Een stapsgewijze transformatie naar opensourcesoftware
De afgelopen jaren zijn Charlotte Schoonbrood en Patrick Duchateau met collega’s uit de gemeente Sittard-Geleen bezig met een stapsgewijze transformatie naar opensourcesoftware. Zij delen graag met andere overheden wat zij hebben geleerd.
Charlotte Schoonbrood en Patrick Duchateau werken beiden bij de gemeente Sittard-Geleen. Charlotte is als enterprise architect binnen de gemeente Sittard-Geleen verantwoordelijk voor de strategische koers op het gebied van informatievoorziening, zoals het stellen van kaders. Omdat Common Ground en open source voor de gemeente nieuw zijn, ondersteunt ze adviseurs waar de transitie wordt ingezet. Patrick vertaalt als informatiemanagementadviseur data de kaders naar de praktijk. Hij houdt zich onder andere bezig met het inkopen van software, zoals datavirtualisatiesoftware.
Verbeteren samenwerking en onafhankelijkheid
Het samenwerken en delen met andere overheidsinstanties, het bijdragen aan de Common Ground-beweging en meer onafhankelijkheid waren voor deze gemeente belangrijke redenen om opensource te gaan werken. Schoonbrood: “Bijdragen aan de Common Ground beweging en digitale soevereiniteit waren in eerste instantie de belangrijkste drivers. Je merkt dat gemeenten alleen er vaak niet meer uitkomen en dat we de samenwerking met andere gemeentes moeten opzoeken. Common Ground en meer digitale soevereiniteit bereiken ontstaan niet door alleen achterover te leunen. Daar moet je als gemeente ook zelf iets voor doen. Maar er speelde in 2021 ook een discussie over vender lock-ins en hoge transitiekosten vanuit onrechtmatigheid binnen onze gemeente met betrekking tot applicaties. Je komt slecht van sommige leveranciers af en er zijn hoge transitiekosten om over te stappen naar andere software. Deze dingen worden ook vaak door PIANOo genoemd. Daarnaast is er natuurlijk een ‘open, tenzij’-beleid vanuit de overheid.”
In 2022 heeft de gemeente Sittard-Geleen de dienstverlening omtrent twee opensourcesystemen ingekocht, namelijk Appsemble (RAD-platform voor het snel ontwikkelen van applicaties) en Frank!Framework (als vervanger van de ESB). In 2023 zijn daar OpenZaak, Open Archiefbeheer, Open Notificaties, Open Objecten, APIsix, NLX-FSC bijgekomen en in 2024 GZAC. En in 2025 komt daar weer een hele set bij. Inmiddels hebben zij heel wat ervaring opgedaan en zijn zij overtuigd van de voordelen van opensource. Duchateau: “Wat mij persoonlijk aan opensourcesoftware aanspreekt, is dat we wat wij bouwen kunnen delen met andere gemeentes en dat zij daar in principe geen kosten voor hoeven te betalen. Zoals het voorbeeld van Appsemble waarmee wij zelf applicaties kunnen maken. Je kunt mooie dingen met elkaar delen zonder dat daar licentiekosten aan vast hangen.”
Schoonbrood vult aan: “We vinden het belangrijk om een soort samenwerking met de markt te kunnen krijgen. Je bent, niet meer afhankelijk van één leverancier en één snelheid van ontwikkeling. Wanneer je opensource werkt kun je kijken of een ander ook een stukje ontwikkeling kan doen. Ook kiezen we voor de transparantie. Het moet navolgbaar zijn wat er gebeurt. Niet iedereen kan de code lezen, maar als iemand er kennis van heeft kan dat wel. Daarnaast helpt documentatie om het beter navolgbaar te maken voor mensen die dit niet kunnen. Dat is zeker nog een punt van aandacht bij open source. Tenslotte wordt er ook vanuit wetgeving steeds meer op gestuurd. Je ziet opensource terug in de Who en in de Woo.”
Software datavirtualisatie
Op dit moment zijn ze bezig met de doorontwikkeling van opensourcesoftware Apache Drill voor datavirtualisatie met het bedrijf WeAreFrank. Duchateau: “Het softwareplatform moet je zien als een tussenlaag die wordt gecreëerd, een centraal punt waar de data wordt klaargestoomd voor alle analysedoeleneinden. Die tussenlaag haalt virtueel data op bij bronnen, die kan met elkaar gecombineerd worden, er wordt logica in verwerkt, geaggregeerd of uit gefilterd, en die biedt vervolgens een “kant-en-klaar datapakketje” aan afnemende applicaties. Denk aan diverse BI-tools zoals PowerBI’, Cognos en Geoviewers.” Schoonbrood: “Met virtueel wordt bedoeld dat er geen kopie van de data wordt gemaakt. Dit sluit aan bij het ‘data bij de bron’-beleid.
Duchateau legt uit: “Bij het gebruik van een BI-tool in combinatie met de applicatie die de data gebruikt, kopiëren we geen gegevens vanwege het principe ‘data bij de bron’. Met onze huidige datawarehouse-oplossing maken we echter wel een kopie van de brondata, en binnen het datawarehouse dupliceren we deze data meerdere keren in verschillende lagen. Daarnaast bouwen we vaak dezelfde logica dubbel op in diverse BI-tools. Zo heeft Cognos zijn eigen framework met logica, en wanneer we een PowerBI-dashboard maken, repliceren we die logica opnieuw. Het doel is om met datavirtualisatie onnodige kopieën van data te voorkomen en alle logica op één centrale plek te beheren.”
