Even enthousiast, enkele illusies armer
Gemeenten krijgen het voor de kiezen de komende jaren. Het kabinet wil bestuurlijk opschalen. KING-directeur Tof Thissen gelooft eerder in schaalvergroting via de informatiehuishouding.
Het Kwaliteits Instituut Nederlandse Gemeenten (KING) is aan zijn vierde werkjaar begonnen. De opdracht is onveranderd: het meten van de tactische en operationele bestuurlijke kracht van gemeenten en helpen bij het verder ontwikkelen van de gemeentelijke informatietechnologie. Laatste product: de Informatiebeveiligingsdienst. Directeur Tof Thissen is nog even enthousiast als bij de start, maar heeft moeite met het tempo waarin voornemens ook kunnen worden verwezenlijkt.
“Ik wil dat de gemeentelijke wereld over een paar jaar gestandaardiseerde informatiesystemen heeft waardoor men onderling kan communiceren en waarmee ook communicatie mogelijk is met belangrijke ZBO’s.” Uw woorden in een interview bij uw aantreden als directeur van KING in oktober 2009. En?
“Goed hè. Ik ben wel wat illusies armer voor wat betreft de snelheid die je kunt bereiken op dit punt. Je komt heel veel adhesiebetuigingen tegen als je het hebt over dat ene ‘ICT-gemeentehuis’ dat sustainable, compatible en veiliger is en dat beter is toegerust voor de toekomst. Iedereen vindt het prachtig als je het hebt over een gezamenlijke ‘bodemplaat’ en over de ‘basisgemeente’. Daar is iedereen het hartstikke mee eens, maar als je dichter bij het gaatje komt, dan zie je dat daar heel veel belangen in meespelen. Dat heel veel gemeenten langdurige contracten hebben met allerlei leveranciers. Dat leveranciers allerlei belangen hebben om de markt van gemeenten niet zomaar los te laten of achter zich te laten. Ik ben ook een illusie armer vanwege het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid over ‘ICT en overheid’. Dat maakt pijnlijk duidelijk dat het nog niet goed gaat in overheidsland. Het is nog niet goed georganiseerd.”
Gemeenten krijgen er de komende jaren een hele berg taken bij als gevolg van de decentralisatie. Nieuwe taken met minder geld dan de rijksoverheid daar nu zelf aan uitgeeft. Wat betekent dat voor de inrichting van de informatisering?
“Dat is inderdaad het verwarrende van dit moment. Je moet nadenken over wat er allemaal op je afkomt en welke diensten je dan het best kunt leveren en dan moet je dus ook weten hoe je dat met een goede informatiehuishouding kunt faciliteren. Moet je dat in je eentje doen als gemeente of juist in regioverband of juist op nationale schaal? Wij hebben al een tijdje een plan klaar waarin we een soort basisgemeente schetsen; een ICT-gemeentehuis met 408 kamers is het ook wel genoemd. Een bodemplaat zoals je die in de auto-industrie kent waarop je met standaarden verder verschillende dingen kunt bouwen. Allemaal om die bedrijfsvoering zo goed en efficiënt mogelijk te organiseren, waardoor gemeenten verlost worden van de kopzorgen die ze zich anders moeten maken als iedereen het 408 keer zelf gaat doen. We zijn op weg van een totaal gecentraliseerde verzorgingsstaat naar een door de lokale overheid uitgevoerde verzorgingsstaat en die overgang stelt andere eisen aan je bedrijfsvoering en alsjeblieft: organiseer dat dan op het niveau van 408 gemeenten. Daar kan de rijksoverheid aan bijdragen door juist dáár wat over te zeggen in plaats van over herindeling, want dan frustreer je dat proces alleen maar.”
Ligt de aandacht te veel bij de wens van Plasterk om binnen vier jaar naar 300 gemeenten te gaan?
