Nieuws

Groter platform voor het digitale platform

Parallel aan de vorming van een nieuw samenspel tussen overheid en markt – en wetenschap en publiek - groeit het aantal digitale platforms. Een platform is een digitale organisatievorm die de deelnemers ondersteunt in het samenwerken en het uitwisselen van kennis en ervaringen. Voorwaarde voor het goed functioneren van het platform is dat data niet ‘opgesloten’ zitten in de systemen van een van de deelnemers.

Nieuw samenspel overheid en markt

Op weg naar een toegankelijke en slagvaardige overheid zijn gemeenten en leveranciers het op hoofdlijnen met elkaar eens: de gemeentelijke IT moet eenvoudiger, sneller en beter. Daardoor verandert ook de relatie tussen gemeenten en leveranciers. Aan de hand van een aantal voorbeelden wordt getoond dat die veranderende relatie prima werkzaam is.

Het kenmerk van het digitale platform is dat het een organisatievorm is die het niveau van de individuele organisatie overstijgt. Daarmee is het bij uitstek geschikt voor dialoog en cocreatie. Koen Wortmann, manager strategie en ontwikkeling bij VNG, is met zijn team bezig met een ‘platformverkenning’. “Een strak geformuleerde platformstrategie is er
binnen VNG Realisatie niet, maar we zien wel dat digitale platforms steeds belangrijker worden. Vooral in het samenwerken.

En daarmee raakt het aan een van onze belangrijkste vragen: hoe kunnen we gemeenten zo goed mogelijk ondersteunen in hun uitvoeringstaken? We weten dat samenwerken werkt en daarom kijken we naar manieren waarop we dat kunnen verbeteren. Onder andere met digitale platforms. Door de digitale mogelijkheden wordt het immers steeds makkelijker om voorbij de eigen organisatiegrenzen samen te werken. Overheidsbreed, en met marktpartijen. En zo zijn er de afgelopen jaren allerlei platforms ontwikkeld: van fora als Pleio tot de ontwikkeling van developer.overheid.nl waar een ontwikkelaar vanuit een functionele/semantische vraag snel bij de juiste API komt.

Elk van die platforms is ingericht voor een specifieke functie en met elkaar is er een ecosysteem ontstaan aan platform­ functionaliteiten door en voor verschillende partijen en aanbieders. Op die manier kunnen we ‘grenzeloos’ werken aan de vernieuwing van de overheid. In de genoemde verkenning kijken we naar de wensen vanuit de gemeenten en naar de technologische mogelijkheden. Welke nieuwe functionaliteiten ontwikkel je voor de business? We kijken naar mogelijke nieuwe platforms en naar bestaande platforms. Waar kan het beter, efficiënter, waar valt winst te behalen? Dat is de opzet van deze verkenning.”

Bij de bron

Het Kadaster werkt al langer aan een platformstrategie. Marcel Reuvers, adviseur strategie en beleid, is daarom blij met de beweging die VNG Realisatie maakt richting platformdenken en Common Ground. “Er is een heel stelsel aan landelijke voorzieningen voor het ruimtelijk domein, met de Basisregistratie Adressen en Gebouwen, de Basisregistratie Grootschalige Topografie, Basisregistratie Kadaster, enzovoort. De gegevens worden door gemeenten op tientallen applicaties ingelezen en gekopieerd. Met Common Ground gaan we toe naar halen en muteren bij de bron, naar één gegevenslandschap binnen een ecosysteem van platforms. Bestuursorganen zien dat zo’n gegevenslandschap zorgt voor ontzorging en samenwerking, zonder inperking van autonomie op bestuur en bedrijfsvoering. Door het centraal beschikbaar maken van informatie vindt er ontschotting plaats tussen de bestuursorganen. Daarmee win je aan betrouwbaarheid, transparantie, actualiteit en kwaliteit van gegevens en dus aan rechtszekerheid. Gemeenten moeten zich als opdrachtgever sterker opstellen én stappen zetten met Common Ground. Zorg ervoor dat de gegevens uit de applicaties gehaald worden en algemeen beschikbaar worden. Want we willen allemaal toe naar het ecosysteem van platforms waarbinnen we deze gegevens gaan delen. Alleen als we gegevens en processen scheiden kunnen we echt regie op gegevens voeren. Om daar te komen heb je een lange adem nodig, maar ook jaarlijkse resultaten op z’n ‘Common Grounds’ die direct bijdragen aan de gemeentelijke bedrijfsvoering. Een voorbeeld vanuit het Kadaster is de Wkpb (Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen onroerende zaken). Niet meer elke gemeente z’n eigen applicatie, maar centraal registreren bij het Kadaster. Dat scheelt enorm veel mankracht en dus geld. Door dit soort relatief eenvoudige successen te boeken, versnel je zo’n omvangrijke transitie als Common Ground.”

Waardenspanning

Ook wat Michiel Steltman betreft, directeur van Stichting Digitale Infrastructuur Nederland, en lid van het Forum Standaardisatie, mag het allemaal sneller: “Ik zie de platformgedachte terug in de Agenda Digitale Overheid. De overheid lonkt volop naar de digitale wereld, je ziet nog te veel gedateerde overheidsprocessen. Het gemak dat een bank of webshop kan bieden in dienstverlening, moet een gemeente ook kunnen bieden; bijvoorbeeld voor het verlengen van je rijbewijs. Via platforms – geen doel maar een middel – en open data. Waarbij de overheid niet per se zelf iets hoeft te verzinnen, maar veel meer een aggregator kan zijn en gebruiker van datasets, API’s en functies die overal beschikbaar zijn. Een voorbeeld is Covadem, platform voor de binnenvaart waarin een hoop partijen samenwerken. Het kan dus wel, maar er gaan te snel rode ‘privacylampjes’ branden als we het hebben over het delen van gegevens via platforms.

Natuurlijk zijn persoonsgegevens niet hetzelfde als vaardieptes. Maar onze gegevens worden nu ook al volop en decentraal gedeeld binnen de overheid; door UWV bijvoorbeeld. Dan liever centraal geregeld via een platform. Geregisseerd en gecontroleerd door de overheid. Daar is wel hernieuwd vertrouwen voor nodig, want het vertrouwen in centrale overheids-IT is laag. Daarom pleit ik ervoor om de zogenoemde waardenspanning altijd mee te nemen in de discussie over digitale innovatie. De waarden privacy, veiligheid en het economisch belang van innovatie, moeten in balans zijn. Ik bespeur dat de knikker nu wel erg snel richting privacy rolt. De politiek maakt er te veel ‘nee tenzij’ van in plaats van ‘ja, mits’. Dat houdt innovatie tegen. Maar laat ik positief eindigen: met de digitaliseringsstrategie van staatssecretaris Knops en met Common Ground zit er beweging in.”

Deze bijdrage is te vinden in iBestuur magazine 31

Plaats een reactie

U moet ingelogd zijn om een reactie te kunnen plaatsen.
Registreren