Digitale veiligheid: 4 paradoxen bij multipartner-allianties
Veel partijen houden zich al bezig met digitale veiligheid in bedrijven en voor onze vitale infrastructuur. Om echt effectief te zijn is het nodig de handen ineen te slaan. Maar samenwerken is niet eenvoudig, waarschuwt hoogleraar Organisatiedynamiek en Leiderschap, Jaap Boonstra. Allianties met meerdere partijen brengen uitdagingen met zich mee die groter worden naarmate het aantal partners toeneemt.
Wie houden zich in Nederlands allemaal bezig met digitale veiligheid? Vanuit de overheid gaat het onder meer om de Cyber Security Raad, de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid en de Rijksinspectie voor Digitale Infrastructuur en onze veiligheidsdiensten. Vanzelfsprekend is er betrokkenheid vanuit de ministeries van Infrastructuur en Water, Justitie en Veiligheid en Economische Zaken. Kennisinstellingen zoals het Centrum voor Veiligheid en Digitalisering en het Nederlands Instituut Publieke Veiligheid dragen hun steentje bij. Het bedrijfsleven is zeker ook partij. Bedrijven hebben deels hun krachten gebundeld, bijvoorbeeld in de stichting Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid. Er zijn bedrijven die diensten aanbieden voor optimale IT-security en bedrijven helpen bij bescherming tegen cyberdreigingen van de toekomst. Bedrijven, overheden, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties zullen samen tot een effectieve aanpak moeten komen om Nederland weerbaarder te maken tegen cybercriminaliteit. Maar samenwerking door meerdere betrokken partijen gaat niet vanzelf.
Kernvragen voor multipartner-allianties
Het creëren en ontwikkelen van allianties kan worden samengevat met de vraag: wat gaan we gezamenlijk doen om vorm te geven aan een veilige en duurzame toekomst? Het beantwoorden van die vraag gaat over het zoeken naar verbinding, identiteit en betekenis om bij te dragen aan een vitale infrastructuur en maatschappelijke veiligheid. De betekenis van allianties is hun collectieve capaciteit om bij te dragen aan de uitdagingen waar onze maatschappij voor staat.
Digitale veiligheid kan alleen bereikt door samenwerking met meerdere partners die hun krachten bundelen. Dit is vaak een taai proces, zeker in multipartner-allianties voor digitale veiligheid waarin meerdere partijen samenwerken. Kernvragen om de complexiteit in samenwerking het hoofd te bieden zijn:
- Wat is de gemeenschappelijke ambitie en de toekomstvisie van de partners: waar gaan ze samen echt voor?
- Waar willen de partners zich aan verbinden, wat zijn principes voor samenwerking en waar willen de partners zich door laten leiden?
- Wat zijn de belangen van ieder van de partners, hoe geven we daar ruimte aan en wat zijn de gedeelde belangen?
- Hoe worden kosten, investeringen en opbrengsten verdeeld en welk financieringsmodel wordt daarbij gevolgd?
- Hoe gaan we om met de elementen van groepsdynamica, zoals leiderschap, vertrouwen, reputatie en resultaat?
- Is de samenwerking professioneel georganiseerd? Is er een besturingsmodel en hoe werkt de besluitvorming?
- Welke strategie volgen we en zijn we samen op de goede weg? Zetten we de juiste stappen in de juiste volgorde?
- Welke doelen wil de allianties bereiken en welke resultaten zijn al concreet behaald?
Succesvoorwaarden voor samenwerking
Investeren in vertrouwen en samenwerking is een voorwaarde voor succes in allianties. Vertrouwen is gebaat bij transparantie over informatie, belangen, voordelen en risico’s en wordt gevoed door persoonlijke contacten, het delen van inspiraties en ervaringen en door samen problemen te benoemen en aan te pakken. Het zorgvuldig organiseren van kennisuitwisseling en het maken van heldere afspraken over investeringen en opbrengsten zijn evenzeer noodzakelijk voor succes. Andere succesvoorwaarden zijn: investeren in een betekenisvolle missie en strategische visie, regelmatig en in alle openheid evalueren hoe de alliantie ervoor staat, samen doelen blijven stellen, oog hebben voor de gezamenlijke opbrengsten, spanningen erkennen, conflicten uitspreken en oplossen, en blijven investeren in onderlinge relaties en vernieuwing. Het herkennen en omgaan met paradoxen is essentieel in de levensfasen van allianties.
Vier paradoxen
Paradoxen zijn een afspiegeling van de strategische keuzes waar we mee te maken krijgen als we gaan samenwerken in allianties. Ze kunnen ongemak oproepen omdat beide kanten van een paradox nodig zijn voor gezond samenspel. In dit artikel worden vier kenmerkende paradoxen beschreven waarmee mensen te maken krijgen die willen werken aan allianties voor digitale veiligheid.