“Dat proces dat kunnen we als gemeenten prima zelf. Minister hou daar alsjeblieft je mond over, want elke zin die je daar als kabinet over spreekt, levert zo veel vertraging op in het proces dat moet leiden tot een beter acterende overheid. Had nou maar wél iets gezegd over hoe je die gemeenten gaat helpen om schaalvergroting van de hele informatiekundige huishouding te realiseren, want daar moet het gebeuren. Dáár had hij zich als coördinerend minister voor de lokale overheden sterk voor moeten maken. Dat heb ik hem in een lunchgesprek ook gezegd. Focus nou niet op de bestuurlijke schaalvergroting, focus op de schaalvergroting die noodzakelijk is in faciliterende zin. Te beginnen met informatiehuishouding en ICT. We hebben de plannen, we hebben de ideeën. Daarvoor is heel veel adhesie bij de gemeenten. ‘Jij kunt het verschil maken’, heb ik hem gezegd, ‘jij kunt de zaak in beweging zetten door als rijksoverheid te zeggen: naar analogie van één ICT Rijksdienst willen we ook één ICT gemeentelijke dienst. En ergens moeten die twee ook eens een keer in elkaar worden geschoven.’ Ik zou het erg goed vinden als dit kabinet een verleidingsbudget zou neerleggen en zou zeggen: luister eens, wij willen de lokale overheid stimuleren om met zijn 408-en die bodemplaat met gestandaardiseerde stelsels te implementeren en te laten maken door de markt, zodat er heel veel energie vrijkomt voor het werk aan de frontoffice, want daar kom je de burgers tegen.”
Die worden in toenemende mate ook naar de gemeente gestúúrd. Van jeugdzorg en Wajong tot en met de Wet werken naar vermogen. Het wordt druk aan het loket.
“Ik maak me daar ook grote zorgen over. Zorgen, omdat er nu tegelijkertijd heel veel dingen moeten gebeuren. Bovendien zijn er volgend jaar gemeenteraadsverkiezingen. Natuurlijk is er in abstracte zin altijd continuïteit van bestuur, maar er is straks natuurlijk sprake van discontinuïteit omdat volgend jaar vanaf half maart tot mogelijkerwijs maanden later allerlei formatiebesprekingen gaan plaatsvinden en colleges van samenstelling zullen veranderen. Natuurlijk is dat de wet van de democratie, maar in deze transitieperiode van allerlei decentralisaties kan het leiden tot een enorme vertraging van het proces en dan ben je straks gewoon niet klaar voor de nieuwe taken die inmiddels bij gemeenten worden binnengeschoven. We moeten straks wel mensen helpen, met een goede dienstverlening en met de bedrijfsvoering die bij die nieuwe taken hoort. Die twee hebben alles met elkaar te maken. Ik laat ook geen gelegenheid voorbijgaan om duidelijk te maken dat KING niet alleen een club is die gemeenten helpt om hun bedrijfsvoering zo efficiënt mogelijk te organiseren. We zijn er ook om gemeenten te ondersteunen om een zo betrokken mogelijke overheid te zijn die vragen van mensen als uitgangspunt neemt voor het handelen.”
Doet het kabinet dat dan niet; de vragen van mensen tot uitgangspunt nemen bij het handelen?
“Ja, daar kun je twee antwoorden op geven. Je kunt zeggen ja hoor, de rijksoverheid is heel erg begaan met de noden van burgers en vindt oprecht dat de lokale en meest nabije overheid dat het best kan oplossen. Je kunt ook als antwoord geven: de rijksoverheid heeft een bloedhekel aan open-eind-financiering waarbij mensen op basis van een onvervreemdbaar recht een beroep kunnen doen op faciliteiten waardoor de rijksbegroting steeds verder in de problemen raakt. De rijksoverheid wil dat gat dichtschroeien en niet meer worden opgezadeld met tegenvallers. Daarom leggen ze die taken bij de gemeenten met een financiering daarbij en zeggen ze: dit is het, daar moet je het mee doen en zo komen we niet meer voor verrassingen te staan! Laat ik maar veiligheidshalve zeggen dat ik het op een mix van deze twee antwoorden hou.”
Er is kritiek op de wijze waarop het nieuwe kabinet de ICT-governance heeft geregeld. Minister Blok van Wonen is coördinerend minister voor alleen de rijksoverheid, terwijl Plasterk als minister van Binnenlandse Zaken meer voor de hand had gelegen vanwege zijn beleidsverbondenheid met de gemeenten. Juist daar moet de komende jaren de slag worden gemaakt bij de overheidsinformatisering.
“Met die kritiek ben ik het eens. De enige die dat kan doorbreken is de premier. Ik roep hem daartoe ook op. Pak nou eens door! Net zo goed als dat je zegt dat je maar één coördinerende minister hebt voor de rijksfinanciën, zou je één coördinerende minister moeten hebben voor de hele ICT binnen de overheid. En als je nou echt goed kijkt wat in het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid staat, dan is de tijd echt rijp, méér dan rijp, om het nu eindelijk eens een keer te doen; om door te pakken en meters te maken. Volgens mij willen Jaap Uilenbroek (DGOBR) en Maarten Hillenaar (Rijks CIO) ook niks anders. Door het bestuurlijk heel gecoördineerd ook in één hand te leggen met ook de doorzettingsmacht naar collega-overheden om door te pakken als het moet. De ICT van de overheid houdt natuurlijk niet op bij de grens van de rijksoverheid. Het grootste deel zit daar nou juist buiten.
In die zin waren Diginotar en Lektober natuurlijk incidenten waaraan je kunt zien hoe verweven het allemaal is en hoe krakkemikkig we het in ons land georganiseerd hebben. Hoe gemakkelijk wil je het buitenlandse hackers eigenlijk maken om in Nederland aan cybercrime te doen? De noodzaak is er om het gewoon veel beter gebundeld te doen. Zoals we recentelijk hebben gedaan met het opstarten van de Informatiebeveiligingsdienst (IBD), waarmee we proberen een gemeentelijk antwoord te geven op de problemen rondom veiligheid van gemeentelijke informatiesystemen. We hebben gemeenten voorgelegd: dit is ons plan, zo kan het gaan werken, zo willen we het operationeel hebben en het kost zoveel. En met de vraag erbij: moeten we jaarlijks bij 408 gemeenten langsgaan voor hun deel van de betaling of mogen we het ex ante financieren via het gemeentefonds?”
Minister Blok heeft op het iBestuur Congres aangekondigd dat de Nederlandse overheid in 2017 volledig digitaal is. Toen dacht ik: nou bij KING laten ze nu alles uit hun handen vallen om dat te gaan regelen, want anders halen ze het niet.
“Het probleem is dat wij de 408 gemeenten niet aan een touwtje hebben hangen. De VNG ook niet. VNG en KING samen zullen het moeten doen via overtuiging en met goeie initiatieven waarvan je moet hopen dat de gemeenten zeggen: oké, zo gaan we het doen. Het zal vaker moeten gebeuren dat gemeenten zich vast gaan leggen op wat vanuit VGN en KING is bedacht en dat men zich vastlegt op de financiering; hetzij 408 keer of via het gemeentefonds. Naarmate het beter lukt om te laten zien dat het voor het collectief het meeste oplevert zal de financiering vanuit het gemeentefonds steeds vaker gebeuren. Dat is overigens iets wat gemeenten niet graag willen, maar als ze zien dat het de beste manier is om van de nodige zorgen te worden verlost, dan zijn ze altijd bereid om het toch te doen. Dus alles digitaal in 2017? Wij doen ons best, maar ik hoop niet dat ik in 2017 aan iBestuur moet uitleggen dat ik weer een paar illusies armer ben.”