Gunstige business case
Vanwege de eerder genoemde redenen had opensource de voorkeur. Patrick vertelt: “Je hebt commerciële software op de markt en die doet precies hetzelfde. Dan heb je het over 100.000 tot 200.000 euro per jaar aan licentiekosten. Dat kunnen wij als middelgrote gemeente niet betalen. Schoonbrood: “Afhankelijk van je keuze voor een leverancier gaat het ook wel eens om 2 ton en opwaarts aan jaarlijkse kosten. Oftewel het tienvoudige. En licentiekosten zijn niet het enige. Je betaalt vaak ook behoorlijke eenmalige kosten, net zoals bij heel veel commerciële software.”
Duchateau: “Deze software is gratis. Wat we nu kwijt zijn, is het SLA-LCM-contract. Dat is voor technisch beheer, beveiligingsupdates en dat soort zaken. We betalen daarvoor ongeveer 1000 euro per maand aan servicekosten. Wij zitten aan ongeveer 12.000 euro per jaar.” Schoonbrood: “Dienstverlener WeAreFrank ging ontwikkelen en beheren, maar het was software die niet door hen ontwikkeld was, dus ze waren aan het begin erg aan het kijken ‘wat kan het systeem wel en wat niet’ en daar hebben wij aan meebetaald. Op een gegeven moment komt ook naar voren wat het systeem minder goed kan, en daar hebben we zaken voor ontwikkeld.”
Patrick: “Het hele MVP traject heeft ons 80.000 euro gekost voor onderzoek en ontwikkeling. Daar zit ook in dat de software geschikt is gemaakt voor Haven met onder andere een Helmchart, wat een voorwaarde is van Common Ground. Deze investering is eenmalig en andere deelnemende gemeentes hoeven die niet meer te doen.”
“Stel je voor dat je in plaats van jaarlijks 100.000 euro aan licentiekosten te betalen voor commerciële datavirtualisatiesoftware per gemeente, dit bedrag samen met tien andere gemeenten in een ontwikkelbudget voor een opensourceplatform investeert. Ik denk dat je daarmee een enorm krachtig platform kan ontwikkelen.”
Opensource aanbestedingstraject
Ondanks de gunstige business case was de aanbesteding niet makkelijk. Er bestond namelijk nog geen kant-en-klaar opensourcesoftware voor datavirtualisatie die aan alle wensen voldeed. De gemeente kon dus niet simpelweg de software selecteren en daarop via een aanbesteding dienstverlening inkopen, zoals de gemeente dat wel bij andere opensource inkooptrajecten kon doen. Schoonbrood vertelt: “Het was lastig dat we geen software vonden die én opensource was én op alle gebieden aan de verwachting zou voldoen. De bestaande opensourcesoftware zou nog aan geschaafd moeten worden. We hadden ook een commerciële partij gevonden met kant-en-klaar software die de software eventueel ook deels opensource wilden aanbieden, maar dat was voor hen een hele transitie. Er waren ook twee partijen die bereid waren met bestaande opensourcesoftware in te schrijven en deze verder door te ontwikkelen. Die partijen waren niet zo bekend met datavirtualisatie dus moesten zich daarin verdiepen én de software compleet maken. We wisten niet welke richting het beste was. We hebben toen een meervoudige onderhandse aanbesteding opgezet voor ontwikkeling van een opensource-MVP en voor de SLA-LCM. Maar vanwege het verschil qua insteek tussen alle partijen moesten we iets vinden om de inschrijven objectief te vergelijken. Dat is ons uiteindelijk wel gelukt.”
Duchateau: “We hebben veel tijd besteed aan eisen formuleren waar opensource aan moet voldoen. We hebben specifieke eisen op het gebied van opensource opgenomen. Bij een traditionele aanbesteding moet je veel wensen en eisen formuleren waar software aan moet voldoen. Bij deze aanbesteding hebben we het meer verwoord als ‘we willen dit en hoe denk je dat te kunnen bereiken?” Schoonbrood: “We hebben wel een productvisie gemaakt en het MVP verwoord. Dus daar hebben we ze wel naar gevraagd. Maar een belangrijk onderdeel van deze aanbesteding was de houding. We hebben gevraagd in hoeverre ze bereid zijn om eigen tijd te investeren als ze nog weinig wisten van datavirtualisatie. We hebben open vragen gesteld over onafhankelijkheid en continuïteit, het MVP en flexibiliteit bij realisatie en de wijze van samenwerking die zij voor ogen hadden, die je vanuit de opensourcegedachte wil bereiken. We hebben wel allerlei eisen omtrent open source opgezet. Een groot deel daarvan hebben we afgeleid uit de Standard for Public Code.”
Tijd voor opschaling
Nu de MVP af is, is de gemeente Sittard-Geleen op zoek naar andere gemeenten die gebruik willen maken van deze datavirtualisatie-software. Duchateau: “We zijn op zoek naar gemeentes of andere overheidsinstanties die mee willen helpen, mee willen doorontwikkelen, mee willen testen, mee willen financieren. Het is een uitdaging om de community op te bouwen. Dat is helemaal nieuw voor ons. Het kost ook tijd.”
Schoonbrood: “Marktpartijen met commerciële software hebben accountmanagers die alle gemeentes afgaan. Dat is hier nu niet. Dus er wordt van jou als gemeente verwacht dat je ook een soort acquisitie doet.” Duchateau: “Wat we daarvoor zoal doen: we hebben sessies gehad bij de landelijke Vakgroep Data van de IMG en praten erover met andere gemeentes. We willen wellicht een website opzetten waar je meer kunt vinden over datavirtualisatie. Niet alleen de technische dingen maar ook juist de andere dingen, zoals governance en toepassing binnen overheidspecifieke context.” Ook heeft de gemeente zich met de datavirtualisatie-software aangemeld bij het Common Ground portfolio. Op deze manier hoopt de gemeente stappen te zetten naar opschaling.
Dit artikel werd eerder gepubliceerd bij Opensourcewerken.nl