De cultuur rondom ICT-projecten bij de overheid deugt niet, constateren zowel de commissie-Elias als minister Blok. Het is te hopen dat er een open ambtelijke dialoog over cultuur ontstaat.
Discussies over complexe thema’s zoals de feilen van de overheid als IT-opdrachtgever verzanden gemakkelijk in details. Dan kan het helpen de discussie naar een hoger abstractieniveau te tillen. De commissie-Elias, goed voor 34 concrete aanbevelingen, doet dat door er daarnaast op te wijzen dat ‘vooral de cultuur rondom ICT-projecten bij de overheid niet deugt’.
In zijn reactie aan de Kamer vertaalt minister Blok die harde kritiek met gevoel voor understatement in ‘een cultuur en werkwijze van het Rijk die niet altijd bijdragen aan voldoende (bij)sturing op ICT-projecten’. Het cultuurprobleem komt nogmaals aan de orde onder het kopje ‘Bevorderen van professionaliteit en lerend vermogen’ waarin het, aldus Blok, ‘langs de lijnen van ambtelijk vakmanschap, kritisch vermogen en het goed bemensen van projecten’ wordt opgepakt. Begrijp ik het goed, dan wil de minister de cultuurklus dus klaren met wat meer professionaliteit en kritisch vermogen, alsmede een betere invulling van projectgroepen. Een redenering waaraan ten minste de charme van de eenvoud niet kan worden ontzegd.
Nu is weinig zo lastig te veranderen als een bestaande cultuur. Wie dat wil, zal moeten beginnen te benoemen wat daaraan niet deugt. De commissie-Elias geeft voorbeelden. Onvoldoende ambtelijke tegenspraak, gebrekkige informatieverstrekking in de lijn, onvoldoende betrokkenheid van bewindslieden en ambtelijke leiding, opdrachtgevers die te veel zijn gericht op het behoud van goede relaties. Daar kunnen eenvoudig bij: niet openstaan voor interne kritiek, overdadige inschakeling van externen, tekortschietend financieel verantwoordelijkheidsbesef, ambtelijke weerstand om de politieke leiding slecht nieuws te melden en een daarmee samenhangend mystiek geloof in ‘de goede afloop’ en naïeve verwachtingen van de markt. Aspecten die in belangrijke mate ook het functioneren van de ambtelijke leiding raken.
Een dialoog over cultuur heeft hoe dan ook alleen zin als alle deelnemers daarover op een open wijze met elkaar kunnen communiceren. Daarvoor moet het management zich bewust zijn van zijn wezenlijke aandeel in het vele dat bij de aansturing van IT-projecten misgaat, alsmede van de onmiskenbare werkelijkheid dat het de werkvloer net zo hard nodig heeft als die laatste een adequaat functionerende leiding. Serieus openstaan voor kritiek en een bereidheid tot ‘zelfreiniging’, zijn basisvoorwaarden voor een andere cultuur bij de overheid. Zonder zo’n andere cultuur zullen ook nieuwe aanbestedingsinstrumenten zoals in het nieuwe nummer van iBestuur de revue passeren, geen verbeteringen kunnen opleveren.
Het is jammer dat het even gevoelige als belangrijke thema ‘cultuur’ in de brief van Blok niet duidelijker wordt geadresseerd. Hopelijk vormt de niet mis te verstane kritiek daarop van de commissie-Elias desondanks voldoende aanleiding voor een hoge prioritering van dat onderwerp op de interne politieke en ambtelijke agenda’s.
Mooie woorden Ruud – natuurlijk draait het om houding en gedrag. Eens dus met je oproep! Maar interessant is in dat kader wel de vraag waarom we dan direct in de ‘control mode’ schieten als overheid. Meer regels, meer procedures, meer toezicht. Terwijl iedereen weet dat een cultuurverandering gericht op ‘willen’ vele malen succesvoller is een verandering gericht op ‘moeten’. Cruciaal daarbij is m.i. om beelden te concretiseren wat er allemaal mogelijk is met ICT als we dat écht als enabler inzetten. Gericht op een wenkend perspectief in 2020. Denk maar eens aan de zelfrijdende auto bijvoorbeeld. Hoeveel waarde we dan kunnen creëren als BV Nederland. Toch wat anders dan weer een setje nieuwe procedures verzinnen over de beheersing van het hier en nu. Betekent ook experimenteren, fouten mogen maken, een brug bouwen en tegelijkertijd al over gaan lopen…
Groet Dirk-Jan
Welk een toeval dat op de dag van dit artikel tevens Niels Groen zijn dissertatie ‘Understanding E-government Project Escalation’ verdedigde. In diens dissertatie wordt m.b.t. projectfalen aangehaakt bij het concept ‘Wicked Problem’.
