Digitale transparantie kan voor iedereen werkdrukverlagend werken en de te nemen stappen daarvoor zijn te overzien.
Op weg naar een open, transparante en een rechtvaardige overheid is het openen van data niet alleen een belangrijke stap, maar ook een onmisbaar middel om dit doel te bereiken.
Onze gemeenten hebben meer en meer taken gekregen op het gebied van de jeugdzorg, werk en inkomen. Elke gemeente kiest op haar eigen manier voor een werkwijze en manier van publiceren van haar inzet. Dit heeft als nadeel dat de parttime gemeenteraadsleden en kleine regionale/gemeentelijke redacties van dagbladen onze primaire controleurs zijn geworden van alle lokale uitvoeringsregels. De druk op deze controleurs is al groot doordat ze parttime werken en krimpende budgetten hebben.
Ik wil hier geen pleidooi houden voor meer geld voor regionale en lokale nieuwsredacties of voor fulltime raadsleden. Ik zoek de oplossing in het duurzaam openen van data. Wat we moeten beseffen is dat digitale transparantie voor iedereen werkdrukverlagend kan werken. De stappen die daarvoor nog genomen moeten worden zijn te overzien en de hordes zijn
inzichtelijk te maken.
Laten we beginnen met de belangrijkste horde: data openen kost tijd. Dat is de realiteit die we nu zien omdat bij elke dataset gekeken moet worden of er geen persoonsgegevens in verwerkt zijn of dat personen door het ‘mozaïek-effect’ alsnog te identificeren zijn. Zeker binnen het sociale domein bevat de data veel persoonskenmerken. Aggregatie van de data is een manier om herleiding naar individuen te voorkomen, maar de betere keuze is om de privacygevoelige data niet buiten de organisatie te brengen. Om dat te bereiken moeten gemeenten bij het creëren van de data-privacy al in gedachten hebben. Elk kenmerk dat herleidbaar is moet eruit gefilterd kunnen worden. Dit is bijvoorbeeld te bereiken door alle formulieren te baseren op JSON, waardoor elk veld naast de invulling ook nog een tweede waarde kan krijgen, bijvoorbeeld de classificatie ‘privacy gevoelig’.
Om echt verder te komen moeten we de doelen van transparantie concretiseren; pas dan weten we hoe ver deze transparantie moet gaan.
Zo weten we dat de decentralisatie van taken uit het sociale domein zorgen heeft opgeleverd over het gelijkheidsbeginsel. Verhuizen om te shoppen voor de beste sociale uitkering is tenslotte ongewenst en moet voorkomen worden. Zo kan grotere transparantie als doel hebben om een goede benchmark te vinden waardoor verschillen tussen buurgemeenten verkleind kunnen worden.
Daarnaast is meer transparantie de tool om te kunnen controleren waar het geld naar toe gaat, zijn de geoormerkte fondsen ingezet op juiste plekken? Dit is essentiële informatie voor elke burger en alle raadsleden.Tot slot is het efficiënter maken van het eigen beleid van gemeenten een derde doel. Het belangrijkste hulpmiddel dat we nu hebben om de data uit het sociale domein inzichtelijk te maken is van VNG Realisatie: de Gemeentelijke monitor sociaal domein. Het CBS verrijkt de informatie die wordt aangeleverd door gemeenten, maar dit leidt nog niet tot een compleet beeld. Er missen gemeenten en problematischer nog is dat de gegevens die de gemeenten aanleveren, niet uniform zijn. Daardoor is vergelijken niet altijd mogelijk.
Digitale centralisatie is de oplossing voor een gedecentraliseerde overheid. Vanuit het ministerie van VWS moet de opdracht komen tot het ontwikkelen en implementeren van uniforme formulieren. Dit betekent geen uniform beleid, maar wel gelijke kenmerken voor de data waardoor we onze gemeenten goed kunnen vergelijken.
De oproep om centralisatie lijkt in eerste instantie misschien archaïsch en het roept bij sommigen beelden op van een grijs verleden, maar het is nodig. Onze decentralisatie heeft maatwerk opgeleverd voor de burger, beleid op smaak en uitvoering met de lokale verschillen in gedachten. De hordes die digitale centralisatie helpt te nemen zijn in het belang van onze democratie doordat controle simpeler, sneller en daardoor beter kan worden. Vergelijkingen zijn dan daadwerkelijk te maken zodat een benchmark op basis van de data zonder alle toelichtingen ook daadwerkelijk hout snijdt. Centralisatie slaat in dit geval niet op een standaardisatie van de uitvoeringspraktijk, maar wel het gelijktrekken van de rapportages.
Open standaarden, open data en hergebruik van die data zijn de kernwaarden waar wij bij de Open State Foundation voor staan . En onze track record in samenwerking met lokale en centrale overheden heeft laten zien dat het werkt.
Tim Vos-Goedhart is senior projectleider bij de Open State Foundation.