Als we echt willen begrijpen hoe KI onze toekomst zal vormgeven, en hoe we daar invloed over kunnen uitoefenen, zouden we een duik in het onzekere midden moeten nemen.
‘Kunstmatige intelligentie gaat sowieso de wereld overnemen’, ‘Trump kan nooit de verkiezingen winnen, let maar op’. Mensen houden ervan om met zekerheid over het onzekere te praten. We zouden beter moeten weten.
Het Dunning-Krugereffect, wordt het ook wel genoemd. Als wiskundige functie te plotten als een kommetje soep. Op de Y-as overtuiging en op de X-as kennis. Volle overtuiging over iets op basis van geen, of onzekere kennis, die daalt naarmate je meer weet en pas weer stijgt nadat je ongeveer het kennisniveau van een hoogleraar hebt bereikt. Vanzelfsprekend betreft dat minder dan één procent van de bevolking.
Het onzekere ligt voor zij die niet als cold-case rechercheur bij de politie werken per definitie in de toekomst. Hoe zal die bespreking morgen verlopen op werk? Is dit een goede studiekeuze voor de toekomstige arbeidsmarkt? Moet ik dit aandeel wel kopen? Wie zal de verkiezing winnen? Op dagelijkse basis proberen we niet veel anders dan constant de (nabije) toekomst te voorspellen. Wanneer een bankmedewerker op weg naar zijn werk NU.nl leest dat zijn baan snel en met grote waarschijnlijkheid door een kunstmatige intelligentie (KI) wordt overgenomen, schrikt hij zich dus kapot. Het resultaat is dat voor veel mensen robotisering en digitalisering een nare smaak hebben en ze er niets van willen weten. Zelfs wanneer er zat rooskleuriger nieuws is. In september bracht het World Economic Forum nog een rapport uit met de voorspelling dat er door digitalisering in 2022 wereldwijd juist 60 miljoen banen bijkomen. Toch waarschuwen zij ook: de bankmedewerker kan inderdaad verdwijnen.
De toekomst zal het weten. Het is een sterk rapport, maar het blijft een analyse. Het vele speculeren over digitalisering en de toekomst toont overeenkomsten met het dagelijkse politieke circus. De gemiddelde inwoner snapt, net als van KI, geen bal van ons politieke systeem en de dagelijkse Haagse realiteit. Maar ontwikkelingen in beide werelden gaan snel en beïnvloeden wel degelijk de toekomst van zij die op de zijlijnen staan. We verorberen daarom nieuws, peilingen, debatten en rapporten, in de hoop wat wijzer te worden. Maar afdalen op de Dunning-Krugerschaal gaat niet zomaar. De plukjes informatie zijn voor de niet-professional net genoeg om ons mee te laten draaien in de waan van de dag. Het resultaat is dat het overgrote deel van mensen bijzonder ongeïnformeerd opinies vormt over de toekomst.
Niet voor niets dat de verontwaardiging na democratische verkiezingen vaak groot is. Het is meer de norm dan uitzondering dat verkiezingsbeloftes worden verbroken. Deels door leugenpolitiek, deels door goedgelovigheid en onwetendheid van kiezers. De waan van de dag is allang vervlogen. Het bleek maar een kleine fractie van de onnavolgbare realiteit dat onderdeel is van een wijder web van niet-transparante belangen.
Zo won Trump de verkiezingen in 2016 deels door zijn belofte een muur te bouwen tussen Mexico en de VS. De beloofde muur is er twee jaar later nog niet. Niet dat dat iets uitmaakt – hij stond er in feite al. Over een afstand van 3201 kilometer staan afgewisseld: fysieke muren, prikkeldraad, sensor- en camerasystemen en wachttorens. 16.000 bewapende agenten beschermen dag en nacht de grens. Al decennia strijdt de Amerikaanse overheid tegen illegale drugshandel en immigratie – Republikeins of niet. Maar Trump schreeuwde dat er een muur moest komen en beloofde dat daarmee de enge onzekere toekomst beter zou worden. Bij gebrek aan kennis geloofde de ene helft van de VS de charlatan zijn woord terwijl de andere helft uit morele zelfbescherming deed alsof de huidige muur niet bestond. Sofismen bepalen het wereldbeeld van zij die aan de linkerkant van de Dunning-Kruger-schaal vertoeven.
