Blog

Geloofwaardig bestuur

Het is opmerkelijk hoeveel moeite bestuurders hebben met transparante besluitvorming en daadkracht, ook als het om ICT gaat. Er zijn dwarsdenkers nodig.

Op mijn voorlaatste weblog over de geringe aandacht van minister Blok voor een door de commissie-Elias gesignaleerd cultuurprobleem bij overheidsopdrachtgevers ontving ik diverse reacties. Inmiddels is er meer duidelijkheid over de inrichting van het Bureau ICT-toetsing (BIT), een van de belangrijkste aanbevelingen van de commissie-Elias. Een mooie aanleiding om dat onderwerp nog eens op te pakken.

Een bestuurscultuur, hier die van de overheid als opdrachtgever, spiegelt de omgang met normen en waarden die aan behoorlijk bestuur ten grondslag liggen. Daarmee wordt de basis voor legitimiteit van de besluitvorming gelegd. Om geloofwaardig te besturen moet daarnaast ook aan andere voorwaarden worden voldaan. Bijvoorbeeld transparantie van besluitvorming. Het is opmerkelijk hoeveel moeite bestuurders daarmee hebben. Een ‘fraai’ voorbeeld buiten het IT-domein is de weerstand van Dijsselbloem inzicht te geven in de besluitvorming inzake de betaling van een Brusselse naheffing van ruim zeshonderd miljoen euro. Slechts onder druk van een beroep op de Wet openbaarheid van bestuur bleek Financiën bereid – en dan nog met grote terughoudend – meer informatie te verschaffen. Dat door die halsstarrige weigering tot transparantie de legitimiteit van de betaling aan Brussel ter discussie kwam te staan, leek weinigen te deren.

Daadkracht is een andere belangrijke voorwaarde voor geloofwaardig bestuur. Het IT-project Radar, waarover het NRC onlangs uitvoerig berichtte, blijkt een schrijnend voorbeeld van een gebrek aan daadkracht. Naar aanleiding van het NRC-artikel zijn tientallen Kamervragen gesteld waarop inmiddels door staatssecretaris Dijkhoff van Veiligheid en Justitie is geantwoord. Uit die – publiek toegankelijke – antwoorden vallen opmerkelijke conclusies te trekken. De overeenkomst met Capgemini, de leverancier van Radar, werd voortijdig beëindigd met een vaststellingsovereenkomst. Op grond daarvan is aan Capgemini een bedrag van nog eens 1,8 miljoen euro uitbetaald dat, aldus de Staatssecretaris, geen afkoopsom maar een vergoeding voor meerwerk was. Na beëindiging van de overeenkomst kreeg Sogeti, een zuster van Capgemini, onderhands de opdracht Radar ‘door te ontwikkelen’. Capgemini, met wie de overeenkomst vroegtijdig was beëindigd, ontving gedurende de overbruggingsfase naar Sogeti voor diezelfde doorontwikkeling nogmaals 1,2 miljoen euro. Wie het begrijpt mag het zeggen maar een voorbeeld van daadkracht en, sterker nog, geloofwaardig bestuur zou ik zo’n aanpak niet willen noemen. Hooguit een zoveelste bevestiging van mijn eerdere statement dat niet alle mislukte IT-projecten van de overheid ook mislukte projecten van het bedrijfsleven zijn.

Als laatste voorwaarde noem ik integer politiek handelen waaronder ik begrijp het loyaal uitvoeren van door de Kamer genomen besluiten. Dat brengt mij bij de inrichting van het BIT. Juni jongstleden werd John Schattorie door Blok ingehuurd als tijdelijk bureauhoofd BIT. Diens aanstelling blonk, zowel wat betreft de gevolgde procedure als de aan Schattorie verstrekte opdracht, uit in een gebrek aan transparantie. De Kamer was niet betrokken en zelfs de ICT-sector bleek verrast. Alles speelde zich af in de krochten van het departement van Wonen en Rijksdienst met als curieuze uitkomst een interim-bureauhoofd dat zijn sporen langjarig had verdiend bij Capgemini. Nota bene een van de IT-leveranciers die straks, is het goed, aan de tucht van het BIT worden onderworpen. Veel hoop op een werkelijk slagvaardig en onafhankelijk opererend BIT gaf dat niet.

Inmiddels is gestart met het werven van een Bureaumanager BIT. Diens functie-omschrijving doet opnieuw weinig goeds vermoeden. Legde Blok eerder al opvallend de nadruk op het advieskarakter van het BIT en de onverkorte eindverantwoordelijkheid van de ministers, nu doen functie-eisen als gevoel voor bestuurlijke verhoudingen en ervaring met bestuurlijke samenwerking de wenkbrauwen fronsen. Vooral die eerste, vaak getypeerd als ‘bestuurlijke sensitiviteit’ en ‘positief meedenken’, roept vragen op. Wie het ambtelijk management van de overheid een beetje kent weet immers dat de door de commissie-Elias noodzakelijke geachte cultuuromslag niet zonder slag of stoot kan worden bereikt. Voor de bezetting van gremia als het BIT betekent dat zoeken naar dwarsdenkers in plaats van meedenkers. Dwarsdenkers die, desnoods tegen de politieke en ambtelijke stroom in, met gefundeerde kritiek durven te komen. Geen meedenkers die, onder leiding van een onveranderd machteloze Rijks-CIO, geen potten gaan breken.

Ter afsluiting een citaat uit het artikel ‘Wat lazen ze op vakantie?’ uit het NRC van 22 augustus. Blok had zich vermaakt met een boek van Barbara Tuchman over de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog. In een oorlog zijn er, aldus Blok, net als in de politiek verschillende fases. “Soms lijkt een situatie kansloos maar kom je er omdat je tegenstanders op cruciale momenten te slap zijn, toch als overwinnaar uit. Dat lijkt wel wat op mijn werk in de Haagse politiek.”

De Kamer is gewaarschuwd!

  • Wim Essers (MinFIn/Belastingdienst) | 24 september 2015, 15:46

    Chapeau Ruud,

    Transparantie en het gebruik van het “boerenverstand” in Overheidsland zit niet echt in de “genen”. Als Rijkshofnar en notoire dwarsdenker merk ik dat er nog veel te doen is in het Haagse

  • P.J. Westerhof | 27 september 2015, 16:26

    ‘Geschiedenis wordt geschreven door de overwinnaars’? Of toch meer de bestuurlijke arrogantie die zo vaak ten grondslag ligt aan faalprojecten?

    Wellicht had Blok beter Tuchman’s ‘The March of Folly’ kunnen lezen. Over dwaasheid van bestuurders, de politiek die tegen het eigenbelang van heersers en hun onderdanen ingaat.

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren