De Europese datastrategie van 2020 betekent werk aan de winkel voor de e-governmentspecialisten en voor de nieuwe vaste Tweede Kamercommissie voor Digitale Zaken die na de verkiezingen aan het werk gaat. Want de wetsvoorstellen die voortkomen uit de EU-strategie leiden tot meer horizontale en verticale datadeling tussen overheden en bedrijven en instellingen en verandert onze visie op data rigoureus.
Beeld: Barry Hage
De boodschap van die datastrategie is dat er meer data moeten worden gedeeld. Ruimere datadeling moet een eind maken aan de ongebruikte databerg in de Europese Unie, want gebruik en dus deling kan bijdragen aan bijvoorbeeld een beter milieu, betere bestrijding van ziekten en aan betere navigatiesystemen. Nu wordt 85 procent van de data nooit gebruikt, zegt voorzitter Ursula von der Leyen van de Europese Commissie.
De Europese datastrategie is onderdeel van een breder pakket aan Europese wetsvoorstellen dat onze digitale interne markt moderniseert en optimaliseert. Zo introduceerde de Europese Commissie een voorstel voor een Digitale Markten Wet, waarin het mededingingsrecht wordt gemoderniseerd zodat data een rol kunnen spelen bij de beoordeling of er sprake is van een dominante marktpositie. En er is een voorstel voor een Digitale Diensten Wet; die moet de online bescherming van burgers en bedrijven tegen platforms beter vormgeven. De verantwoordelijkheden van platforms ten aanzien van illegale content op hun platforms worden verduidelijkt. Onder de nieuwe regels moeten zij illegale goederen of berichten verwijderen. Zij kunnen hierbij worden geholpen door ‘betrouwbare flaggers’, bijvoorbeeld opsporingsautoriteiten en organisaties met een bepaalde expertise waarvan een melding over illegale berichten voorrang krijgt.
Zo wordt het bijvoorbeeld makkelijker om Airbnb-advertenties op te sporen die in strijd zijn met lokale regels. Voor grote platforms gelden daarbij strengere eisen dan voor kleine platforms. De Data Beheer Wet bepaalt onder welke voorwaarden publieke data kunnen worden hergebruikt zonder dat dit ten koste gaat van de bescherming van privacy en intellectueel eigendom. De Data Wet die eind dit jaar wordt verwacht, regelt vooral hoe bedrijven data met de overheid kunnen delen en tussen bedrijven onderling.
Vaste Kamercommissie voert regie
Over al die wetten wordt in Brussel nog veel gesproken de komende jaren. En ook in de lidstaten. Zo zal de nieuwe vaste Tweede Kamercommissie voor Digitale Zaken vanuit het Nederlandse parlement regie voeren op de wet- en regelgeving voor digitale zaken, en voorstellen voor aanpassing of uitbreiding daarvan. De commissie gaat ook continu in gesprek met de toezichthouders, onder meer om te bewaken dat er geen gaten zitten in het toezicht of onnodige overlap. Ten slotte bewaakt de commissie wat er op Europees niveau gebeurt om zo de Nederlandse inbreng over dit onderwerp bij de EU mede vorm te geven. “Dat alles maakt de Kamercommissie een nuttige toevoeging”, meent Europarlementariër Bart Groothuis (VVD).
Groothuis vindt dat we meer controle op onze data moeten krijgen; die zouden meer gedeeld kunnen worden en met betere bescherming. Daarmee sluit hij aan bij de mening van het kabinet. Groothuis (in het Europees Parlement onderhandelaar voor het cybersecuritydossier): “Er zijn veel interessante data beschikbaar waarmee je concrete problemen kunt oplossen. Die data zijn vaak eigendom van overheden, maar worden nog niet gedeeld. Soms omdat het gevoelige gegevens zijn, zoals gezondheidsgegevens, en er nog geen middel of mechanisme bestaat om te garanderen dat bij wetenschappelijk onderzoek de privacyregels kunnen worden gerespecteerd. Dat moeten we verbeteren. Andersom moet het ook makkelijker worden voor bedrijven om data met overheden te delen en tussen publieke instanties onderling.” De verschillende wetten die voort gaan vloeien uit de datastrategie voorzien in het raamwerk dat nodig is om het delen van data mogelijk te maken, legt Groothuis uit. “Denk hierbij naast standaarden voor de bescherming van privacy en bedrijfsgeheimen, aan checks die zorgen voor interoperabiliteit, kwaliteit, structuur, authenticiteit en integriteit van data.”