Aan de andere kant van de oceaan stelde medecharlatan Putin een jaar later dat het land met de beste KI wereldheerser zal worden. De controversiële entrepreneur Elon Musk dook erop en zei dat de internationale wedloop op KI de derde wereldoorlog zou kunnen veroorzaken. Volgens Musk lopen we tevens het risico tot slaaf te worden gereduceerd als we doorgaan met de huidige ontwikkelingen. “We roepen een demon op”, aldus Musk. “Als er een digitale super intelligentie gecreëerd wordt dat recursieve zelfverbetering gebruikt, dus zichzelf kan programmeren om steeds intelligenter te worden, en dat 24 uur per dag op miljoenen computers doet, dan zal de KI niet meer tegen te houden zijn”.
Als. Het blijft een wild gedachtenexperiment. Niet onbelangrijk is Musks aandeel in zijn eigen bedrijf Neuralink, dat actief inzet op KI die via een brein-computerinterface een symbiotische relatie met onze hersenen moet aangaan. Volgens Musk is onszelf verrijken met KI de enige manier om een digitale super-KI de baas te blijven. Musk schetst, net als politici, verre vooruitzichten voor zijn eigen gewin.
De een is beter in het voorspellen van de toekomst dan de ander, maar een glazen bol heeft niemand. Uitvinder, Googletechnoloog en ras-optimist Ray Kurzweil waagt zich er al desalniettemin al tientallen jaren aan en wordt door onder andere Bill Gates beschouwd als een van de beste. Kurzweil stelt, of hoopt, dat technologische innovatie exponentieel verloopt – zijn law of accelerating returns. In andere woorden: technologische innovaties in de 21ste eeuw zullen sneller gaan dan ooit en, ten goede of ten kwade, culmineren in een intelligentie-explosie rond het jaar 2045.
In 2010 stelde Kurzweil dat zijn voorspellingen voor 2009, komend uit 1999, voor 78 procent volledig correct, 8 procent in wezen correct, 12 procent gedeeltelijk correct en 2 procent incorrect waren. Indrukwekkend, maar voor zijn 2019-voorspellingen, die hij ook in 1999 deed, zie je dat het grootste gedeelte niet of maar gedeeltelijk klopt. De voorspellingen uit 2005 voor de jaren 10 en 20 waren niet veel beter. Er lijkt eerder bewijs voor lineaire groei of zelfs een law of diminishing returns. Kurzweil is een briljant denker, maar hij zit net als veel politici op de rechterkant van de Dunning-Krugerschaal comfortabel in een ivoren toren. De idealistische expert-blik die daarbij komt kijken is vaak correct, maar geen garantie van gelijk.
Opinievorming op basis van popcultuur, sciencefiction en voorspellingen van briljante computerwetenschappers vertroebelt ons zicht op de toekomst. Gevoed door het Sillicon Valley-achtige denken in termen van moonshots ligt de focus in het discours te vaak op het verre einde van de reis, en of dat utopisch of dystopisch is. Niet op wat er nu al stilletjes om ons heen gebeurt, noch of de geschetste toekomstbeelden enigszins realistisch zijn. Net als in de huidige politiek het geval is wordt extremiteit met aandacht beloond.
Technologische, maatschappelijke en politieke ontwikkelingen gaan snel, maar zijn gelukkig allen op hun eigen manier geankerd in een samenleving met een rechtstaat die niet zomaar buigt. In het KI-debat heen en weer schipperen tussen de extremen van de Dunning-Kruger creëert weliswaar de nodige aandacht en sensatie, maar zal net als in de politiek ook verwarring en wantrouwen zaaien. Als we echt willen begrijpen hoe KI onze toekomst zal vormgeven, en hoe we daar invloed over kunnen uitoefenen, zouden meer mensen een duik in het onzekere midden moeten nemen. Anders eindigt de geloofde KI-revolutie voor we het weten als een populistisch verkiezingsprogramma in de prullenbak. Voor zij die erin geloven mooi op papier – maar te losgezongen van de realiteit om ooit echt waarheid te worden.
Ruben Boyd is wetenschapsjournalist en gespecialiseerd in het onderwerp kunstmatige intelligentie