1. Vertrouwen in mensen en vertrouwen op systemen
Er is verschil tussen vertrouwen in mensen en vertrouwen op systemen. Bij vertrouwen op systemen gaat het om de inrichting en het functioneren van allianties, het besturingsmodel, het meten van prestaties, en de gebruikte controlesystemen. Vertrouwen tussen mensen gaat over vertrouwen in de ander als persoon. Als we zeggen dat we iemand vertrouwen of dat iemand te vertrouwen is, bedoelen we impliciet dat de kans groot is dat een handeling van de ander gunstig voor ons is of in ieder geval niet schadelijk is. In de formering van de alliantie draait het vooral om onderling vertrouwen. Op basis van onderling vertrouwen overwegen we om wel of niet deel te nemen aan samenwerking in een alliantie. Tegelijkertijd zijn duidelijke afspraken nodig over investeringen, kostentoerekening en opbrengsten om te voorkomen dat er belangenconflicten ontstaan en de alliantie uiteenvalt door onvoldoende wederkerigheid. Systemen helpen om een raamwerk te creëren waarin vertrouwen wordt verankerd.
2. Balanceren tussen inhoud en proces
De paradox tussen inhoud en proces is vooral zichtbaar tijdens de fundering van de alliantie omdat het aantal leden toeneemt terwijl de aanvankelijke intenties van de initiatiefnemers relevant zijn voor de vitaliteit van het netwerk. Nieuwe leden en belanghebbenden die worden toegelaten tot de alliantie moeten de ambitie van de initiatiefnemers begrijpen en erin geloven. De groei van de alliantie legt druk op de inhoudelijke kant om nauwkeurigere doelen te ontwikkelen, activiteiten af te stemmen, kwaliteit te garanderen en resultaten te meten. Op procesniveau gaat het om het creëren en bijstellen van de gedeelde missie en het samenbrengen van overtuigingen. Het gaat ook over het onderhouden van samenwerkingsrelaties, het omgaan met spanningen en conflicten, en het kiezen en inbedden van nieuwe partners. Het funderen van allianties is een evenwichtsoefening tussen focus op het proces van samenwerking en focus op inhoud met tastbare resultaten. Inhoud en proces verwijzen naar elkaar en hebben elkaar nodig, maar de oriëntatie van beide is fundamenteel verschillend. De kunst is om deze verschillen te overbruggen.
3. Stabiliteit en wendbaarheid
Alle allianties hebben te maken met veranderingen in de mondiale omgeving en worden geconfronteerd met onzekerheden over de toekomst. Met de snelheid van technologische ontwikkelingen geldt dat zeker voor allianties die zich bezighouden met digitale veiligheid. Om deze veranderingen het hoofd te bieden, zijn veerkracht en wendbaarheid essentieel. Bij veerkracht behoudt de alliantie haar kern en vindt ze kracht vanuit een gedeelde ambitie en een stabiele identiteit. Bij wendbaarheid heeft de alliantie een groot aanpassingsvermogen dat is gebaseerd op onderling vertrouwen, intensieve communicatie en een uitdagende missie. Hoe soepeler en sneller een alliantie zich kan aanpassen aan veranderingen, hoe meer waarde ze op de lange termijn zal creëren voor haar partners en de bredere samenleving. Tegelijkertijd is stabiliteit nodig voor het behalen van concrete resultaten. Het evolueren van allianties is een evenwichtsoefening tussen een streven naar stabiliteit en wendbaarheid. De gedeelde ambitie en onderliggende waarden en principes dragen bij aan een stabiele identiteit wat de alliantie veerkrachtig maakt. Een uitdagende missie nodigt tegelijkertijd uit tot wendbaarheid in het verbreden van activiteiten en het nemen van nieuwe initiatieven.
Maatschappelijke en economische betekenis
Zeker in allianties voor digitale veiligheid, waarin overheden, bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties samenwerken, is een balans nodig tussen maatschappelijke en economische betekenis. Zonder maatschappelijke betekenis is de kans groot dat de alliantie uiteenvalt. Tegelijkertijd kan geen enkel samenwerkingsverband overleven als er geen economische betekenis is. Maatschappelijke en economische betekenis gaan hand in hand. De economische betekenis is relevant om te kunnen blijven investeren in de alliantie met het oog op maatschappelijke betekenis en toekomstige resultaten. Voor de betrokkenheid van de partners in allianties is de economische betekenis relevant en staat maatschappelijke betekenis centraal. Als de alliantie adequaat presteert en resultaten boekt, is er ook economische betekenis voor elk lid van de alliantie.
Dit artikel is gebaseerd op Jaap Boonstra’s recente boek ‘Allianties voor een duurzame toekomst’ (Boom, 2023). Het is ook gepubliceerd in het magazine van onze collega’s van AG Connect nummer 4. 2023.