Er zijn veel interessante data beschikbaar waarmee je concrete problemen kunt oplossen
Enorme economische kansen door data
Datadeling levert een economische impuls op van 7 tot 11 miljard euro in 2028. “Laten de twintiger jaren het digitale tijdperk worden”, zei Von der Leyen daarover in februari tegen de Europese ministers in de Raad. “Een tijdperk waarin Europa leider wordt van de digitale wereld, met nieuwe ideeën uit het oude continent.” In Nederland denkt het kabinet daar ook over na onder meer door het Strategisch Actieplan Artificiële Intelligentie dat moet leiden tot waardecreatie door slimmer en effectiever gebruik van de beschikbare data.
Dat betekent een rigoureuze andere manier van omgaan met data. Tot op heden lieten politici het internet en de datahuishouding organisch groeien. Groothuis: “Veel politici beschouwden het als een soort natuurverschijnsel waar je geen invloed op hebt. Maar dat is natuurlijk onzin. De manier waarop bedrijven verdienen aan onze persoonsgegevens zijn politieke vraagstukken en een open en vrij internet vereisen een actieve overheidsinzet.”
Daarnaast moeten burgers controle hebben over hun eigen data en op detailniveau kunnen beslissen wat er met hun data gebeurt, vindt Groothuis. “Dit is de meest fundamentele breuk met de manier van databeheer tot nu toe, waar bedrijven geld verdienen aan data waarvoor ze niet hebben betaald. Dit zie je terug in de ambities van de Europese Commissie voor een eID, een manier om als burger simpel en gemakkelijk overal in Europa, bij publieke en private instanties, op een veilige manier jezelf te identificeren, zonder je persoonsgegevens te moeten achterlaten.” Een plan voor dit voorstel wordt in april verwacht, aldus Groothuis.
Miljarden voor digitalisering
Hoewel het nog een paar jaar duurt voordat de wetten wet zijn, moeten e-government specialisten al snel verandering merken, zegt Groothuis. In het EU-budget voor 2021-2027 is 1,3 miljard euro gereserveerd voor de digitale transformatie in de publieke sector. Dit zal gaan naar projecten die op verschillende manieren helpen bij het opzetten van databeheersystemen op lokaal niveau. Er is nog eens 2 miljard gereserveerd voor cybersecurity.
Er is 1,3 miljard euro gereserveerd voor de digitale transformatie in de publieke sector
Het totaal aantal investeringen in digitalisering is veel groter. In het herstelplan van de EU is ongeveer 670 miljard gereserveerd voor de komende zeven jaar voor de wederopbouw na de pandemie. Daarvan moet 20 procent, dus 130 miljard, naar digitalisering. Van het programma EU4Health moet 10 procent van de 8,2 miljard naar digitalisering. Van InvestEU van 31 miljard is dat 16 procent. Dan is er nog de Connecting Europe Facility – Digital dat infrastructuur moet bekostigen ter waarde van 1,8 miljard. Investeringen voor dataprocessingtechnieken en AI komen uit het Digital Europe Programme dat 8,2 miljard omvat. En dan is van het Horizon Europe onderzoeksfonds van 94 miljard de verwachting dat daarvan ook 20 procent, dus bijna 20 miljard wordt gebruikt om wetenschappelijk onderzoek met maatschappelijke meerwaarde te financieren.
Dat vraagt om een andere mindset, stelt Groothuis. Van e-governmentspecialisten vraagt dat om een investering, bewustzijn, selectie en mogelijk training, in alle bestuurslagen. “Stel dat je nu een student geschiedenis of talen bent. Ik denk dat het verstandig is ook bijvakken te volgen bij informatica als je IT’ers wilt begrijpen. Dat is nodig om duidelijk te maken wat je wensen zijn en om IT een goede aansturing te kunnen geven. De werking van een computer of het internet is niet langer iets van ‘daar verdiep ik me nog wel eens in’. Eenieder zal zich het digitale domein eigen moeten maken, voorál bestuurders.” Het is niet langer iets wat de IT’er voor je oplost. Datzelfde geldt voor de overheid zelf: digitaal is Chefsache voor iedere organisatie.”
Groothuis besluit met een duidelijk advies voor het nieuwe kabinet en de vaste Tweede Kamercommissie voor Digitale Zaken. “De belangrijkste succesfactor voor de toekomstige bewindspersonen is: maak niet enkel plannen maar voer ze ook daadwerkelijk uit. Ik zie uitstekende strategieën en verbeterplanen over elkaar heen buitelen, maar in de uitvoering schiet het vaak nog tekort. Maar de uitvoering van je plannen, dat ís je strategie.”
Deze publicatie is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van het mediafonds van de Europese Unie.