden wereldwijd. Bedrijven uit de VS en China die niet voldoen aan de Europese regels, mogen immers niet op de Europese markt actief zijn met het aanbieden van producten of diensten.
In dat opzicht heeft Nederland wel degelijk invloed, omdat we als een van de koplopers in Europa, een deuntje meespelen bij het bepalen van het Europese beleid. Het hebben van fundamentele en hoogwaardige kennis over ontwikkelingen in het digitale domein is cruciaal om op hoog niveau mee te kunnen sturen en beslissen over standaarden en nieuwe kaders. Maar ook om te kunnen innoveren in processen, producten en diensten En daarmee een voedingsbodem voor nieuwe bedrijvigheid te stimuleren en uiteindelijk economische en maatschappelijke waarde te creëren.
In Nederland zijn we gewend aan innovatie en de uitkomsten die daaruit voortvloeien. Zonder de samenwerking tussen Philips en de regionale en landelijke overheden was Brainport Eindhoven niet ontstaan. Bedrijven als ASML en NXP hadden nooit hun toonaangevende rol kunnen krijgen. Echter, het belang van die investeringen wordt ook makkelijk vergeten. De innovatie vindt plaats op de achtergrond en krijgt vorm over een periode van jaren. Pas als die ontwikkeling wegvalt, voel je wat er fout gaat. Misschien niet onmiddellijk, maar wel op langere termijn. Dan is het niet zo makkelijk om de achterstand weer in te lopen.
Ik noem drie voorbeelden van recente kennis- en innovatieprojecten uit het Commit2Data onderzoeksprogramma en waar dit toe kan leiden in verschillende domeinen: de energiesector, de landbouw en de gezondheidszorg. In het project ‘Multidimensionale big data modellering voor betrouwbare elektriciteitsvoorziening’ worden geavanceerde rekenmodellen gebruikt waarmee netbeheerders de variabiliteit van het weer beter kunnen voorspellen. Dit resulteert in een betere afweging van benodigde maatregelen en daarmee in een meer betrouwbaarde en robuuste energievoorziening.
Een ander project ‘Utopia: Universal Three-dimensiOnal Passport for process Individualization in Agriculture‘ draagt bij aan de vroege opsporing van gezondheidsrisico’s als gevolg van besmetting of ziektes bij landbouwvoedingsmiddelen, om rijpheid te voorspellen en verspilling te minimaliseren. Daarbij worden meerdere technologieën slim gecombineerd: van geavanceerde 3D beeldvorming van groepen producten tot datagestuurde detectie van kenmerken met behulp van deep learning.
Tot slot het onderzoeksproject ‘STRAP: Self TRAcking for Prevention and diagnosis of heart disease’. Hier wordt onderzoek gedaan naar creatieve methoden om hartziekte vroegtijdig te vinden en of hartziekte te voorkomen. Deze drie voorbeelden illustreren het belang van onderzoek als fundament voor innovatie en uiteindelijk ook nieuwe producten en diensten. Digitale technologie speelt hierbij een sleutelrol.
Naast het nut van dit type kennis gericht op toepassing is het van belang te blijven investeren in onze ICT-infrastructuur. Dit raakt aan zeekabels, aan dataopslag, aan mobiele netwerken, maar ook aan computerkracht (high-performance computing) wat nodig is voor bijvoorbeeld kunstmatige intelligentie (AI). De afgelopen jaren heeft AI een enorme groei doorgemaakt, juist door de toegenomen rekenkracht, opslagcapaciteit en exponentieel gestegen hoeveelheid big data.
Tot slot is het van belang dat we met elkaar na blijven denken en het debat voeren over ontwerpprincipes welke we van belang vinden bij de ontwikkeling en de toepassing van nieuwe (digitale) technologie. Denk naast bijvoorbeeld standaardisatie en data interoperabiliteit aan ethische, juridische en sociale aspecten, maar ook duurzaamheid of digitale autonomie. Juist vanuit Nederland en Europa maken we hier het verschil dat bepalend is voor hoe we ons als mensen tot technologie verhouden.
Kortom, we moeten vanuit Nederland blijven investeren in ICT-kennis en -innovatie om de ontwikkeling van digitale technologie in goede banen te leiden. Europese samenwerking is daarbij cruciaal. Alleen zo kunnen we onze wereld van morgen mee vorm geven. Anders zullen we steeds meer afhankelijk worden van technologie en standaarden, maar ook de normen en waarden, van andere landen.
Lees ook: