Het wordt tijd dat de overheid haar rol pakt om vanuit het publieke belang bij te dragen aan technologische ontwikkelingen.
De ontwikkeling van datatechnologie is grenzeloos en gaat razendsnel. Als overheid zijn we geneigd om vooral met regulering de nadelige gevolgen te willen beteugelen. Maar is dat wijs?
Waar mensen vroeger naar het Westen trokken voor goud, zijn data het nieuwe goud. Dataverzameling en -analyse bieden tal van mogelijkheden om maatschappelijke problemen op te lossen. Dat is de goede kant ervan. Het roept echter ook veel vragen op. Gaan we naar een nieuw soort vendor lock-in, waarbij we als burgers en als overheid zo afhankelijk worden van databedrijven dat we niet anders kunnen dan hun klant zijn? Van wie zijn de data die worden verzameld en geanalyseerd? Hoe borgen we publieke waarden, hoe zit het met privacy? Allemaal vragen die de overheid aangaan, maar waar we vooralsnog onvoldoende antwoord op hebben. We hebben eigenlijk alleen maar het instrumentarium van regulering en ik denk dat dat te eenzijdig is.
Onlangs mocht ik met een groep van dertig vertegenwoordigers van verschillende overheidsorganisaties op studiereis naar San Francisco en Silicon Valley, georganiseerd door Geonovum. Dat was interessant, inspirerend en verontrustend.
Waar in wereld vind je start-ups die met behulp van private investeerders een paar honderd miljoen ophalen om 175 satellieten in een baan om de aarde te krijgen, die 24 uur per dag de aarde fotograferen? Dat levert data op waarmee oogsten worden gemonitord, waaraan landbouwers kunnen zien of er geïrrigeerd of bemest moet worden, waarmee de omvang van natuurrampen in beeld wordt gebracht. Of een start-up die een navigatiesysteem buiten GPS ontwikkelt waarmee je ook kunt navigeren in erg dicht bebouwde omgevingen en in gebouwen? Daar kunnen hulpdiensten veel baat bij hebben. Of een bedrijf dat de rekencapaciteit van supercomputers evenaart door GPU-technologie (vooral gebruikt voor grafische toepassingen) te ontwikkelen en in te zetten, zodat misschien straks oneindig veel data op een chip passen en grote datacenters niet meer nodig zijn?
Ik vind dat het tijd wordt dat de overheid haar rol pakt om vanuit het publieke belang bij te dragen aan deze ontwikkeling. Niet (uitsluitend) reguleren, maar in publiek private partnerships samen met databedrijven ontwikkelen. Voor het private én publieke belang. Daarvoor zullen we ons eerst goed moeten verdiepen in deze nieuwe technologieën en wat deze het publieke domein kunnen bieden. Dat lijkt mij een mooie opgave aan iedereen die de nieuwe mogelijkheden van data wil benutten voor het oplossen van maatschappelijke vraagstukken.
Hugo Aalders is directeur van VNG Realisatie