De coronacrisis heeft ertoe geleid dat digitalisering meer dan ooit tevoren als ondersteunende factor kan worden gezien.
Smartphones, iPads, video conferencing via de cloud, chatfuncties, mobiel betalen. Dit zijn stuk voor stuk digitale gereedschappen die ons door de coronacrisis helpen en de economische schade enigszins beperken. Afgelopen jaren is de wereldbevolking geëquipeerd met apparaten en bijbehorende apps die het mogelijk hebben gemaakt om in zeer korte tijd om te schakelen naar werken op afstand.
Had de coronacrisis vijftien tot twintig jaar geleden hebben toegeslagen, dan was de ramp niet te overzien. Ambtenaren werken nu massaal vanuit huis. Hetzelfde geldt voor de private sector, daar waar het niet om fabricagewerkzaamheden gaat. De recente ontwikkelingen rond de digitalisering van onze samenleving kunnen dan ook worden gezien als een belangrijke conditie voor het blijven laten draaien van onze economie in coronatijd, maar ook daarna. De precieze economische impact van de crisis zal echter pas in de komende maanden duidelijker worden.
In de brief van het kabinet inzake de Voorjaarsnota, die eind april naar de Tweede Kamer werd verzonden, werd aangegeven dat er niet direct hoeft te worden bezuinigd. Opgebouwde buffers zouden nu gebruikt kunnen worden om de economie te ondersteunen. Dat betekent dat geplande investeringen en voorgenomen beleid gewoon door kunnen gaan.
De huidige crisis is diepgaander dan die van 2008. Vroeg of laat zullen bezuinigingen danwel ombuigingen in de discussie worden betrokken. Voor wat betreft de wijze van genereren van toekomstige inkomsten zal, op basis van de impact van de COVID-19-crisis, om ultime creativiteit worden gevraagd. Wat als er structureel minder wordt getankt, minder wordt gereisd, de werkloosheid langdurig zal blijken en de kantoorbezetting laag blijft? Dit zijn bijzondere nieuwe ontwikkelingen met een grote impact die parallel lopen aan de al ingezette vergrijzing van de bevolking en daarmee de afname van het aantal werkende ouderen en toename van zorgbehoevenden.
De digitalisering van onze samenleving is een relatief nieuw fenomeen en met name gedreven door de private sector. Ondanks veel voorkomende kritiek op BigTechs, mogen we ook blij zijn met wat zij de afgelopen jaren aan producten op de markt hebben gezet, waardoor een snelle omschakeling richting thuiswerken aan het begin van de coronacrisis kon worden bewerkstelligd. Hierdoor is een meltdown van onze economie, ook op de beurzen, voorkomen.
Afgelopen maand stuurde de tijdelijke Tweede Kamercommissie Digitale toekomst haar eindrapport naar de Kamer. Hierin stelt de commissie dat digitalisering grote gevolgen heeft voor de samenleving, onder meer op werkgelegenheid, veiligheid en verhouding tussen burgers en overheden. De Tweede Kamer zal derhalve meer grip moeten krijgen op de ontwikkelingen in de digitalisering, vindt de commissie. Dit moet gebeuren door onder meer kaders beter te formuleren en ontwikkelingen te stimuleren. Prima conclusies om meer grip te krijgen op het optimaal faciliteren van de mogelijkheden die digitalisering biedt. Maar de vraag is hoe nu verder in deze bijzondere tijd.
COVID-19 leidt tot een ongekende reset in hoe we leven en handelen, waarbij digitalisering dus meer dan ooit tevoren als ondersteunende factor kan worden gezien. Belangrijk hierbij is om mee te nemen dat digitalisering als rode draad dwars door diverse beleidsterreinen heen snijdt. Of het nu gaat om de fysieke infrastructuur, mobiliteit, vastgoed, zorg, financiële- en logistieke stromen danwel klimaat; sinds de start van de coronacrisis zijn al deze beleidsterreinen in meerdere verschijningsvormen hechter aan elkaar verbonden geraakt. Overheden en bedrijven zullen, als ze hiermee al niet zijn gestart, de komende tijd de balans gaan opmaken inzake de lessons learned van de coronacrisis betreffende hun eigen werkprocessen en de effecten van digitalisering op de bedrijfsvoering en organisatie. Werkplek-onafhankelijk werken is een blijvertje, met alle gevolgen van dien. Dit vraagt dus om samenhang in beleid inzake de impact op bovengenoemde beleidsterreinen, budgetallocaties en organisatie- en samenwerkingsvormen.
Zsolt Szabo is Vice President Business Innovations bij Capgemini Nederland en auteur van het rapport ‘Trends in Mobiliteit 2009 ‘A=Beter’; miljardenbesparing voor de overheid’
Hallo Zsolt, prima artikel. Je haalt de tijdelijke Tweede Kamer commissie Digitale toekomst aan met ‘ . . Prima conclusies om meer grip te krijgen op het optimaal faciliteren van de mogelijkheden die digitalisering biedt. . . ‘ en ik vraag me af wat hier wordt bedoeld met ‘meer grip’?
Dat de politici zelf meer grip (kennis, kunde, datageletterdheid) opbouwen opdat ze (beter) begrijpen wat in de digitale wereld gebeurt, of is het ‘grip’ in de betekenis van kunnen sturen, kunnen tegenhouden of kunnen veranderen. Bij die tweede betekenis wordt ik altijd een beetje nerveus . . .