Het concept ‘Wicked Problems’ werd door Horst Rittel in 1967 geïntroduceerd en door hem in 1973 samen met Melvin Webber verder uitgewerkt in het artikel ‘Dilemmas in a General Theory of Planning’.
Voor een puntige samenvatting van de karakteristieken van ‘Wicked Problems’ zie Wikipedia : en.wikipedia.org/wik…
Nu hebben we nog geen kennis kunnen nemen van Groen’s dissertatie. Maar als zodanig geeft het concept ‘Wicked Problem’ bestuurders, opdrachtgevers en verantwoordelijken nogal wat ruimte om zich vrij te pleiten van ‘accountability’ voor hun optreden. En laat accountability nu weer het aspect zijn dat vóór de Cie. Elias nadrukkelijk werd gepresenteerd als hét ontbrekende aspect bij faalprojecten. En laat accountability nu óók het aspect zijn dat bij de Cie. Elias niet of nauwelijks uit de verf is gekomen.
Overigens moet worden opgemerkt dat zowel bestuurskunde als de project- en programmamanagement-methodologieën bij uitstek gericht zijn op het afkaderen en oplossen van wicked problems.
Hetgeen Groen’s dissertatie alleen maar des te interessanter lijkt te maken.
Ik heb ontzettend veel respect voor wat dhr. Leethers hier neerpent…!
Dat “accountability” niet uit de verf is gekomen, zal niemand vreemd in de oren klinken! Want geef toe, wie geeft er graag toe? Daarvoor moet je wel sterk in je schoenen staan.
Ik ben bang dat onze, steeds meer op competitie en schuldcultuur, gebaseerde samenleving hiervoor de benodigde handvatten mist. Een dergelijke cultuurverandering kan volgens mij tot stand komen, wanneer we elkaar niet afrekenen ,zoals dat heet, maar echt “op” elkaar kunnen gaan rekenen.
Ik pleit zeker niet voor meer regels, procedures of toezicht maar voor een andere cultuur, meer in het bijzonder voor een andere cultuur van het hogere management waar kennis nauwelijks nog een relevante competentie is. Onrealistische ambities, overgevoeligheid voor kritiek, het ontbreken van “accountability“en een hardnekkige afkeer van juridica, zijn daarvan merkbare gevolgen. De prangende vraag is vooral hoe een foute bestuurscultuur die zich bij gebrek aan enig corrigerend marktmechanisme jarenlang moeiteloos kon handhaven, kan worden gewijzigd. Een ABD die op andere competenties gaat toetsen en voordragen, zou een mooi begin zijn ….
Achter cultuur zitten mensen die zich laten leiden door emoties als angst en ambitie. Zowel angst als ambitie komen we volop tegen bij ICT projecten bij onze overheid.
Eén van de uitspraken van Elais is “overheid is ICT”. Geen enkele beleidsmatig doel is te realiseren zonder een ICT inspanning. Geen enkele ambitie van een beleidsambtenaar of politicus kan zonder ICT worden gerealiseerd.
Aan de andere kant is ICT (en trajecten met een hoog technologie gehalte – Fyra) een hoog risicogebied. Een soort stroomrail van de metro. Zonder gaat niet, maar aanraken is levensgevaarlijk. Ziehier de angst.
Angst en ambitie zijn daarmee de belangrijkste ingrediënten van de cultuur-cocktail rond ICT. Welke ingrediënten moeten we daarbij doen om het brouwsel te veranderen van een gifbeker in iets wat drinkbaar is?
Het eerste ingrediënt waar ik dan aan denk is zelfvertrouwen, gebaseerd op deskundigheid. Ook een Elias aanbeveling overigens. Beste minister Blok, trek wat echte experts aan, ook al gaan die meer verdienen dan jijzelf.
Het tweede ingrediënt is beleidsmatige bescheidenheid. Moet echt alles en direct? Draag het echt bij aan een betere samenleving?
Het derde ingrediënt is acceptatie. Accepteer dat geen enkel plan of idee perfect uitgevoerd worden. Was die PGB aanpassing nu echt nodig? Is de fraude preventie echt zo lucratief dat ze de business case voor de aanpassing positief maakt?